Hoofdstuk 4 - Vertrek naar Nordberg

495 46 9
                                    

'Is alles klaar voor vertrek?' vroeg Maarten aan Patrick, de sergeant die hem met zijn mannen naar de hertog zou begeleiden, toen hij door de voordeur van de herberg naar buiten stapte.

'De kar staat klaar. Harold en Carl zijn bij het cellenblok, Edwin staat buiten,' bevestigde Patrick. Hij leek iets te willen zeggen maar hield na enige schijnbare twijfel alsnog zijn mond.

'Wil je iets kwijt?' vroeg Maarten, die niet veel moeite had hoeven doen om het op te merken.

Patrick zuchtte. 'Ik denk dat we beter zonder publiek kunnen vertrekken, priester Maarten.'

Maarten was verbaasd over deze opmerking. Het was redelijk gebruikelijk om van een gevangen heks een publiekelijk schouwspel te maken. Zo wist het volk dat de Tempel en de Kroon samen werkten om hen te beschermen tegen duistere krachten zoals heksen.

'Heeft u het niet gemerkt vannacht?' vroeg de sergeant en wees op een rookpluim in de verte.

Maarten volgde zijn vinger en schatte dat de rook een restant van een brand was. Aan de afstand te zien betrof het een brand van een pand binnen de stad. De herberg waar hij de nacht had doorgebracht lag ergens aan de rand, ver van de brand verwijderd. 'Ik heb geslapen als een blok. De magie die nodig is om de heksenproeven af te nemen kosten erg veel energie.' Dat laatste loog hij, het eerste niet.

'Er zijn vannacht rellen geweest,' verduidelijkte Patrick. 'De schout heeft met moeite het zooitje in bedwang weten te houden.'

'Rellen vanwege de heks?'

Patrick knikte. 'Priester Siméon heeft zijn trouwste volgelingen verteld dat de moeder van die heks er ook eentje moest zijn en dat ze was begonnen haar kunsten aan haar dochter te leren omdat ze er zelf te ziek voor was geworden. En dat ze ziek was geworden dóór het beoefenen van haar duistere kunsten. Toen zijn ze vannacht met fakkels naar het huis van de edelsmid gegaan en hebben ze de hele boel in de fik gestoken, met haar ouders erbij. Ze zijn levend verbrand.'

Maarten moest zijn best doen om zijn glimlach in toom te houden, maar het lukte hem. Die boerenpummel was hem nog beter van pas gekomen dan hij had durven dromen. De vader van de heks was nu niet langer iets waar hij zich druk over hoefde te maken. De vader was een kleine bobbel in het hele proces om de heks veroordeeld te krijgen geweest, maar priester Siméon had deze niet gladgestreken - zoals hij minimaal had gehoopt - maar hij had het volledig weggebrand.

Patrick keek met een frons naar de rookpluim. 'Het is momenteel rustig, maar ik ben bang dat ze die heks straks zelf in de fik willen steken als ze haar zien. We kunnen beter zo snel en stilletjes mogelijk vertrekken.'

'Ach, er zijn ergere dingen dan een groepje volgelingen van het Goede Woord die een heks willen verbranden,' schokschouderde Maarten. Het zou hem een ritje naar de hertog schelen. Hij zou door kunnen gaan naar het volgende dorp en minimaal nog een nachtje in een herberg slapen. Stapstede, het volgende dorp op het programma was op ruim een halve dag rijden naar het oosten en het was nog redelijk vroeg in de ochtend. De zon was nog geen half uur geleden in het westen opgekomen.

'Wij hebben de opdracht gekregen om de heks voor haar rechtszaak aan de hertog over te dragen,' gromde Patrick. Hij keek er zelfs een beetje serieus bij. Of keek hij boos?

Maarten was er niet niet zeker over, maar het interesseerde hem ook bar weinig. Hij zuchtte. Dat werd dus toch vier nachten in de buitenlucht bivakkeren. 'Je hebt gelijk, sergeant. We halen haar snel bij de schout op en vertrekken voordat dit gehucht in de gaten heeft dat ze weg is. Ik betwijfel dat ze fanatiek genoeg zijn om ons achterna te komen. Het zijn simpele zielen, maar niet dom genoeg om een escorte van vier koninklijke soldaten aan te vallen.'

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu