39. Verleden

2.1K 105 19
                                    

39. Verleden

Eenmaal ik me in de zetel kan nestelen, met uitzicht op de verlichte luchthaven van Miami, valt de drukte van mijn schouders af. Brendan ploft naast me neer en de zachte geur van net aangebrachte deodorant komt me tegemoet. Onze ogen kruisen even snel en een kleine glimlach kan ik niet onderdrukken.

Naast Brendan zie ik mijn moeder en Gerald naast elkaar plaatsnemen. Ik weet niet hoe maar ergens door Brendan's achternaam hebben we een verandering kunnen brengen in de normaal verplichte zetels zodat we nu naast elkaar kunnen zitten.

De stewardess loopt ons eens voorbij en grijnst flirterig, een jaloers gevoel ontstaat als ik Brendan zie reageren.

Hij is ook maar een jongen, houd ik mezelf voor, maar zelfs deze kleine, irritante emotie kan mijn goed humeur niet verhelpen.

Enkele dagen geen Miami, geen stralende zon maar vooral geen stalkers meer. Gewoon een stad met allemaal bekende wegen en personen, gebouwen en parken.

'Je lijkt echt gelukkig' zegt Brendan en ik ruk mijn blik van de luchthaven af.

'Ik zie mijn vrienden, mijn familie, mijn oude school na twee maanden terug.'

'Twee maanden is helemaal nog zo lang niet' merkt hij op.

Ik houd zijn blik even vast. 'Door de omstandigheden lijkt het wel zo.'

Brendan slikt, maar zegt niets meer.

Pas als alle passagiers aan boord zijn, het vliegtuig in orde is en we net opgestegen zijn zegt hij terug wat tegen me. 'Laten we iets afspreken'

'Hm, wat dan ?'

'Geen vragen' ik vernauw mijn ogen bij 'vragen'. 'over wat ik in Miami doe.'

Het blijft even stil tussen ons terwijl ik de voor en de tegens hiervan overloop. Hoewel ik antwoorden wil, op al mijn vragen, klinkt het ook verleidelijk om het even te vergeten. Nu we er echt weg zijn, kunnen we niet meer door hen gevolgd worden.

'Goed' zeg ik dus, 'geen vragen. Alleen maar plezier.'

'Alleen maar ons.' reageert hij en ik grijns.

'Alleen maar ons.'

We vallen allebei terug in slaap totdat ik gewekt wordt door de stewardess. Glimlachend open ik mijn ogen om nog een laatste glimp van de opgaande zon op te vangen. We dalen vlot en voor ik het goed en wel besef komt Denver onder ons tevoorschijn. Brendan volgt mijn blik.

'Het is groot.'

'Nogal.'

Het vliegtuig landt uiteindelijk en we lopen vlot de gates uit, de frisse lucht in.

'Mam' zeg ik, 'laat mij met de metro gaan.'

Ze fronst.

'Alsjeblieft, gewoon de vertrouwde metro.'

Ze lacht. 'Je bent een vreemde vogel hoor, wij nemen je tassen wel mee.'

Ik geef haar een kus en volg dan enkele toeristen die ook de metro lijken te nemen.

'Wie wil er nu met de metro' zegt Brendan en hij verstrengelt zijn vingers met die van mij, 'als je een auto tot je beschikking hebt.'

'Stadsmensen natuurlijk.'

'Miami is ook een stad' merkt hij op.

'Maar aangenamer om boven te grond rond te lopen.'

'Misschien wel.'

Ik glimlach en loop door de molen, blij dat mijn normaal jaarabonnement nog steeds werkt. Brendan heeft die van mijn moeder gekregen.

Hij haalt onmiddellijk zijn telefoon tevoorschijn als mijn lange haren opwaaien door de aankomende metrotrein.

De liefde van mijn nieuw levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu