35. Moeilijke periode

2.9K 104 19
                                    

35. Moeilijke periode + liedje als extra 

Het lijkt van kwaad naar erger te gaan. Ik wil vechten, ik wil moeite blijven doen maar ik krijg het gevoel dat het allemaal van mijn kant komt. Alsof Brendan de moeite niet meer doet, en ik weet dat het komt door de situatie waarin we ons bevinden, maar toch ligt het opgeven binnen handbereik. 
Ik haal mijn handen verslagen door mijn haren als hij weer maar eens van me wegloopt. Arielle komt naast me staan. 
'Wat is er aan de hand?' vraagt ze bezorgd en ik zucht. 
'Ik heb geen idee' begin ik, 'maar we zien elkaar al een hele week niet.' In mijn ooghoeken zie ik haar gezicht vertrekken en dus draai ik me naar haar om. 'Het komt wel goed, maak je niet druk. Laten we gaan.' 
Ze zegt niets, maar knikt een keer.

Doordat Brendan me al heel de week afwimpelt heb ik thuis veel tijd doorgebracht. Even leek het weer een gewoon, normaal tienerleven maar de kleine briefjes bleven. Ze vertelden me niet veel, maar het is maar al te duidelijk dat ze mij onder controle willen houden en dat ze weten waar ik ben. Ergens begrijp ik Brendans bezorgdheid wel, het is nergens veilig en wie ze ook zijn, ze zijn overal. 
Hoofdpijn lijkt mijn nieuwe vriend te zijn, ik kan nog steeds geen touw aan de situatie vastknopen maar ik moet doorgaan. Alleen wil ik Brendan nu bij me, hij kan me misschien niets vertellen, maar hij weet wat ik meemaak. Hier thuis lijken ze allemaal een perfect leven te leiden. Ik zet een masker op en speel het allemaal mee, maar vanbinnen ga ik kapot. Het lijkt nooit te stoppen, mijn hart bijft maar in mijn keel kloppen. De persoon die de briefjes achterlaat kan me evengoed aan het bespioneren zijn. 
Ik ben al opgelucht dat de badkamer geen raam heeft, anders zou ik nooit meer een douche durven nemen. Alle deuren gaan meteen op slot als ik thuis kom, en volgens mij begint mijn moeder het door te hebben. Arielle trouwens ook. 
Toch kan ik me niet bezig houden met het verzinnen van een smoes hiervoor, de deur niet op slot draaien kan ik me niet veroorloven. Dan moet het maar een halve waarheid zijn, of een nieuwe gewoonte dat ik mezelf wil aanleren.

Zuchtend loop ik de keuken in en gris een appel uit de mand. De zon schijnt nog steeds volop en het frisse zwembadwater lokt me, maar de angst dat er misschien iemand in de tuin staat of bij de buren, houdt me tegen. Uiteindelijk wend ik mijn blik af en kijk naar de woonkamer, waar meestal weinig bedrijvigheid terug te vinden is. De temperatuur wordt steeds warmer en we zijn dan ook meer en meer buiten terug te vinden. Behalve ikzelf natuurlijk, meestal houd ik me bezig op mijn kamer. Met alle ramen en gordijnen dicht. 
Ik grom en leg mijn hoofd in mijn nek. Het lukt me gewoon niet meer om me te ontspannen, overal lijkt er wel iemand op de loer. Ik kan niets doen zonder dat het opgemerkt wordt. En als het dan iets 'veiligs' is, dan ziet Arielle het wel. Of mijn moeder, meestal allebei. 
Ik sta op en smijt mijn half opgegeten appel de vuilbak in, nog een hap nemen lukt me niet. Het irriteert me mateloos dat mijn leven, geen leven meer is. Ik wil het terug, alleen weet ik niet hoe. De enige persoon die me daarbij kan helpen, is Brendan en zelfs hij lijkt me niet meer te willen zien. God weet waarom.

Zoals gewoonlijk trek ik me dus terug op mijn kamer en sluit alle gordijnen, ramen en deuren. De muziek draai ik op z'n hardst, maar algauw zet ik een ander genre op. De lyrics gaan allemaal over liefde en ze lijken mijn situatie wel heel erg goed te beschrijven. 
Het verbaast zelfs mij als ik uiteindelijk aan mijn huiswerk begin, maar het lijkt het enige nuttige om nu te doen. Mijn gedachten zwijgen even en het heeft dan toch een positief resultaat.

'Dianna!' hoor ik Arielle roepen als ik naar de woonkamer loop. 'stop met je stomme gedrag. Ik kan er niet meer tegen.' 
'Moet jij zonodig zeggen.' Kaatst ze terug. 
Arielle stoot een geërgerd geluidje uit. 
'Meisjes.' Hoor ik mijn moeder zeggen, maar als er een ruzie tussen die twee is, is Gerald de enige die het kan oplossen. 
'Wat is dat weer voor kabaal' hoor ik hem naast me roepen en geschrokken deins ik opzij. Hij kijkt me verontschuldigend aan maar loopt dan de keuken in. Als ik achter hem aan loop zie ik ze alle twee koppig tegenover elkaar aan de eettafel zitten. Het zijn net twee koppige peuters, de blik op hun gezichten zegt me genoeg. Ieder moment kunnen ze met eten naar elkaar beginnen gooien. Arielle's blik kruist die van mij, maar ik zeg niets en ga neerzitten. Dianna kijkt me vernietigend aan. 
'Luister goed, jullie twee' begint Gerald met een kalme, maar krachtige stem. Mijn moeder zegt ook niets maar zet de pannen op tafel. 'het moet maar eens gedaan zijn. Jullie zakgeld wordt verminderd totdat jullie je terug volwassen kunnen gedragen.' 
'Pap' kreunt Dianna, ze lijkt in tranen te kunnen uitbarsten. 
'Oei' zegt Arielle spottend, 'daar kan verwende Dianna niet tegen.' 
'Kappen, Arielle.' 
Arielle sluit haar mond, maar de triomfantelijke blik in haar ogen doet genoeg. 
'Je bent een trut!' sist Dianna, dan kijkt ze haar vader terug aan. 'Pap, dat kun je niet doen.'
'Dat kan ik wel.' Reageert hij doodleuk en ik onderdruk mijn grijns. Diannas stoel schuift over de grond. 
'Zitten en verder eten.'sist Gerald geërriteerd en met een gezicht tot op de grond doet Dianna wat er van haar gevraagd is geweest. 
We eten verder in een onaangename stilte. Niemand lijkt wat te willen vertellen. 
'Rose' zegt mijn moeder plots, ze is de aller eerste die de stilte doorbreekt. 'waarom sluit je alle deuren zo plots?' 
'Ja!' stoot Dianna onverwacht uit, 'het is zo irritant.' 
Iedereen kijkt me aan en ik slik. 'Ik vind het onveilig om de deuren niet te sluiten.' 
'Daar had je vroeger geen probleem mee.' Mijn moeder kijkt me ongelovig aan. 
Ik haal mijn schouders op. 'Ik heb gehoord dat er in Denver heel wat, euh, inbraken zijn.' 
'Kom op' roept Dianna. 
'Dianna, jij houdt beter je mond.' Ik kijk naar Gerald en zie hem een hap in zijn mond steken. Het verbaast me steeds hoeveel gezag hij heeft. In zijn bedrijf maar ook thuis. In Denver was hij steeds zo ... vaderlijk. Hij was grappig en vriendelijk, ging met ons mee op uitstappen in gewoonlijke dagelijkse kleren. Hier heeft hij een echte status. 
Plotseling laat ik mijn ogen over zijn uiterlijk glijden. Voor een man in de veertig ziet hij er helemaal niet slecht uit, bovendien trekt hij erg goed op zijn beide dochters. Ook hij heeft een donkere huidskleur door de eeuwige zon. Zijn haren hebben dezelfde donkere kleur als die van Arielle, maar zijn ogen hebben dan weer de helder, blauwe kleur van Dianna. Er valt niet te twijfelen aan hun bloedverwantschap. 
'Denver?' vraagt mijn moeder verbaast. 'Heb je nog contact met hen?' 
'Hen' stoot ik uit, 'ik had daar vrienden. Die laat ik niet zomaar stikken.' We houden elkaars blik even vast en ik weet dat mijn verleden terug bovenkomt. Bij mij, maar ook bij haar. Ik voel het diep in me borrelen, hier mag alles wel anders zijn en ik mag dan ook wel veranderd zijn. Je kunt nog steeds je verleden niet wegstoppen, het zal altijd deel uitmaken van wie je nu bent.
'Je hoeft niet zo te reageren.' zegt mijn moeder en ik tuit mijn lippen. Ik ben me maar al te bewust van de nieuwsgierige blikken die op ons gericht zijn.
Ik besluit om te zwijgen en eet verder. Dianna snuift eens, maar uiteindelijk gaat niemand er verder op in.

Zaterdagochtend slaap ik lang uit, neem een uitgebreid ontbijt en vertrek dan tegen vier uur naar Brendan. Als ik daar aankom merk ik algauw dat hij weer niet thuis is, maar dat zag ik wel aankomen. 
Laurena opent vriendelijk de deur en neemt me mee naar de veranda.
'Heb jij enig idee waar hij uithangt?' vraag ik aan haar, hopend dat zij me iets meer kan vertellen. 
Spijtig genoeg haalt ze haar schouders op. 'Ik heb het nooit geweten' ze fronst, 'maar nu is hij wel erg veel en erg lang weg.'
Ik vernauw mijn ogen even. Waar is hij mee bezig? Zijn rib mag dan vrijwel niets van problemen meer veroorzaken, maar ik heb zo het gevoel dat hij nog meer problemen aan het zoeken is. Ik knars met mijn tanden en krijg een plateau van Laurena aangeboden. Er staat een warme kop thee op met duidelijk zelfgemaakte koekjes. Ik glimlach dankbaar en neem de plateau van haar over. 
'Dankjewel.' Ze glimlacht vriendelijk naar me en verdwijnt dan weer de keuken in.
Het duurt ettelijke uren voordat Brendan eindelijk thuis komt. Ondertussen ken ik het reilen en zeilen hier goed. Mijn avondmaal heb ik zelfs met het personeel genuttigd en ze hebben me allerlei verhaaltjes vertelt. 
Ze zijn best aangenaam en ik heb me dan ook kostelijk geamuseerd. Alleen bleef ik maar op Brendans thuiskomst hopen.
Het personeel keert uiteindelijk terug naar de keuken en ik glimlach naar hen. Ik draai me om en kijk door de grote ramen naar de tuin, waar het steeds donkerder wordt. De zon begint te zakken maar werpt nog steeds zijn warme stralen op Miami. Het weerkaatst op iets in de verte en ik knijp mijn ogen dicht.
‘Rose?’ hoor ik plots en ik opgelucht draai ik me om.
‘Je bent eindelijk thuis.’ Merk ik op.
Hij zegt niets maar loopt door naar de keuken, waarna hij met een plateau met zijn avondeten op terugkomt. Ik volg hem met mijn ogen en het valt me op dat hij er moe uitziet.
‘Je bent toch niet iedere avond zo laat thuis?’ vraag ik.
‘Vroeg bedoel je.’ Mompelt hij als antwoord en ik kijk hem vragend aan, zoals verwacht gaat hij er niet verder op en begint als een gulzige te eten. Even laat ik hem eten, mijn ongerustheid groeit nog meer. Waar is hij mee bezig?
Als zijn bord uit is kijkt hij me terug aan. ‘Wat doe je hier?’ vraagt hij en ik kan het niet helpen me beledigd te voelen. Ik vernauw mijn ogen en knars weer maar eens geërriteerd met mijn tanden. Hij trekt zijn wenkbrauwen op.
‘Ik weet het niet’ zeg ik, ‘misschien had ik een vriendje.’
Hij knippert met zijn ogen en zucht dan. ‘Sorry’ zegt hij, maar in mijn oren klinkt het niet overtuigend genoeg.
‘Waarvoor?’ vraag ik, ‘de vriendelijke vraag van daarnet? Dat je me al heel de week ontwijkt of het feit dat je me nog steeds niets verteld hebt.’
‘Je weet dat ik je niets kan vertellen.’
Ik kreun en leg mijn hoofd in mijn nek. ‘Klopt, maar waar ben je dan heel de week? Blijkbaar kun je me dat ook niet vertellen.’
Hij kijkt me gepijnigd aan en ik schud mijn hoofd. ‘Ik wil het vertellen, maar ik kan het niet.’
‘Plots kán je niet? Je bent een zak.’ Zeg ik en dan sta ik op. Mijn bloed kookt en mijn ogen branden, waarom is het allemaal zo ingewikkeld. Waarom komen ze zo achter ons aan? Of is het hém alleen?
‘Loop niet weg’ hoor ik hem achter me zeggen, maar ik loop stug door. Pas in de grote hal verschijnt hij voor me. ‘alsjeblieft.’
Ik stop met lopen en kijk hem kwaad aan. ‘Ik weet dat het niet jou fout is en toch is het allemaal jou fout.’
Hij fronst. ‘Blijf nog even.’
‘Waarom ontwijk je mijn vragen?’
‘Omdat ik ze niet kan beantwoorden.’ Stoot hij geërgerd uit.
‘Zo kan het niet doorgaan, Brendan. Dat weet je toch.’
Hij kijkt me gewoon enkele tellen aan. Ik laat mijn schild zakken en druk me tegen hem aan. ‘Ik heb je gemist.’ Fluister ik dan.
‘Ik jou ook.’
‘Ik was bang.’ Geef ik dan toe.
Ik voel hem onder me slikken. ‘Ik ook.’

--

Vote & comment? (: (: 

Geen datum op de volgende upload :( 

 Liedje als extra! Ik vond het wel passen bij de situatie! (: 

De liefde van mijn nieuw levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu