Hoofdstuk 17 - Boerenzoon

342 35 8
                                    

Het erf van de boer lag aan een zijweggetje van de koningsbaan. Toen hun wagen het erf op kwam rijden, kwam een meisje dat hooguit een jaar of twee jonger was dan Floor naar buiten gerend. De boer was inmiddels bij zijn huis aangekomen en gaf zijn paard aan haar af. Zelf bleef hij in de deuropening wachten.

'Peet, ga jij als we stil staan meteen even bij die jongen kijken?' vroeg Pien aan haar vriendin.

Floor hoorde hoorde het raampje achter de bok openschuiven. Toen verscheen het gezicht van Peet voor het raampje. 'Floor, wil jij mijn tas even pakken en als we stil staan meteen naar mij toe brengen? Ik weet niet hoe kritiek die jongen erbij ligt. Misschien hebben we geen tijd te verliezen.'

Floor sprong meteen op van het bed en liep naar het bed van Peet. In een schuiflade onder het bed zat haar tas, wist Floor, dus ze opende deze en pakte de tas eruit. Peet had haar al eens verteld dat ze deze altijd klaar voor gebruik had in geval van nood. Deze patiënt kwalificeerde zich daar in haar ogen schijnbaar voor. Met de tas in de handen liep Floor vlug naar de deur en keek naar de grond om de snelheid van de woonwagen te bepalen. Toen ze merkte dat ze bijna stil stonden, trok ze de deur open en rende met een boog om de wagen heen; je wist maar nooit of Pien de wagen nog een stukje achteruit zou steken waardoor Floor eronder terecht kon komen.

Peet liet zich van de bok glijden toen Floor al voor haar neus stond met de tas in de aanslag. Met een glimlach en een knipoog griste Peet de tas uit haar handen en rende naar de ingang van de boerderij, iets verderop. Floor keek haar na, haar hart nog bonzend in haar lijf van zowel het rennen als de opwinding.

Pien tuurde naar het schouwspel bij de ingang van de boerderij. In de deuropening verscheen nu ook een vrouw, gekleed in een rok met schort en een ruim zittende blouse. Ze droeg haar haren in een knotje. Ze drentelde heen en weer en leek steeds iets tegen haar man te zeggen.

'Stik,' mopperde Pien. 'De moeder loopt nu al te zenuwpezen. Logisch, maar ik ben bang dat ze Peet in de weg gaat lopen.'

Floor keek naar de paarden en toen naar de woonwagen. 'Pien?'

Pien klom van de bok af en plofte op de grond, aanzienlijk minder sierlijk dan Peet iets daarvoor. 'Bezorgde moeders kunnen wel eens onbedoeld in de weg lopen, wat ons werk bemoeilijkt. Iemand moet die ouders afleiden zodat Peet haar werk ongestoord kan doen. Die mensen zitten vol met vragen en willen het liefst al de antwoorden krijgen voordat Peet goed en wel aan het bed van die knul staat. Soms denken mensen dat we wonderen kunnen verrichten, vooral wat minder opgeleide mensen zoals arme boeren zoals deze.' Ze zei het zo zachtjes dat de dochter van de boer, die nog druk was met het paard van haar vader, het niet kon horen.

'Oké. Er komt meer bij kijken dan ik dacht,' bekende Floor even zachtjes.

'Zolang we goed samenwerken is er niets wat we niet aankunnen,' glimlachte Pien met een knipoog. 'We hebben allemaal zo onze eigen taken in situaties als deze.'

Floor keek haar vragend aan. 'Wat wil je dat ik doe?'

Pien maakte een hoofdbeweging in de richting van de boerendochter. 'Die mogelijke sta-in-de-weg is jouw pakkie-an.'

Floor overdacht kort de situatie. De woonwagen moest nog een plekje krijgen, de paarden afgekoppeld en verzorgt, Pien moest Peet nog helpen en Floor moest de boerendochter bezig houden. Het was een hoop om te doen en het zou veel tijd kosten voordat Pien Peet zou kunnen helpen. Toen bedacht ze opeens iets. 'Denk je dat ik met hulp van dat meisje de kar een plekje kan geven en Hannibal en Balthazar af kan koppelen?'

Pien leek het voorstel even te overwegen. Ze keek even naar de paarden, toen naar de kar, vervolgens naar de boerendochter en tenslotte naar Floor. 'Als je zou willen, graag. Dan ga ik Peet helpen.'

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu