Hoofdstuk 38 - Lichte Zeden

272 27 21
                                    

Versuft werd Floor langzaam wakker. Ze voelde de brede schouder van Ludo onder haar buik, zijn hand op haar billen en voelde haar handen heen en weer schommelen. Met een kreun voelde ze aan haar keel. Deze voelde nog wat pijnlijk aan, maar in ieder geval leefde ze nog.

Ze hoorde een paar voetstappen, ergens achter haar. De vrouw die bij de kleerkast was geweest moest wel voor hem lopen aangezien ze achterstevoren over de schouder van de man genaamd Ludo hing.

'Als je tegen gaat stribbelen, knijpt Ludo je strot weer dicht,' verzekerde de vrouw haar. 'Gillen heeft in ieder geval geen zin. Omdat een zwerfster door de straten slepen een beetje teveel opvalt, lopen we via het riool naar mijn herenclub, die aangesloten is bij het dievengilde.'

Floor was allang blij dat ze niet via de straat gegaan waren. Ze wist niet zeker of ze haar kalmte zou kunnen bewaren in haar huidige situatie in combinatie met haar straatvrees. 'Ik kan zelf lopen, als dat mag. Ik beloof u dat ik niets zal proberen.'

Een kort moment later stopte Ludo en zette haar neer. Het licht van de spaarzaam geplaatste fakkels gaven zijn gezicht een onheilspellend uiterlijk. Zonder een woord te zeggen keek hij haar aan met een blik die haar duidelijk maakte dat ze inderdaad niets hoefde te proberen. Floor slikte hoorbaar. Toen draaide ze zich om naar zijn baas. 'Mevrouw...'

'Madam! Noem mij madam Boterbloem, jongedame. Niets meer en niets minder,' sprak ze met strenge blik die geen weerwoord duldde. 'Ik heb een redelijk chique herenclub die bezocht wordt door de wat meer welgestelde heren van de stad. En een paar welgestelde dames ook trouwens. Je zult moeten leren om altijd beleefd en vol respect te spreken. Aan dat vreselijke noordelijke accent zul je ook iets moeten doen. Het moet in ieder geval iets minder duidelijk worden. Een licht accent vinden sommige mannen wel... exotisch, maar dat geknauw als een mijnwerker zul je moeten afleren.'

'Maar ik moet het dievengilde spreken,' probeerde Floor nogmaals. 'Het is echt heel belangrijk, madam Boterbloem.'

Meteen voelde ze de vingers van Ludo om haar hals. Hij kneep nog niet, maar ze voelde dat hij daar niet veel moeite voor hoefde te doen. Wat was die kerel sterk!

'Ik wil niets meer horen over in contact komen met het dievengilde, jonge dame. Je bent nu eigendom van het dievengilde. Als je te lastig bent, dan ben ik genoodzaakt om Ludo je te laten verzuipen in het riool. Als je niet in staat bent om je schuld af te kopen door voor mij te werken, dan rest enkel de enige andere straf op het bedelen zonder vergunning; de doodstraf.'

Floor voelde de grip van Ludo iets toenemen, maar nog niet genoeg om haar de adem te ontnemen. Met de weinige beweging die nog mogelijk was met haar hoofd, knikte ze heel voorzichtig. Ze zou iets anders moeten verzinnen.

'Mooi,' antwoordde madam Boterbloem tevreden. 'Ik ben blij dat we elkaar begrijpen. Hier om de hoek is de ondergrondse ingang naar de Gouden Roos.' Met een ferme pas liep ze dieper het riool in.

Ludo liet Floor los en keek haar dreigend aan. Floor lachte schuchter en liep snel achter de madam aan. Ze keek steeds over haar schouder en zag Ludo iedere keer hooguit een pas achter haar lopen. Hij had zijn ogen strak op haar gericht en het was overduidelijk dat hij elke beweging die ze maakte scherp in de gaten hield.

'Hier is het,' zei de madam opeens en stond even plotseling stil. Ze duwde een steen in, die meegaf en een deur die Floor niet eens was opgevallen schoof open. Ze gluurde voorzichtig naar binnen en zag een trap naar boven. De bakstenen glommen door de vochtige omgeving die het riool nu eenmaal was.

'Daarheen, neem ik aan?' vroeg Floor voorzichtig.

'Uiteraard. Of daarheen,' zei madam Boterbloem en wees op het water van het riool.

'Ik ga denk ik toch voor de trap,' glimlachte Floor schaapachtig en stapte door de geheime deur.

'Een uiterst verstandige keuze. Hopelijk de eerste in vele die nog zullen volgen,' sprak Boterbloem met een humorloze grijns. Toen liep ze achter Floor aan, met Ludo in haar kielzog.

Eenmaal boven kwamen ze aan in een hal en liepen ze langs een aantal gesloten deuren. 'Hier slapen alle gastvrouwen,' legde de madam uit. 'Hierboven, op de begane grond, is de ontvangstruimte en de gastenkamers waar alle meisjes de klanten bedienen zijn op de eerste en tweede verdieping. De ruimtes waar de gasten komen zijn uiterst luxe ingericht, maar je zult zien dat de slaapkamers van de gastvrouwen uiterst aangenaam zijn. Ik verwacht van mijn meisjes dat ze schoon en netjes zijn en uitgerust aan het werk gaan. Alcohol nuttigen is alleen toegestaan in het bijzijn van de gasten en met mate, verdovende middelen zijn altijd verboden en stelen van de klanten ook. Als je met name de laatste twee regels overtreed verzuipt Ludo je in het riool.' Ze hield haar gezicht bij Floor en keek haar gemaakt vriendelijk aan. 'Ik ben uiterst streng, doch rechtvaardig. Als je je aan de regels houdt en een goede gastvrouw bent, dan zul je het hier alles behalve slecht vinden. Er zijn meisjes in de stad te vinden die een moord zouden doen om met je te ruilen. Knoop goed in je oren dat het een voorrecht is om voor mij te werken. Alleen de mooiste en netste meisjes neem ik in dienst. Net moet je nog worden, maar dat je leuke smoeltje en je slanke lichaam in de smaak zal vallen bij onze klanten, daar ben ik zeker van.'

Als het vooruitzicht in een luxe bordeel te moeten werken niet zo vreselijk was, had Floor haar woorden nog kunnen opvatten als een compliment. Om de madam niet te beledigen slikte ze een opmerking in en zei slaafs: 'Dank u wel, madam Boterbloem.'

'Goed zo,' sprak ze tevreden. 'Hoe heet je?'

'Floor, madam Boterbloem.'

De vrouw schudde haar hoofd. 'Een boerse naam, dat is een ding dat zeker is. Niet chique genoeg voor mijn clientèle. Vanaf nu heet je,' ze dacht even kort na, 'Floriana.'

'Nou breekt mijn klomp,' mompelde Floor.

'Wat zei je?'

'Ja, madam. Floriana. Ik zal het goed onthouden.'

'Ben je al eens met een man geweest?'

Floor liep rood aan, maar wist dat ze maar beter eerlijk antwoord kon geven, hoe zeer ze dat liever niet deed. Ze vond de vraag vreselijk persoonlijk; een regelrechte inbreuk op haar privacy. 'Nee, madam.'

'Goed, dan kan ik van je eerste klant hier iets bijzonders maken. We kondigen het van te voren aan en geïnteresseerden kunnen op je bieden. Er zijn er genoeg die grof geld betalen voor een ongeplukte bloem.' Ze duwde de deur open. 'Dit is jouw kamer. Ik stuur straks een vrouw langs die je helpt met jezelf schoonmaken. Die lappen die je aanhebt kunnen meteen bij het vuil. Ik zorg meteen voor schone kleding, make-up en sieraden. Als we klaar met je zijn herken je jezelf niet meer. Nergens op gaan zitten, anders moet je dat straks ook nog schoonmaken. Hup, naar binnen jij.'

Beduusd stapte Floor naar binnen en keek om zich heen. In de kamer stond een bed met een bijpassend nachtkastje, een grote kledingkast, twee comfortabel uitziende stoelen aan weerszijde van een tafeltje, een bureau met hierop wat boeken en een kleine wasbak. Aan de muur hing een schilderij van een heuvellandschap met in de verte een hoge witte toren. Floor was er nog nooit geweest, maar de toren leek op de omschrijvingen die ze ooit had gehoord van de Witte Toren in de hoofdstad van Baldavië.

'Oh, en Floriana...,' zei madam Boterbloem terwijl ze de deurklink al in haar handen had, 'ik verwacht dat je tevens onnodig lichaamshaar weg scheert. Ik laat Ludo bij de deur staan voor het geval je het idee krijgt om er stiekem tussenuit te piepen.' Toen sloot ze de deur.

'Hoe ga ik mij hier nu weer uit redden?' vroeg Floor zich hardop af. Ze had geen flauw idee, dus besloot ze het spelletje maar mee te spelen in afwachting op een gelegenheid om de benen te nemen. Ze vroeg zich alleen af of dit nog zou gebeuren voordat Peet en Pien niet meer te redden waren of wanneer ze aan haar eerste klant geveild zou gaan worden.

De Heks van Komschrei (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu