12. Laten we eens sociaal zijn

3.7K 111 11
                                    

12. Laten we eens sociaal zijn

‘Hé, Rose’ klinkt het als ik de parkeerplaats op loop. Ik draai me om en zie Brendan naar me toe huppelen. Op zo’n schattige mannelijke manier. Mijn gezicht probeer ik zo neutraal mogelijk te houden en voor de verandering zal ik ook eens proberen om vriendelijk tegen hem te zijn. Die jongen heeft het nu al heel hard te verduren gekregen, hij moet nu wel door hebben dat ik niets in hem zie.

‘Brendan’ zeg ik. ‘Wat is er?’ Hij komt naast me lopen.

‘Gaat Arielle naar de bowling?’

‘Arielle?’ vraag ik verbaast. ‘Ik denk van niet, waarom?’

Hij schudt zijn hoofd. ‘Waar Arielle is, is Marcus en ik vind hem niet.’

‘Euh, ik zal háár laten weten dat je hém zoekt.’ Brendan grinnikt.

‘Lief van je!’ zegt hij en hij wiebelt met zijn wenkbrauwen. ‘Ik zie je deze avond.’

Ik knik en hij loopt een andere kant op. Als ik hem bij zijn auto zie doet dat me eraan herinneren dat ik nog geen vervoer heb voor deze avond. Arielle gaat nooit echt naar een sociaal evenement van mijn nieuwe vriendengroep en laat haar nu mijn chauffeur zijn. ‘Hé, Brendan, kun je me deze avond een lift geven?’

Hij stopt en draait zich dan grijnzend om. ‘Natuurlijk. Ik wist wel dat je me ooit nodig ging hebben.’

‘Ja, hoop daar maar niet teveel op!’ roep ik terug voor ik naar Arielles auto loop.

En zoals Brendan daarnet zei, waar Arielle is, is Marcus en die is nu niet bij haar.

‘Waar is Marcus?’ vraag ik als ik mijn tas op de achterbank gooi.

‘Bijles.’ Ik knik.

‘Brendan heeft hem nodig.’

‘Ik zal het hem laten weten.’ Mompelt ze en ze schiet in de lach met Dean. Ik kom bij hen staan en leun tegen haar auto aan. Ze zijn over hun band bezig en hebben een aankomend optreden.

‘Je komt toch kijken hé, Rose?’ vraagt Arielle hoopvol en ik knik.

‘Ik ben al eeuwen op een uitnodiging aan het wachten.’

Ze grinnikt. ‘Ik laat je nog weten wanneer, we zijn in bespreking.’

Ik knik en glimlach.

Gelukkig duurt het niet lang voor ook zij naar huis gaan.

‘Ging je deze avond niet bowlen?’ vraagt Arielle als we op weg naar huis zijn. Ik knik enthousiast.

‘Hebben ze weer de cliché ‘ik ken wel nog mensen’ gebruikt?’

Ik knik weer en kijk haar vragend aan. Arielle snuift en drukt het gaspedaal in. ‘Is daar wat mis mee?’

Ze grinnikt. ‘Niet bepaald mijn soort vrienden.’

‘Zover was ik ondertussen al.’ Antwoord ik zuur en ik draai de andere kant op om naar buiten te kijken. Ik weet niet wat het is maar Arielle gedraagt zich vreemd, of misschien is dit gewoon hoe ze echt is en heeft ze de voorbije twee weken toneel gespeeld. Het komt er gewoon telkens op neer dat ze mijn nieuwe vrienden en mijn interesses niet accepteert en vindt dat zij beter is.

En vriendelijk als ze is zegt ze niets meer en gaan we zwijgend het huis binnen. Misschien, denk ik bij mezelf, trekt Arielle toch meer op Dianna dan ze denkt. Bij Dianna weet ik tenminste wat ik kan verwachten, misschien is Arielle een ergere soort.

Arielle huppelt direct met twee treden tegelijk de trap op en sluit haar kamerdeur. Ik zet mijn tas tegen de trap en loop dan door naar de keuken waar ik mijn moeder al bezig hoor met het avondeten.

De liefde van mijn nieuw levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu