Hoofdstuk 18 - Ketelbree

311 31 3
                                    

Floor werd wakker gemaakt door een haan die net onder het raam waar haar bed naast stond de opkomende zon begroette met luidkeels gekraai. Terwijl ze de slaap nog uit haar ogen wreef tuurde ze uit het raam en zag de geel-rode bal boven de met gras bezaaide heuvels die rondom de boerderij zichtbaar waren uitsteken.

In het bed aan de andere kant van de wagen lag Pien te snurken. Peet moest dus wel de wacht aan het houden zijn bij de doodzieke boerenzoon. Waarschijnlijk hadden de twee heksen elkaar afgewisseld en zo allebei weinig slaap gehad.

Zo zachtjes als ze kon verliet Floor de naast de stallen geparkeerde woonwagen en tuurde over het landgoed van de boer. Vlak bij de boerderij waren de weilanden van de koeien en schapen, beide diersoorten van elkaar gescheiden door middel van een hekwerk. Iets verderop lag een uitgestrekt graanveld. Voorbij het graanveld zag ze de bomen van een bos boven het gewas uitsteken.

Ze hoorde de deur van de hoeve dichtslaan en zag hoe de dochter van de boer de boerderij uit rende. Ze sprintte in de richting van het graanveld. Net nadat ze in het graanveld was verdwenen ging de deur weer open en stond de boerin in de deuropening. Ze keek naar alle kanten, maar zag enkel Floor.

Floor liep op de vrouw af en groette haar vriendelijk, maar hield de begroeting ingetogen. Ze zag dat de moeder rode ogen van het huilen had en zwarte wallen onder haar ogen van slaapgebrek en zorgen.

'Heb je Lena gezien?' vroeg de boerin zonder enige plichtplegingen.

Floors blik ging even naar het graanveld. 'Ik heb wel een idee waar ze heen is, ja.'

Vertwijfeld keek de boerin over haar schouder en toen naar het graan. Ze twijfelde.

Floor legde haar hand op haar schouder. 'Gaat u maar naar uw zoon. Ik ga wel achter Lena aan.'

'We hebben haar net verteld dat je leermeesteressen niets voor haar broertje kunnen doen.'

Floor had gedacht dat de ogen van de vrouw niet droever konden staan, maar had zich duidelijk vergist. Nog nooit had Floor zoveel verdriet in iemand gezien. Maar ze begreep wel waarom. Peet en Pien hadden de conclusie getrokken dat ze de jongen niet konden genezen en dat zijn dood nu slechts een kwestie van tijd was. Het nieuws was verschrikkelijk en Floor kon zich voorstellen dat dit een zware slag voor het gezin moest zijn. De boerin twijfelde nog steeds, ondanks het voorstel van Floor, dus probeerde ze het nogmaals: 'U moet bij uw zoon zijn. Ik zoek Lena en praat wel met haar. Maakt u maar geen zorgen.'

Zonder op een antwoord te wachten liep Floor met stevige passen in de richting van het graanveld. Ze wist niets van spoorzoeken, maar Lena had niet de moeite genomen haar gang door het graan te verbergen. Geknakte tarwearen liepen in een lijn recht op het bos af. Om verdere schade te voorkomen en Lena zo snel en eenvoudig mogelijk te kunnen vinden nam Floor precies dezelfde route.

Na tien minuten had ze het veld doorkruist en kwam uit bij het bos. Ze zag Lena nergens. Ze tuurde langs de bomen en zag niets. Ze sloot haar ogen en luisterde aandachtig, maar hoorde teveel geluiden om die van een tiener eruit te kunnen pikken. Terwijl ze haar ogen dicht had, voelde ze de Tabatha-energie zich roeren.

'Jij weet zeker niet toevallig waar ze is?' zei Floor in gedachten tegen de energie diep in haar binnenste. Het was een retorische vraag geweest, dus haar verbazing was groot toen ze een antwoord kreeg. Het waren geen woorden, maar meer een gevoel. Het gevoel vertelde haar de richting die ze op moest gaan en omdat ze geen enkel beter alternatief had, besloot Floor naar dit gevoel te luisteren.

Ze liep tussen twee grote eiken door, langs wat hulst, volgde een smal wildpad en kwam uiteindelijk bij kabbelend beekje uit dat het pad doorsneed. Iets verderop zat Lena op een boomstam met haar gezicht in haar handen te snikken.

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu