Hoofdstuk 13

3.2K 169 7
                                    

A/N: Hierboven zie je Maddy nog eens.
- - - - - - -

Ik had erover gelezen een paar jaar geleden. Maddy's ogen gaven licht. Het waren twee helderblauwe stipjes die fonkelden in de duisternis. Dit betekende dat ze in het donker kon kijken - een soort van nachtzicht zeg maar.

Dit betekende dat ze dus tot een speciale soort demonen behoorde, maar op het moment was ik vergeten welke.

Ik herinnerde me wel dat ik het kistje had, daar zou vast haar soort in staan!

‘Kom mee,’ fluisterde Maddy terwijl ze wuifde. Opgelucht volgde ik haar door de deuropening. Net toen ik een stap erdoor zette werd mijn haar vastgegrepen.

‘AU!’ krijste ik vol van pijn. Ik greep ook mijn haar vast en voelde de ijskoude hand van de jongen. Wanhopig kneep ik in zijn vingers en hij liet los.

‘Laat me niet achter, alsjeblieft! Je beseft niet wat ze met me zullen doen!’ hijgde hij recht achter me - maar toen ik me omdraaide was er niemand te zien in de duisternis.

‘Het spijt me,’ zei Maddy oprecht waarna ze de deur met een klap dicht gooide en het slot erop draaide.

‘Waarom deed je dat! We hadden hem kunnen meenemen!’ viel ik naar het meisje uit. Ze beet op haar lip, haar ogen gaven nog steeds licht doordat het hier donker was.

‘Ik kan beter vragen waarom jíj dat deed!’ kaatste ze terug naar me. Ze keek me woedend aan, maar ik wist dat ze gelijk had. Ik was inmiddels weer mezelf. Daarnet kon ik mezelf niet onder controle krijgen. Was het raar om bang te worden van jezelf?

‘Eerlijk gezegd, weet ik niet waarom ik die deur opende,’ biechtte ik op. ‘Ik hoorde gekrab tegen de deur en ik moest gewoon weten wat er daar zat!’

‘Je had wel dood kunnen gaan! Wat als je een hele andere demon tegenkwam! Weet je wel hoe gevaarlijk dit schi-’

Haar stem haperde toen ze besefte dat ze te veel had gezegd. Ze beet weer op haar lip en staarde naar de duisternis naast mijn schouder.

‘Dus er zijn er meer? Demons, bedoel ik. Dit schip zit dus vol met van die opgesloten demonen. Wij drieën zijn de enige die vrij rond lopen - daarom dat ik niemand anders heb gezien dan jou, je broer en die stomme Ethan die steeds verdwijnt als ik hem nodig heb!’

Ik bracht mijn handen naar mijn hoofd en stapte rond in de duisternis. ‘Waarom konden jullie me niet gewoon de waarheid zeggen! Ik vertrouwde jou en je broer.’

Ik zag hoe Maddy's ogen vernauwden tot spleetjes. Ze dacht waarschijnlijk dat ik een uitval zou krijgen, maar dit keer besloot ik dat niet te laten gebeuren.

Ik ademde diep in en uit en lachte naar mijn vriendin.

‘Geen zorgen, ik ben niet kwaad - ik ben niet kwaad,’ hijgde ik. Naast me hoorde ik het gekrab weer tegen de deur en ik werd er gek van. Hoe deed die jongen dat toch steeds? Kon hij niet even ophouden!

Met een vaart rende maddy plotseling weg en verdween in de duisternis. Ik krijste haar achterna, maar ze kwam niet terug.

Heftig hijgend zakte ik tegen de deur van de jongen en voelde de rillingen van het gekrab door mijn rug gaan. Mijn handen zaten nog steeds verwikkeld in mijn haar en alsof het hielp kneep ik mijn ogen stijf dicht.

Ik wilde niet, ik zou niet, ik kon niet - veranderen...

Plotseling kwam Maddy weer aangerend, dit keer met de kapitein naast zich.

‘Dit is van Freddie,' fluisterde ze luid genoeg zodat ik het kon horen over mijn hevige geadem heen. Ze hield me een klein glazen flesje voor.

Wat was het? Waarom had Freddie dat aan Maddy gegeven?

‘Alsjeblieft, Victoria, neem het,’ raadde ze me aan terwijl ze het me overhandigde. Net voordat ik het aannam haalde ze de kurken dop eraf. ‘Drink op,' zei ze.

Ik zette het kleine flesje aan mijn lippen en voelde de ijskoude vloeistof naar binnen stromen. Het was geen aangenaam gevoel, hoewel het wel lekker smaakte.

Maddy nam het flesje weer aan en ze keken allebei op me neer.

‘Wat gebeurt er?’ hoorde ik een stem vanachter de deur zeggen.

Ik voelde me licht in mijn hoofd worden en mijn zicht werd weer wazig, alleen dit keer niet omdat ik een aanval kreeg. Het voelde alsof de vloer onder me verdween en ik zakte dieper tegen de deur aan. De hele wereld draaide en de stemmen van Maddy, de kapitein en de jongen achter de deur wervelden om me heen als een draaikolk.

Het enige wat ik nog zag in de heftige warboel waren Maddy's felblauwe ogen, als twee dwaallichtjes die me wilden leiden. Ik kon me niet meer bewegen en nog voor ik het kon beseffen vielen mijn ogen ook dicht om me alleen te laten in een complete eenzame duisternis.

- - - - -

Sorry voor het kortere hoofdstuk. Ik had verder kunnen schrijven, maar ik ben echt verveeld en lui vandaag xp

Misschien dat ik nog eentje upload vanavond :)

Bye-byez

Demons KissWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu