Hoofdstuk 29 - Edelman

346 31 7
                                    

Buiten de woonwagen begon het al langzaam donker te worden. De lantaarnopstekers trokken al door de straten om de verschillende lantaarns aan te steken die op hoge palen gemonteerd waren die op de hoofdwegen van de stad stonden. Hierdoor waren de straten 's nachts niet alleen beter verlicht (en hierdoor iets veiliger voor de eerzame burgers van de stad) maar gaven Waterpoort ook een knusse sfeer. Althans, dat vond Floor.

Door een kiertje tussen de luiken, die door Pien en Peet steevast elke avond gesloten werden, gluurde Floor naar de buitenwereld. De ironie van haar situatie was haar niet ontgaan; nu ze eindelijk een klein beetje moed begon te krijgen om zich buiten te wagen (hoe beperkt ook) was ze door haar eigen stommiteit eerder deze dag bevolen om de woonwagen niet meer te verlaten totdat ze de stad weer hadden verlaten. Hoe lang dit nog zou duren was onbekend want de schout had van de heksen geëist dat ze de stad voorlopig nog niet mochten verlaten.

'Goed,' sprak Pien. Ze deed al de gehele dag nukkig tegen Floor. 'Ik ga naar Linette en Joris. Linette voelt warm aan en heeft pijn bij het plassen. Het zal wel een blaasontsteking zijn. Floor, je weet wat de afspraak is.'

Floor liep een klein beetje rood aan en keek naar de vloer. Ze was bijna volwassen, maar voelde zich nu weer een heel klein meisje dat door haar moeder streng toegesproken werd na een ondeugende streek. 'Ja, Pien.'

'En Peet,' vervolgde Pien en wachtte tot Peet opkeek van het kruidenmengsel dat ze aan het bereiden was. 'Jij houdt je ook aan de afspraak. Al staat de woonwagen in de fik; ze blijft binnen.'

'Maar Pien...' begon Peet voorzichtig.

'Je begrijpt heus wel wat ik bedoel,' zei Pien enkel en liep toen naar buiten. 'Ik kom zo snel mogelijk terug.' Toen sloot ze deur.

Floor had verwacht dat Pien de deur dicht zo slaan, maar ze had hem vrij beschaafd gesloten. Ze keek Peet met een schuldige blik aan. 'Ik heb het echt verbruid bij haar, hè?'

Peet roerde in een klein keteltje dat op een kleine brander stond te pruttelen en keek heel geconcentreerd naar het geurige brouwsel. 'Ze draait wel bij.'

'Oh,' zei Floor en hervatte het gluren door de kier. Ze wist toch nog een paar minuten haar mond te houden. 'Peet?'

'Hmmm?' Peet roerde door en haar blik verliet het keteltje niet.

'Ben jij ook boos op mij?'

Peet stopte het roeren, maar bleef naar de ketel kijken. Ze leek even na te denken over haar antwoord. 'Nee.'

'Teleurgesteld?' probeerde Floor.

Weer duurde het even voordat er een antwoord kwam. 'Nee.'

De korte antwoorden van Peet begonnen Floor te irriteren, maar ze voelde zich zo schuldig over hetgeen gebeurt was en was enorm geschrokken van de reactie van haar twee leermeesteressen, dat ze haar irritatie niet durfde te uitten. Weer bleef het even stil in de woonwagen, op het pruttelen van de vloeistof en de geluiden van buiten die zich zachtjes naar binnen werkten na.

'Wat dan?' Ze wilde het weten. Ze moest het weten.

Peet zuchtte, maar leek weer eerst haar antwoord zorgvuldig te overdenken alvorens haar mond open te doen. 'Angst.'

Met een ruk draaide Floor zich om en met grote ogen keek ze Peet aan. 'Je bent bang voor mij? Waarom?'

Peet haalde de lepel uit de ketel en legde die op het werkblad neer. Met een nieuwe zucht draaide ze zich om naar Floor en nam nog steeds een kort moment stilte in acht alvorens te antwoorden. 'Omdat je dingen doet die je niet hoort te kunnen. Niet zonder oefening of kennis.'

'Dat doe ik niet, dat doet...'

'Je energie,' onderbrak Peet haar. 'En daar ben ik nog het meeste bang voor. Praten met je energie... Zoiets heb ik nog nooit gehoord. De regie over je magische gaven geven aan diezelfde energie evenmin.'

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu