Hoofdstuk 58 - Verklaring

274 32 21
                                    

De kracht van de explosie zorgde ervoor dat iedereen naar achteren werd geslagen. Argus, die pas halverwege de hal was, werd naar voren geslingerd en kwam met een pijnlijke zucht op de grond terecht. Brokstukken van slijmerig vlees vielen van het plafond en versierden de vloer en de muren. Enkele stukken hadden het einde van de gang bereikt en de heksen en gildeleden besmeurd.

Niet dat Pien zich daar iets van aantrok. Ze krabbelde overeind en begon te schreeuwen. 'Floor! Nee!'

Peet zat naast Pien en staarde de gang in met waterige ogen. De gildemeester kwam naast haar staan, terwijl twee van zijn mannen Argus overeind hielpen.

'Lief, het... het spijt me. Ze heeft haar leven geofferd voor ons allen. Voor het hele land zelfs. Ik weet dat het haar niet terug zal brengen, maar ik zal zorgen dat haar naam binnen het gilde en waar mogelijk daarbuiten vol respect uitgesproken zal worden. Ze is een heldin.'

'Als jij haar niet gedwongen had om hier naar binnen te gaan, dan was dit allemaal niet gebeurd,' gromde Pien en stond dreigend op. Ze laadde al een spreuk op. Het was allemaal zijn schuld. Ze drukte het bijna onverteerbare verdriet weg met woede.

Peet herpakte zichzelf en sprong tussenbeide. 'Pien, dit lost niets op.'

'Je staat tussen ons in, Peet.' Pien hoopte niet dat haar beste vriendin voor hem zou kiezen, want Pien was vastberaden hem te laten boeten voor het in gevaar brengen van het zestienjarige meisje dat nu dood was. Het meisje dat zij heel stilletjes tot haarzelf had gezworen te beschermen en op te leiden tot heks. Het meisje waar ze in de loop van de maanden zo veel van was gaan houden.

'Ik heb haar niet gedwongen. Het was haar eigen keus. Ze wilde jullie helpen. En ik wist niet dat we dit hier aan zouden treffen, anders had ik haar zeker niet laten gaan.'

'Luister naar hem, Pien,' riep Peet. 'Hij spreekt de waarheid.'

'Jeetje, wat een bende,' weerklonk een stem vanuit de hal. 'Wat een gore troep. Ik ben blij dat ik dit niet hoef schoon te maken.'

Iedereen keek verbaasd de gang in. Floor stapte voorzichtig over de restanten van Tarak Bar heen, maar kon niet vermijden dat haar laarzen vies werden. Verder leek ze niets te mankeren.

Toen ze merkte dat iedereen haar aanstaarde keek ze bezorgt op. 'Ik hoef het niet op te ruimen, toch?'

Pien vergat meteen haar boosheid en rende op Floor af. 'Stom rotkind! Ik schrok mij kapot! Ik dacht dat je dood was!'

'Tabatha heeft mij beschermd,' zei Floor en wees over haar schouder naar het grote beeld in de ruimte aan het einde van de gang.

'Bij de Goede Godin,' zei Peet en keek vol bewondering naar het beeld. 'Hoe dan?'

Floor lachte schaapachtig. 'Ik ben achter haar gedoken toen Tarak Bar begon te scheuren. Het beeld heeft de klap opgevangen. Het verschoof geen millimeter.'

Pien vloog haar om de nek, tilde haar op en knuffelde haar. 'Ik dacht dat je dood was.'

'Nee joh,' grinnikte Floor, 'jij moet mij nog heel veel spreuken en andere magische dingetjes leren. Ik heb geen tijd om dood te gaan. Veel te veel te doen.'

Peet porde Pien in haar zij. 'Mag ik na jou?'

Pien besloot dat het wel genoeg was en liet Floor los. Peet keek het meisje vol trots aan en knuffelde haar ook, zij het wat rustiger en meer beheerst dan Pien had gedaan.

'Ook ik ben blij je nog in leven te zien,' sprak de gildemeester. Zijn ogen glimlachten.

Pien keek hem strak aan. 'Ik ben nog steeds van mening dat je mijn leerling in gevaar hebt gebracht.'

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu