Hoofdstuk 26 - Nachtbrakers

336 27 12
                                    

'En, hoe vond je het zelf gaan?' vroeg Pien. Zij en Floor liepen net de straat uit waar Linette en Joris woonden.

'Ik vond het wel goed gaan. Linette en Joris zijn erg aardig en Kristel is een schatje.'

'Ik kan niet geloven dat ze je suggestie allebei een mooie naam vonden. Ik hoef ook niet te vragen hoe je erop gekomen bent... Kristal... Kristel...' Pien keek Floor kritisch aan, maar ze zag de speelse fonkeling in de ogen van Pien die ze altijd had als ze een plagerige bui had. Floor wist het inmiddels goed te herkennen.

'Ach,' antwoordde Floor onverschillig. 'Zij legden het verband totaal niet. Ze zullen nooit weten hoe toepasselijk die naam voor dat meisje is, of in ieder geval hoe toepasselijk het voor mijn gevoel is. Ik wilde mij nergens mee bemoeien...'

'Maar dat deed je wel.'

'Nietes!' wierp ze tegen. 'Ik stelde het niet eens voor als naam. Ik liet de naam enkel vallen.'

'Je bent een subtiele bemoeial, maar nog steeds een bemoeial.' Pien benadrukte het met een belerend vingertje, maar verstopte haar glimlach net niet goed genoeg.

'Ik dacht dat het de bedoeling was om alle facetten van geboorte en kraamtijd te leren? Ik neem aan dat het suggereren van een naam als de ouders er niet uitkomen ook onderdeel daarvan is?'

'Wat een gedoe met die verdwenen vrouwen, hè?' Pien trok haar mantel nog iets dichter om haar heen alsof ze de koude rillingen van de verdwijningen kreeg.

Floor wist genoeg; Pien had in het verleden zelf ook minstens een of twee keer een naam laten vallen als de nieuwbakken ouders er samen niet uit kwamen, anders was ze niet zo radicaal van onderwerp veranderd. En zeker niet van een onderwerp dat hun veiligheid op straat betrof terwijl ze naast een jonge vrouw met een vorm van straatangst liep. Dat bedacht ze zich schijnbaar pas toen ze het al had gezegd; ze schrok er zelf van. 'Oh, bij de Godin, Floor. Dat was stom van me.'

Floor keek nogmaals over haar schouder, zoals ze al de hele tijd deed en ook op de heenweg had gedaan. 'Het gaat wel,' bekende ze. 'Ik heb jou toch bij me?'

Pien grijnsde, balde haar vuist en zwaaide hem baldadig door de lucht. 'De eerste de beste die het in zijn hoofd haalt om ons lastig te vallen, die krijgt deze jongen vol op zijn neus.' Toen bracht ze haar stem terug tot fluistertoon. 'Ik hoop echter van niet. En ik gebruik liever al helemaal geen jeweetwel midden in een van de grootste steden van het koninkrijk. Teveel potentiële getuigen.'

Weer keek Floor over haar schouder. Ze had bij Linette in huis zich heel fijn gevoeld en genoten van het korte moment dat ze het kindje in haar armen had gehad, maar zodra ze de deur uit gestapt was, had een onbehagelijk gevoel haar bekropen. Ze voelde zich op de heenweg ook al alles behalve op haar gemak, maar nu leek het veel erger. Ze vroeg zich af of het kwam omdat het nu nog donkerder was, voornamelijk omdat de kleine maan inmiddels onder de horizon verdwenen was, maar kon het gevoel niet loslaten dat het iets anders was.

'Heb jij ook een rotgevoel?' vroeg ze Pien op gedempte toon.

Pien leek even verbaasd, maar knikte toen. 'Ik wilde je niet ongerust maken, maar iets zit mij niet lekker...'

'Sinds we op straat lopen,' bevestigde Floor. 'Ik heb hetzelfde. Ik dacht eerst dat het mijn straatangst was. Geloof me, die zorgt ervoor dat het zweet over mijn rug loopt, maar het is nog iets anders. Alsof... alsof...'

'... ik een paar ogen in mijn rug voel.'

'Precies!' sliste Floor. 'Ik merk ook nu pas dat ik instinctief mijn dinges al vanaf dat we buiten staan aan het verstoppen ben.' Toen keek ze weer over haar schouder, maar zag niets.

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu