28. Wakker worden

3K 98 7
                                    

28. Wakker worden

Laurena had gelijk, als ik even na negen de deur open staan er twee plateaus op de grond. Ik glimlach, ook al kan ze dat niet zien. Zo stil mogelijk probeer ik de deur te sluiten en zet dan de plateaus op het bureau. Ik steek een druif in mijn mond en net op dat moment hoor ik een kreun uit Brendans mond ontsnappen.
Snel draai ik me om en loop naar hem toe. Hij heeft de hele nacht in dezelfde houding gelegen en probeert zich nu om te draaien, alleen lijkt het onmogelijk. Van pijn schieten zijn ogen open en kijkt hij wazig in de ruimte, hij sluit ze weer en laat zich terug op het bed neervallen.
'Brendan?' fluister ik vragend en ik kniel naast het bed neer, ik ben te bang om het bed aan te raken en hem dan pijn te doen. Hij stoot een geluidje uit als antwoord en probeert zijn ogen weer te openen. Alleen lukt het maar met één oog, de ander is zo opgezwollen dat je het onmogelijk open krijgt. Zijn ene oog kijkt door de ruimte en ik zie hoe hij me even aan kijkt.
'Het spijt me.' zeg ik als ik hem zo zie, 'ik had naar je moeten luisteren. Ik voel me zo dom. Dit zou nooit gebeurd zijn.'
'Neen' komt er rauw uit zijn mond, 'dit is niet jou fout.' gaat hij stotterend en happerig verder.
'Wacht even' fluister ik zacht, 'ik haal wat water.'
Hij knikt en ik snel naar de plateau. Laurena heeft duidelijk aan water gedacht, ik neem het flesje en loop terug naar Brendan toe. Dan help ik hem bij het drinken.
Hoewel hij nu nog blauwer en nog meer opgezwollen is dan gisteren, zie je nu ook welke verwondingen hij heeft. Het zijn meer blauwe plekken en kneuzingen dan echte, ernstige wonden. Het doet zeer, maar het zal ook snel genezen. Het ernstigste is zijn rib, dat is gekneusd en dus bij iedere beweging dat hij probeert te maken voelt hij de pijnscheut erdoor trekken.
Als Brendan een krampachtige beweging met zijn hand maakt, weet ik dat hij genoeg water heeft. Ik haal het flesje van zij mond weg en zet het op de grond. Hij slikt met moeite en probeert me dan terug aan te kijken.
'Moet je niet naar school?' fluistert hij, volgens mij omdat gewoon praten niet lukt. Ik glimlach en schud mijn hoofd.
'En jij zou thuis mogen blijven? Ik dacht het niet. Als er school te missen valt, ben ik erbij.'
Hij wil grinniken, ik zie het, maar het lukt niet. Zijn gezicht vertrekt van pijn.
'Sorry!' stoot ik uit, 'ik zou niet zo grappig mogen zijn.'
Maar dat lijkt niet te helpen, dus sta ik op en ga met mijn rug naar hem toe staan.
'Rose?' hoor ik hem na een tijdje zeggen en ik draai me terug om. Hij kijkt me met een geamuseerde blik aan.
'Alles terug goed?' vraag ik en hij knikt lichtjes. 'Ik voeder je wel even.' mompel ik en de kleine lach om zijn mond vergroot.

Het is geweldig om Brendan beter te zien worden. Hij moet reuze honger gehad hebben want ook de helft van het eten dat normaal voor mij voorzien is, eet hij op. Hij krijgt wat meer kleur op zijn gezicht. Het is grotendeels rood en blauw, maar de plekken op zijn gezicht die nog zijn normale huidskleur hebben zijn niet meer zo bleek. Ook zijn ogen worden scherper.
'Dank je.' zegt hij en ik sta op.
'Ik breng de plateaus even terug.'
'Weet je wel waar dat is?' vraagt hij, een grijns terug op zijn gezicht.
De kriebels in mijn buik zijn terug, hij is terug. Het slapen en het voedsel moeten hem goed gedaan hebben.
'Wel' geef ik aarzelend toe, 'neen.'
'De eerste deur in de veranda.' zegt hij en ik glimlach dankbaar. Hij fluistert niet meer, maar praat ook niet echt. Het is meer iets tussenin.
Ik knijp nog eens in zijn hand voor ik zijn kamer verlaat en het grote landhuis terug door loop. De weg naar de keuken lijkt wel tien minuten te duren. Ik loop terug langs het grote raam en kijk naar de tuin. Deze keer zijn er tuinmannen aan het werk.

De veranda is leeg zonder de gedekte tafel of zonder de aanwezigheid van een ander, aangenaam persoon. Ik zie twee deuren en neem zoals Brendan zei, de eerste deur.
De keuken is gigantisch. Het lijkt wel zo'n keuken in openbare gebouwen, voor een school of een restaurant. Alleen is hier niemand aanwezig, ik loop dus door de keuken, op zoek naar een vrije plaats waar ik de plateaus kan zetten.
Ergens in het midden van de keuken zie ik een stuk zonder spullen of etenswaren. Ik zet de plateaus erop neer en hoor dan het geroezemoes dat van de andere kant komt.
Als ik het hoekje om kijk, zie ik een aantal mensen in wit uniform bij een deur praten. Het lijkt eerder roddelen, ze buigen zich naar elkaar toe en maken kleine gebaren. Ik heb het mensen genoeg zien doen om het te weten.
Plots beginnen ze allemaal te lachen en word ik gestoord door een geluid in de keuken. Ik draai me terug om en zie Laurena fronsend staan.
'Camy!' roept ze en in een mum van tijd loopt de stoet mensen langs me heen de keuken in. Ze staren me allemaal verbaast aan en ik kijk even verbaast terug.
'Rose?' vraagt Laurena en ze loopt naar me toe. Het keukenpersoneel gaat terug aan de slag, maar niet zonder stiekeme blikken op mij te werpen of om naar de anderen een vragend gezicht te trekken.
'Ik kom de plateaus terugbrengen.' verklaar ik. Laurena knikt en loodst me dan, onder de starende blikken, de keuken mee uit.
'Let niet op hen' zegt ze als ze mijn verbaast gezicht ziet, 'het zijn roddelaars. Altijd geweest.'
Ik knik en we staan even in stilte.
'Gaat het al wat beter?' vraagt ze dan en ik knik.
'Ja, bedankt voor het ontbijt. Het geeft hem wat meer kracht.'
'Vitaminen zijn altijd goed.' Deelt ze me mee en ik glimlach.
'Ik kom even mee, dan kan ik kijken of er nog verzorging nodig is.'
'De wonden zijn niet dodelijke ernstig, hé?'
Laurena lacht en legt haar hand op mijn onderrug. 'Neen, wees maar niet bezorgd. Hij heeft veel bloeduitstortingen en enkele kneuzingen, waarvan zijn rib het meeste zeer doet maar hij komt er wel door.' Ze zwijgt even. 'Niets wat hij nog niet heeft meegemaakt.'
Ik wil wat zeggen, maar haar openbaring schokt me. Heeft hij dit al meegemaakt? Reageert hij er daarom zo rustig op en is hij niet zoals verwacht, in alle staten?

De liefde van mijn nieuw levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu