A/N: Hierboven is een foto van Freddie :)
Ik en mijn broer leken urenlang in de auto te zitten. Gelukkig had Freddie een goeie muzieksmaak waardoor ik het redelijk kon volhouden. Toen we eindelijk bij de haven stopten, schrok ik. Zou ik hier moeten wonen? Wat ging Freddie met me doen? Op een schip zetten naar Afrika?
'Geen zorgen, alles komt goed,' probeerde hij me gerust te stellen toen hij mijn ontdane blik zag. We stapten uit en Freddie pakte mijn koffer van de achterbank. Ik hield mijn rugzak stevig vast door hem tegen mijn rug aan getrokken te houden terwijl ik vooruit liep. De zoute geur van de zee prikkelde mijn neusgaten en de misselijkmakende stank van vis overviel me.
Freddie hield een hand onder mijn rugzak tegen mijn middel aan om me de juiste kant op te leiden. Het was een fijn gevoel, alsof ik eindelijk veilig was.
We arriveerden bij een groot schip. Een soort ferry. New York and York, stond er in grote zwarte krul letters opgeschreven. York lag in het Verenigd Koninkrijk. Betekende dit dat ik helemaal de oceaan zou oversteken om naar Engeland te gaan?
'Freddie,' begon ik met een trillende stem. Maar hij luisterde niet.
'Kom Victoria, ze gaan bijna vertrekken.' Freddie duwde me met een ruk vooruit zodat we met een gehaast tempo naar het schip toe liepen. Het was bijna middag, maar het was zo bewolkt dat de zon vandaag nog geen enkele keer was doorgebroken. Het weer weerspiegelde precies hoe ik me op het moment voelde.
Een man in uniform en met een rossige baard begroette ons met een lach en een handgebaar.
'Aye, daar is ze dan, Victoria. Mijn laatste passagier. Dankje Fredson van me, kunnen we eindelijk vertrekken met mijn ouwe roestbak.'
Fredson, Hahahaha.
Ik moest lachen om de kapitein, ik mocht hem wel. Freddie handigde me over aan de de meneer, die me en zetje richting de loopplank gaf.
'Wacht,' zei ik plots en ik draaide me om om mijn broer om de nek te vliegen. 'Bedankt, Freddie.'
Mijn broer wuifde naar me en glimlachte toen ik op het dek stond. Ik wuifde een vaarwel net als hij en met ronkende motoren voerde het schip weg. Freddies gestalte werd kleiner en onscherper. Tot hij plots verdwenen was in de horizon. Hij was daar de hele tijd blijven staan kijken tot ik verdwenen was. Of het was omdat hij me niet vertrouwde en in de gaten hield of omdat hij van me hield, boeide me niet. Hij was de enige die in ieder geval om me gaf.
Toen ik het vrijheidsbeeld in de verte zag verdwijnen, draaide ik me om en liep het schip in om mijn koffer naar mijn kamer te brengen. De kapitein heette Benjamin en had gezegd dat ik kamer 34 had. Op mijn dooie gemak liep ik de lange smalle gang door. Ik was blij dat ik niet claustrofobisch was, anders had ik deze reis niet overleefd.
De gang was schamper verlicht door ouderwetse olielampen. Ik liep de nummers van de deuren af en kwam uiteindelijk tot stilstand voor deur 34. Voorzichtig opende ik de deur en piepte naar binnen. De kamer was donker.
'Wat doe je?' zei een jongensstem achter me. Ik draaide me om en staarde in iemands blauwe ogen.
'Ik wilde mijn kamer in gaan,' antwoordde ik op een bijdehante toon. De jongen trok een wenkbrauw op en barste bijna in lachen uit.
'Jouw kamer?!! Dacht het mooi niet! Dit is MIJN kamer,' grinnikte hij en hij duwde me aan de kant om naar binnen te gaan. De deur werd met een klap voor mijn neus dichtgeslagen.
Met koffer en al spurtte ik naar de dichtsbijzijnde verantwoordelijke. De man zat de krant te lezen in de woonkamer en ik sprak hem aan op wat er was gebeurd. Hij haalde zijn schouders op en liep met me mee.
'Timothy, open de deur onmiddelijk!' beval de man, de krant in een hand houdend. De deur ging op een kier open en Timothy keek ons met een vernietigende blik aan.
'Timothy, dit is Victoria Blake, vanaf nu zijn jullie kamergenootjes. Geen gekke dingen doen, je weet wat ik bedoel.'
De man duwde me naar binnen en ik botste tegen Timothy op. Alsof ik echt met hém iets zou doen, gatver!
Hoewel hij best knap was, verpestte zijn kinderachtige gedrag alles!Ik zette mijn spullen op het lege bed. De ruimte leek niet veel groter te zijn dan een lift, maar het was net genoeg om in ieder geval een soort van 'eigen' plekje te hebben.
Aan de linkerkant was een stapelbed en aan de rechterkant eentje apart. Timothy sliep bovenaan het stapelbed en ik nam het lege aparte bed aan de rechterkant van de kamer.
'Dus komt er nog iemand denk je?' vroeg ik op beleefde toon. Er kwam geen antwoord. 'Hallo-ooh! Ik vroeg je wat!'
Er kwam nog steeds geen antwoord. De knul keek niet eens op van zijn telefoon. Pas toen ik de hut verliet hoorde ik hem. 'Ja, ik vermoedt van wel.'
Dus er kwam nog iemand in de hut. Maar waarom zou ik zo'n rotzak moeten geloven?
Stampvoetend begaf ik me door de lange smalle gang, op weg naar het achterdek. We waren al een een aantal uur onderweg, nog heel veel uur te gaan dus.
Toen ik buiten kwam was het al donker geworden. De lichtjes van de boot brandden en de zee leek een oneindige zwarte diepte. Ik ging aan de railing staan en staarde naar het spoor van golven dat we achter ons lieten. Plots zag ik in de verte iets uit de wolken duiken. Een zwarte schim kwam met een enorme snelheid op me af. Toen hij dichterbij kwam, landde hij en twee prachtige donkere vleugels ontvouwden zich om Ethan in beeld te brengen.
'Ethan!' krijste ik van blijdschap en ik rende naar hem toe om hem in de armen te vliegen. Hij greep me stevig vast tegen zijn blote borst en ik voelde hoe hij zijn vleugels beschermend om me sloot om de warmte te behouden. Het was erg koud zo midden op de open oceaan en toen ik Ethans warmte voelde merkte ik het temperatuursverschil pas.
'Ik wist dat je hier zou zijn,' sprak hij zachtjes. 'Ze komen voor je.'
'Wie?' vroeg ik bezorgd.
'Demons.'
- - - - - - - - - -
Zo, weer een hoofdstuk af. En vanavond heb ik mijn doping, een soort inwijding voor mijn baantje als monitor voor een speelpleinwerking.
Het wordt echt super smerig zeggen ze! Ik kan niet wachten, Lolz XD
Hopelijk is het iets met horror :p
(Nieuwe video op mijn youtube channel: DonnaLief)
JE LEEST
Demons Kiss
FantasyDUTCH WATTYS WINNAAR FANTASY AWARD 2020 Haar eerste jacht - zijn volgende prooi. 'Als demonenjager dacht ik dat je dat wel zou weten,' hijgde hij terwijl hij zich weer van me wegtrok. Een kramp van teleurstelling zette zich vast in mijn spieren en s...