Hoofdstuk 6 - De mist

456 39 8
                                    

Het was inmiddels pikkedonker geworden. De kleine maan was al onder de horizon verdwenen en de grote maan zou pas over een klein half uur opkomen. De enige geluiden die hoorbaar waren, was het geknetter van het droge hout in het vuur en het af en toe briesen van de paarden.

Iets bij Floriana vandaan zat de soldaat die op dat moment de wacht hield met zijn rug tegen een boom en hield nauwkeurig de omgeving in de gaten. Hoewel niemand verwachtte dat ze aangevallen zouden worden nam hij zijn werk serieus genoeg om niet in slaap te vallen. Het was dat of de angst voor een reprimande als hij wel weg zou dutten.

Floriana begreep niet wat er met haar gebeurde. Heel langzaam was in de afgelopen twee uur alle pijn verdwenen. Het was zo geleidelijk gebeurt dat ze het in de eerste instantie helemaal niet in de gaten had gehad. Toen ze het eenmaal wel in de smiezen kreeg was haar eerste reactie het idee om op te springen en proberen van de soldaten en de priester te vluchten, maar meteen toen ze het verzon realiseerde ze zich dat er nog altijd een paar stevige metalen boeien om haar polsen en enkels zaten. Ze was er ook nog eens mee aan een boom gebonden, dus opspringen en op goed geluk wegrennen was geen optie.

Omdat haar hoofd ook steeds helderder werd had ze de tijd genomen om over haar huidige situatie na te denken. Ze had al snel besloten haar wonderbaarlijke herstel te verbergen voor haar escorte. Ze vermoedde dat ze haar expres hadden toegetakeld om haar suf en slap te houden, niet alleen omdat ze een heks zou zijn. Als ze door zouden krijgen dat ze nu alles behalve suf en slap was, zouden ze die toestand wellicht weer op willen wekken door haar een flinke aframmeling te geven of wellicht iets nog veel erger dan dat. Ze konden altijd nog beweren dat ze had geprobeerd te vluchten als ze te lastig werd.

Alles in overweging genomen besloot Floriana te blijven zitten waar ze was en haar best te doen de schijn op te houden. Het verdwijnen van de pijn was een bijzonder vreemde sensatie. Ze voelde het gras nog wel kriebelen onder haar billen en de structuur van de schors van de boom waaraan ze geketend was op haar rug, maar alles wat even geleden nog zeer deed aan haar lichaam voelde ze niet meer. Het was alsof de pijn door haar poriën langzaam naar buiten was gesijpeld en als een vloeistof door de grond onder haar was opgenomen.

Ze had besloten dat zou wachten, maar waarop wist ze eigenlijk niet. Dat gevoel vulde haar met wanhoop en ze beet zachtjes op de prop in haar mond om een flinke huilbui te onderdrukken. Ze had geen flauw benul hoe ze deze nieuwe ontwikkeling in haar voordeel kon benutten en nog minder waar deze miraculeuze opleving vandaan was gekomen. Floriana was een eenvoudig meisje uit een klein stadje in de buitengebieden van het land; ze had geen opleiding, geen tactisch inzicht en was geheel en volledig verschoont van welke vaardigheid dan ook die haar uit deze benarde positie kon helpen. Ze was niet eens een heks, hoewel ze hier wel voor beschuldigd was. Was ze maar een heks, dan kon ze de soldaten betoveren en wegvliegen in de nacht. Maar dat zou ook betekenen dat ze haar ziel moest verkopen aan de Zielenvreter; een prijs die ze niet wilde betalen. Ze wilde niet dood, maar in dit geval was het beter om als een onschuldige vrouw te sterven dan als een aanbidster van een oude en duistere God - als die wel echt bestond in ieder geval.

Door die realisatie bedacht ze zich ineens hoe het dan met al die andere vrouwen zat die in de afgelopen decennia op de brandstapel gestorven waren. Als zij onschuldig was, waren zij dat dan ook? Had het medaillon zich alleen bij haar vergist of gebeurde het vaker? Bestonden heksen eigenlijk wel? Misschien was het wel een verzinsel van de mensen om voor hen een verklaring te geven voor onverklaarbare zaken. Ze had zelf nog nooit een heks gezien en kende niemand die dat wel gedaan had.

Ze opende heel rustig haar groene kijkers en keek vanuit haar ooghoek naar de wakkere soldaat. Hij hield het kamp nauwlettend in de gaten, maar hield haar totaal niet in de gaten. Waarom zou hij? Een paar uur geleden was Floriana nog een bewusteloze en uitgeputte jonge vrouw geweest; alles behalve een bedreiging voor vier getrainde soldaten van de koning. Ze keek het kamp rond en deed haar best haar hoofd zo min mogelijk te bewegen. Een plotselinge beweging zou ongetwijfeld opgemerkt worden door de wacht en ze hoopte dat dit minder snel zou gebeuren door trage en kleine bewegingen. Haar blik schoot iedere paar seconden weer terug naar de soldaat. Haar hart bonsde in haar borstkas en ze deed haar best om haar ademhaling rustig te houden. Haar lijf gierde van de zenuwen; hij mocht niet doorkrijgen dat er iets aan de hand was. Ze was doodsbang voor de mogelijke gevolgen als hij het ontdekte.

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu