A/N: Boven is Timothy back! Yay! Wie kent hem nog? ;p
Pov - Victoria
'Open je ogen, dit spel is voorbij,' siste een jongensstem die ik vrijwel meteen herkende.
Gapend kwam ik overeind, maar al meteen werd een mes tegen mijn keel gedrukt. Uit mijn ooghoek zag ik dat het bed leeg was, Ethan was weg.
Verdomme, hoe kon hij zomaar weggaan?
'Waar is hij?' sprak de stem weer.
Ik keek op en staarde in Freds vurige ogen.
'Wie?' hield ik me van de domme. Ik voelde een druppel wijwater van het lemmet van het mes tegen mijn keel kietelen. Fred dacht dus dat ik nog volledig demon was.
Maar voorlopig had ik geen flauw idee wat ik was.
'Ik weet niet waar hij is en haal verdomme dat mes van mijn keel af,' gromde ik kwaad. Mijn woorden toverden een glimlach op mijn broertjes gezicht.
'Tuurlijk zussie,' fluisterde hij met vaste toon. Ik zuchtte.
'Nadat ik eerst je keel opensnijd.'
Ik voelde het mes in beweging komen en het sneed steeds dieper en dieper.
'Weet je wat hier zo fijn aan is?' siste hij weer, terwijl hij het mes langzaam dieper drukte.
'Ik kan het lekker langzaam laten gaan. Traag en pijnlijk.'
Ik wilde schreeuwen, krijsen en janken, maar de pijn verscheurde me en ik voelde hoe warme druppels bloed al naar beneden vloeiden.
Een glinstering ging door de demonenjagers blik. Zijn oog viel plots op iets achter mij en hij liet zijn hand met het mes wat zakken en verzwakken.
'Hoe..-' mompelde hij terwijl hij naar mijn verschillend gekleurde vleugels staarde.
Ik zag mijn kans en glipte onder Freds arm door, maar een zestal van zijn aanhangers hielden me tegen.
'Denk maar niet dat je ergens naartoe gaat,' lachte Fred plotseling. 'In ieder geval niet met die vleugels.'
'Wat bedoel-' ik draaide me naar hem om. Een paar sterke armen drukten zich rond mijn lichaam en trokken me naar achter van het bed af.
Fred stond recht en kwam op me afgelopen - het mes speels draaiend in zijn hand.
'Nee! Dit kun je niet maken!' krijste ik naar hem.
Zijn glimlach werd breder. Als ik niet beter wist, had hij net zelf gewoon een demon kunnen zijn.
'Ik doe alles wat ik wil en er is niemand die mij tegenhoud.'
Zijn stappen echoden door de ruimte en vulden de stilte.
Ik sloot mijn ogen terwijl ik me voorbereidde op de pijn die volgen zou, maar voor een moment gebeurde er niets. Een luid gerinkel van glas kletterde door mijn hoofd en het hele gebouw leek te beven.
Ik sperde mijn ogen wijd open en zakte neer op de grond. Alle jagers waren geraakt en stukken bebloed glas staken uit hun huid.
Fred vloekte luidkeels terwijl hij weer opstond en zijn evenwicht probeerde te vinden.
Iedereen was geraakt. Iedereen, behalve ik.
Mijn benen tilden me weer op en ik draaide om mijn as. Daar in de opening van de balkondeuren stond hij. Zijn silhouette met machtige vleugels gecontrasteerd tegen het eerste zonlicht van de dag en de gebroken stukken raam aan zijn voeten.
'Ethan,' Ik rende op hem af en hij greep mijn pols vast.
'We moeten hier weg,' zei hij alleen maar streng terwijl hij me meetrok. Hij tilde me op de balustrade van het balkon en ik staarde naar de diepte onder me en de oceaan recht voor me.
'Je zult zelf moeten vliegen, Tori.' De helderblauwe lucht weerspiegelde in zijn ogen.
'Tori?' fluisterde ik een beetje onzeker. Hij richtte zijn blik weer naar de oceaan en knikte. Plotseling zette hij af en met een enorme kracht vloog hij weg en liet mij achter.
'Wacht, ik -' Twijfelend keek ik achter me en zag de woeste blik van Fred terwijl hij een van zijn jagers omhoog hielp. De aarzeling trok in een keer weg en ik zette me schrap om te vallen.
Maar alles voelde plots licht aan. Zweverig en comfortabel, alsof je drijft onder water.
Mijn voeten hingen slap onder me en al mijn kracht ging naar mijn vleugels, die sterker waren dan ik had verwacht.
Het was moeilijk om mijn evenwicht te vinden tussen het klappen van de vleugels door. Toen ik eenmaal meer vaart begon te maken voelde het alsof de wereld aan mijn voeten lag, wat letterlijk ook zo was.
Mijn bewonderende ogen gleden langs de velden en krijtrotsen van Schotland. Kuddes schapen leken wel op zachte wolkjes en de asfaltweggetjes op riviertjes.
De wind sneed langs mijn huid, maar ik leek me er niets van aan te trekken. Het was ijskoud hierboven en even baalde ik ervan dat ik alleen een nachtjapon droeg.
Mijn vleugels droegen me hoger en ik vloog door het wolkenoppervlak heen. Alles voelde gewoon als natte lucht, heel anders dan Aether was geweest.
'En geniet je er een beetje van?' vroeg een stem plots naast me. Ik glimlachte en keek in Ethans bloedrode ogen.
Lachkuiltjes verschenen op zijn gezicht en ik voelde zijn ijskoude hand langs de mijne strelen.
Alles voelde perfect.
Ondanks alle vijanden die we achter ons aan hadden.
Een bende demonhunters, engelen die vonden dat wij Aether hadden verwoest en een demonenprins met zijn hele leger dat ons wilde vermoorden.
Ja, het had erger gekund.
Alles had erger gekund, als ik Ethan niet aan mijn zijde had.
Ik wist dat hij er altijd voor me zou zijn. Net als Freddie.
Heel even sloot ik mijn ogen en genoot van de koele lucht, tot Ethans hand plots wegschoot uit de mijne.
Het was moeilijk om vaart te minderen en dus staarde ik alleen maar naar achteren.
Mijn hart klopte razendsnel in mijn keel als een drum en ik voelde hoe ik mijn adem verloor.
Ethan tuimelde bewusteloos naar beneden, zijn vleugels slap rond zijn lichaam gewikkeld. Nog voor ik ook maar achter hem aan kon gaan, greep iemand mijn vleugels vast en zorgde ervoor dat ik niet naar beneden zou vallen.
Toen ik me omdraaide keken een paar zachtpaarse ogen me aan.
JE LEEST
Demons Kiss
FantasyDUTCH WATTYS WINNAAR FANTASY AWARD 2020 Haar eerste jacht - zijn volgende prooi. 'Als demonenjager dacht ik dat je dat wel zou weten,' hijgde hij terwijl hij zich weer van me wegtrok. Een kramp van teleurstelling zette zich vast in mijn spieren en s...