27. Crisissituatie

3.1K 112 14
                                    

27. Crisissituatie

De spanning tussen Brendan en ik loopt de volgende dag hoog op. Iedereen merkt het, we zeggen geen woord tegen elkaar, maar negeren elkaar ook niet. Als ik al had gehoopt om dingen te vergeten en te kunnen slapen dan kon ik ze op mijn buik schrijven. Van slapen is niets ik huis gekomen, een woelige nacht echter wel. 
Het enige dat mijn ergernis wat kon verlichten is Brendans gezicht. Hij ziet er even moe uit de volgende ochtend en ik kan het niet helpen om even grijnzen, hij schenkt me een vuile blik maar zegt niets.

Onze discussie, of ruzie of gesprek, geen idee hoe ik het precies moet noemen, kwam tot een abrupt einde toen Laurena tevoorschijn kwam. Ze schonk ons een teleurgestelde blik, maar toen kon ik me er niet veel van aantrekken. Uiteindelijk heb ik Brendans nieuwe telefoon mee naar huis gekomen en hem duidelijk gemaakt dat ik vandaag antwoorden wil, zo niet kan mijn eigen veiligheid me niets meer schelen en sta ik donderdagavond in de bowling. 

Als de lesuren gedaan zijn zorg ik ervoor dat ik weet waar ik Brendan kan vinden. 
'Brendan' zeg ik, hij loopt bij een hele groep jongens die ik niet zo goed ken, 'ik wil nog wat zeggen over dat groepswerk.' 
Brendan kijkt geïrriteerd, 'We gaan nu niet, Rose. Dat heb ik je al gezegd, dit weekend gaan we naar de stad. Ik heb nu trouwens ook geen tijd.' 
'Dat zie ik' antwoord ik snuivend en ik vraag me af wanneer ons groepswerk onze dekmantel is geworden, ik vind overigens dat we best goed acteren, 'maar daar gaat het niet over.' 
Hij zucht en excuseert zich dan bij de jongens die ons wel heel geamuseerd aankijken. De groep loopt door en we blijven alleen op de kleine koer tussen de gebouwen achter. Allebei kijken we of er nog iemand te bekennen is, pas als we het zeker zijn draaien we ons terug naar elkaar om. 
'Laten we ergens anders afspreken, waar niemand ons kent.' zeg ik en Brendan zucht, hij kijkt me met een gekwelde blik aan. 
'Ik blijf erbij dat ik het je niet zou moeten vertellen.' 
Ik knars met mijn tanden en sla onverwacht in zijn gezicht. 
'Waar is dat nu weer voor nodig?' vraagt hij met zijn hand op zijn wang. 
'Je zult het me vertellen.'
Hij zucht. ‘Ken je Peacock Park?’
Ik knik, ik heb er wel eens van gehoord.
‘Deze namiddag om drie uur aan ‘the wedding tree’. Je kunt er niet naast kijken, de boom is gigantisch. Iedereen kent het ook wel.’
Ik knik en loop dan langs hem heen.

Pas tijdens het middageten dringt tot me door dat ik deze namiddag antwoorden op mijn vragen zal hebben. Ik hoop dat de onrust dat nu al twee weken in me woedt eindelijk kan stoppen. Ik heb nood aan een simpel leven, waarin mijn ergste probleem een klagende moeder is. Dat mijn vriendje naar andere meisje kijkt en ik er stikjaloers op word en dat ik dronken word op een fuif.
Mijn moeder lijkt mijn onrust op te merken en vraagt me wat er scheelt.
‘Ik moet nog ergens heen met Brendan voor ons groepswerk’ deel ik haar mee ‘maar we hebben een klein meningsverschil.’
Ze knikt en ik help haar met de spullen in de vaatwas te steken. ‘Zal ik zorgen voor een lekker dessert deze avond?’
‘O, dat zou lief van je zijn.’ Antwoord ik vrolijk en ze glimlacht. De vaatwas wordt in gang gestoken en ik verdwijn uit de keuken. Dianna zit zoals gewoonlijk op haar kamer, Gerald is nog steeds aan het werk en Arielle hangt waarschijnlijk weer ergens met Marcus rond. Deze dag lijkt al bij al heel erg gewoontjes, maar voor mij voelt het niet zo aan. Ik ben opgewonden en dan eigenlijk niet alleen om de antwoorden te weten te komen.
Ik ben opgewonden over alles wat zich nu in mijn leven afspeelt. Mijn relatie is vast een van de ingewikkeldste dat er bestaan heeft, ik had geen idee dat ik me ooit zo kon voelen. Het vreemdste is wel nog dat Brendan een heel ander persoon lijkt en dat ik hem alleen maar liever blijk te hebben. Ondanks al de discussies en onbeantwoorde vragen. Het irriteert me mateloos en toch kan ik de kriebels in mijn onderbuik niet wegstoppen telkens ik aan hem denk. Ik vraag me af of hij er hetzelfde over denkt. Hij lijkt me van zich weg te duwen met zijn ‘het is niet veilig’, maar tegelijkertijd ben ik harder tot hem aangetrokken. Alsof dit mysterie, hoe ziek ik er ook van kom, me aantrekt. Het lijkt wel of ik het leuk vind om ermee bezig te zijn.

De liefde van mijn nieuw levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu