'Oh, oh,' fluisterde Floor tegen zichzelf terwijl drie paar ogen haar aanstaarden. 'Heb ik dat?'
In de verte kwamen de voetstappen van de andere volgelingen steeds dichterbij. Kapitein Breslaak, priester Paul en de man die haar bewaakt had stonden nog steeds stokstijf bij de sarcofaag en keken met open mond naar haar. Haar eigen blik ging naar de pilaar met de Bol van Tiaman Ra, die nog altijd het angstveld in stand hield. Nu was haar kans.
Floor schoot overeind en zette het zo snel als ze kon op een lopen. Ze koerste recht op de pilaar af. Als ze dat ding op de een of andere manier kon uitschakelen...
Toen voelde ze iets om haar benen en ze struikelde. Met een klap viel ze op de stenen vloer en toen ze haar initiële verbazing van zich af had geschud, keek ze achterom naar de reden van haar val. Kapitein Breslaak had haar gestopt met een vakkundig uitgevoerde tackle en keek haar met een boosaardige grijns aan.
'Hoeveel vrouwen hebben we moeten doden zonder resultaat en het meisje die we nodig hebben om ons doel te bereiken loopt doodleuk zelf de tombe van onze meester in.'
De ironie was Floor zelf ook niet ontgaan. Ze keek naar voren, naar de bol. Ze was nog bijna vier meter van dat onding verwijderd. Ze probeerde Breslaak in zijn gezicht te trappen, maar ze kreeg haar benen niet uit zijn stalen greep. Ze deed nog een paar verwoede pogingen om los te komen, maar ze kreeg het maar niet voor elkaar. Ze was er zo druk mee, dat ze niet had gezien dat de overige leden van de groep binnengekomen waren en haar nu vastgrepen. Ze trokken haar overeind en hielpen kapitein Breslaak zelf ook op zijn benen. Ze ondernam nog een halfslachtige poging om los te komen en gaf het toen op.
'Broeders en zusters,' riep Breslaak met uitgespreide armen naar zijn mensen; een stuk of twaalf mannen en vrouwen, 'jullie zijn precies op tijd. We hebben haar eindelijk gevonden. Deze jonge vrouw heeft het bloed dat nodig is om onze meester Tarak Bar te doen ontwaken uit zijn gedwongen rust.'
Een luid gejuich ontstak uit de volgelingen, die allen in lange zwarte gewaden gekleed waren. De kleedij was versierd met een symbool van een kop met tentakels op de borst. Floor herkende het silhouet als dat van het wezen dat op de muren van de tombe te zien was. Ze dacht dat ze het zelfs op een paar van de tekeningen in de ruimtes boven haar had gezien. Terwijl iedereen juichte liep Breslaak vlug naar een kist die in een hoekje stond en haalde er een vergelijkbaar gewaad uit, dat hij aantrok. Zijn broer pakte er ook eentje en gooide een derde naar de man die nog bij de sarcofaag stond.
Twee mannen begonnen al aan de kettingen boven de sarcofaag te trekken, die in een hoek van het vertrek aan de muur bevestigd waren. Terwijl hij met doelbewuste stappen naar Floor liep, stopte Breslaak hun poging om het offergetouw in gereedheid te brengen met een simpele handbeweging. 'Deze doen we anders. Een paar druppels waren al genoeg om een reactie in het lichaam van de meester te veroorzaken. We laten genoeg bloed vloeien om hem tot leven te wekken en dan laten we hem haar zelf leegzuigen. Hij zal tevreden en voldaan aan zijn tweede leven beginnen.'
Zijn woorden vulden Floor met afgrijzen en ze begon weer tegen te stribbelen. Waren Pien en Peet nu maar hier. Die zouden haar beschermen. Die wisten welke spreuken of drankjes ze konden gebruiken om dit op te lossen. Floor wist niets. Haar energie liet niets van zich horen. Had ze nu maar toch vanaf de eerste dagen bij de heksen magie geaccepteerd en geleerd. Dan zou ze nu wellicht wél...
'Breng haar naar de sarcofaag!' gebood Breslaak. Hij liep er zelf ook heen.
Twee leden brachten de luid protesterende Floor naar het lijk van Tarak Bar, waar de gebroeders Breslaak geduldig op haar wachtten. Ze zag dat Paul Dirk een mes met een golvend vormgegeven lemmet in zijn handen duwde.
'Aan jou de eer, broer,' glimlachte hij.
'Weet je het zeker? Zonder jouw jarenlange onderzoek hadden we hem en alle informatie die we nodig hadden nooit gevonden.'
JE LEEST
De Heks van Komschrei (betaversie)
FantasyDe zestienjarige Floriana vind haar leventje wel prima zo; ze helpt haar zieke moeder in het huishouden, heeft leuke vriendinnen en woont in een fijn stadje. Op een dag komt er een priester in de stad die de aanwezige meisjes tussen de twaalf en de...