Vijf dagen waren voorbij gegaan sinds ze uit Zonkloof vertrokken waren. Een dag geleden hadden ze de bergen, die een flink deel van het noorden van het koninkrijk Baldavië bestreken, achter hen gelaten en was het landschap veranderd in glooiende groene heuvels vol grasland en akkerbouw.
Pien, die doorgaans de kar bestuurde, had ervoor gekozen via de koningsbaan, de grote weg die alle grote steden met elkaar verbond, naar hun volgende bestemming te reizen. Meestal hield Peet Floor gezelschap in de wagen, maar zat op verzoek van Floor zelf nu op de bok. Floor had aangegeven over een aantal zaken na te willen denken en dit liever alleen wilde doen. Peet had haar wens gerespecteerd en zat nu te kletsen met Pien terwijl de twee werkpaarden Hannibal en Balthazar in gestaag tempo de grote kar over de kinderkopjes voorttrokken. De beestjes liepen in een tempo dat ze met gemak de hele dag konden volhouden en Pien zag geen enkele reden om het tempo te verhogen.
Zo nu en dan werden ze ingehaald of haalden ze zelf een andere wagen in. Hoewel sommige mensen de twee kleurrijk geklede vrouwen totaal negeerden, werden ze ook met enige regelmaat vriendelijk begroet. Toen dit voor de zoveelste maal gebeurde en de man, die zelfs zijn hoed bij wijze van groet kortstondig van zijn kalende hoofd tilde, Floor in de gaten kreeg en ook haar groette, keek ze hem met enige verbazing na.
Het raampje achter de bok schoof open en Pien gluurde naar binnen.
'Doe ik iets niet goed?' wilde Floor weten.
'Nee, het is eerder de verbaasde blik die je op je smoel hebt staan,' antwoordde Pien zonder haar geamuseerdheid onder stoelen of banken te steken. 'Alsof je maar niet kunt geloven dat mensen zo vriendelijk tegen ons zijn.'
Floor lachte een beetje schamel. 'Ik denk dat ik niet had verwacht dat zoveel mensen zo aardig tegen ons doen. Ik dacht dat we voor de meeste mensen een soort van buitenbeentjes waren die met de nek aangekeken werden.'
'Absoluut niet,' verzekerde Pien haar stellig. 'Wij rondreizende vroed- en geneesvrouwen zijn voor veel mensen een welkome verschijning. Vooral in de kleinere dorpen waar geen geneesheer woont is men vaak blij ons te zien. Ons verschijnen scheelt hen vaak een reis naar de dichtstbijzijnde stad waar er wel een geneesheer praktijk houdt en hoewel sommige geneesheren ons als vervelende concurrentie zien, zijn er ook bij die kruiden bij ons kopen of ons opzoeken voor advies. Zelfs een volleerd geneesheer kan niet alles weten over geneeskunde of heeft alle mogelijke ziektebeelden ooit wel eens gezien. Dan is een gesprek aangaan met iemand die vrijwel hetzelfde vak beoefend nog wel eens erg nuttig.'
'Ze moesten eens weten,' giechelde Floor. Haar was flink ingeprent het nooit, maar dan ook nooit over heksen of hekserij te hebben als er andere mensen in de buurt waren. Eigenlijk waren enkel hun overnachtingen in de wildernis de enige momenten waarop het onderwerp veilig ter sprake kon en mocht komen.
'Sommige weten het wel degelijk. Onder de vertrouwelingen zijn ook enkele geneesheren. We hebben je nog niet kunnen laten zien hoe je ze kunt herkennen, zelfs als je ze nooit hebt ontmoet. Bij de Groene Eikenboom kregen we de kans niet, maar dat komt vanzelf wel goed. De volgende keer dat we er eentje tegen komen laten we het je wel zien.'
'Waar gaan we nu eigenlijk heen?' de vraag wilde ze al uren geleden stellen, maar had het niet gedurfd. Floor had nog steeds het idee dat ze een blok aan het been van de twee heksen was.
'Wat is daar aan de hand?' vroeg Peet zich hardop af voordat Pien antwoord op de vraag van Floor kon geven. Ver achter hen hoorde ze geschreeuw.
Floor beende naar de achterkant van de woonwagen en keek door het raampje in de deur naar buiten. In de verte zag ze een man op een paard aan komen rijden die driftig zwaaide naar iets.
Floor probeerde te horen wat hij riep. 'Ik kan het niet goed verstaan, maar volgens mij roept hij naar ons.'
Pien trok aan de teugels en liet Balthazar en Hannibal langzaam stoppen. Toen stonden zowel zij als Peet op en wachtte geduldig totdat de rijder hen bereikt had. Het viel Floor op dat des te dichterbij hij kwam, des te driftiger hij riep en wuifde.
JE LEEST
De Heks van Komschrei (betaversie)
FantasyDe zestienjarige Floriana vind haar leventje wel prima zo; ze helpt haar zieke moeder in het huishouden, heeft leuke vriendinnen en woont in een fijn stadje. Op een dag komt er een priester in de stad die de aanwezige meisjes tussen de twaalf en de...