Hoofdstuk 22

2.5K 133 19
                                    

A/N: Boven zie je Timothy!

- - - - - -

Hoe verder ik het bos in wandelde, hoe dichter ik de rode ogen kon zien. Ik was op nog geen tien meter afstand of mijn ogen wenden aan het donker. Daardoor zag ik wat er hier gebeurd was, of gebeurd zou kunnen zijn.

Het waren geen ogen geweest, maar grote vlekken bloed die kleefden op een boomstam. Ik wandelde er behoedzaam verder op af en voelde aan mijn heup, waar mijn riem met messen had moeten zitten.

Al mijn demonhunter spullen lagen in het gezonken schip. Ik baalde er enorm van toen ik geen mes voelde.

Ondanks de teleurstelling stapte ik toch verder, de twijgjes en bladeren krakend onder mijn voeten.

Een voet werd zichtbaar, een been volgde en al snel een heel lichaam onder de rode smurrie.

‘Mary!’ jankte ik terwijl ik op haar af rende, niet denkend over de mogelijke gevaren om me heen.

Ik hurkte naast haar neer en controleerde haar hartslag. Mijn snikken braken de stilte en ik was radeloos. Hoe kon iemand nu zoiets doen?!

Een plotseling verschuif van bladeren liet me omhoog komen. Ik stond stevig op mijn voeten en controleerde de omgeving. Plotseling zag ik in de verte een schim staan. Zou het Ethan zijn?

Ik keek nog een laatste keer naar mijn levenloze pleegmoeder en rende toen met een vaart op de silhouet af. Die verdomde demon zou hier niet zomaar mee wegkomen! Ik bleef een getrainde jager, met of zonder wapens.

Mijn stappen werden gedempt op de harde bosgrond en takken versperden mijn weg. Toen ik eenmaal aankwam, met mijn hart in mijn keel, was de demon verdwenen.
Mijn ogen werden groot toen ik zag waarom de demon hier had gestaan. Voor me was een kuil in de grond die rechtstreeks een zwarte leegte in leidde. Je kon amper twee meter diepte zien.

Ik kende deze gaten maar al te goed. Dit waren doorgangen naar andere dimensies, en ik vermoedde dat deze uit zou komen bij een heleboel demonen en andere duistere wezens. Wat mensen voor de hel aanzagen, was eigenlijk gewoon een van de meest gekende dimensies.

Ik wankelde naar de kuil toe en staarde in de leegte. Het wezen had er niet voor niks gestaan, alles wat een demon deed was om kwaadheid of pijn te veroorzaken. Hij wilde dat ik hem volgde.

Nog steeds twijfelde of het Ethan kon zijn, maar als Ethan in zijn demonenvorm was dan had hij vleugels - en die waren er bij deze niet.

‘Victoria!’ hoorde ik Wards stem roepen vanuit het bos. Ik draaide me - op handen en knieën - zittend op de grond om en wierp een blik op Ward. Hij was net het bos binnengekomen en kwam nu aanrennen zo klein als een miniatuurpoppetje. Ik zag dat hij een mes in zijn hand geklemd hield.

Snel stond ik op en wilde op hem aflopen, tot ik de grond onder mijn voeten voelde verschuiven. De bladeren kraakten toen ik met een harde klap tegen de bosgrond viel. Ik was voorover gevallen en had het te laat gemerkt om me met mijn handen te kunnen afstoten.

Krijsend probeerde ik omhoog te klauteren om een boomstronk vast te grijpen. Mijn vingers omklemden de rand van het natte hout, maar door de gladde structuur kreeg ik er geen grip op en gleden mijn handen er weer van af.

Alsjeblieft Ward, wees op tijd. Alsjeblieft!

‘Victoria!’ riep hij nog eens. Ik voelde mijn lichaam zich overgeven aan de zwaartekracht en ik sloot mijn ogen uit reflex.

Met mijn naam als het laatste wat Ward riep, verdween ik in de duisternis. Een oneindige diepte onder me.

- - - - - -

De ijskoude wind suisde langs mijn oren en ik rilde van de kou. Mijn hoofd tolde, maar na een tijdje kwam ik erachter dat het niet mijn hoofd was, maar mijn lichaam.

Pas na een paar minuten, opende ik mijn ogen en keek recht in de leegte. Het maakte geen verschil of ik mijn ogen open of dicht had, behalve dan dat dicht veiliger aanvoelde.

Het lukte me niet om me ergens aan vast te grijpen en ik was bang voor de val onder me. Plotseling schoten de Griekse woorden van Ethan door mijn hoofd: S' Agapó.

Wat, als ik het juist herinnerde, betekende: Ik hou van je.

Een warm gevoel stroomde door me heen en plotseling merkte ik dat de temperatuur rond me ook begon te stijgen.

Ik voelde een enorme hitte langs me komen en was bang waar ik zou eindigen. Wat als dit geen doorgang was, maar een gat dat rechtstreeks leidde naar de kern van de aarde?

Ik schudde het belachelijke idee van me af. Hoewel het voor een niet-demonenjager veel logischer in de oren klonk.

De val leek eindeloos te duren. Als een nachtmerrie die nooit​ stopt.

Ik begon een vage rode gloed te zien voor mijn ogen, gevolgd door een heleboel kleuren en daarna vielen mijn gedachten weg.

- - - - - - -

A/N: Ja, een korter hoofdstuk.

Maar ik moest en wilde per se hier stoppen! Hihi, mijn fout :p

Stuur me niet naar de hel, oh doe toch maar wel eigenlijk...

(Dan kom ik Rafe en Owen tegen! Jaani_R )

Okay...noodles doodles my poodles

↑dat klonk echt idioot xD

- -

Wow ik besef net dat Wonderland dan ook gewoon een dimensie is. Victoria, eerst ben je een wizard en nu reis je ook al naar wonderland, damn, dat wil ik ook!

Demons KissWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu