A/N: Ik heb zin in chocolade melk... Oh...en...
SHAWN MENDES IS VANDAAG JARIG -sorry...
- - - - - - -Een zacht geruis klonk in mijn oren en ik merkte dat het gedempte stemmen waren.
‘Leeft het nog?’
‘Mag ik haar opeten?’
‘Het is geen eten, maar een speeltje.’
Bij die laatste opmerking schoten mijn ogen open en veerde ik overeind. Zwarte silhouetten deinsden achteruit, maar bleven hun kring rond me behouden. Mijn zicht was wazig, maar mijn reflexen waren scherp.
‘Pas op, straks valt het aan.’
‘Dat kan niet, het is gewoon een mens.’
‘Mensen kunnen hier niet komen, suffkop!’
‘Maar wat is ze dan?’
Mijn hoofd draaide mee en probeerde de stemmen te volgen, wat erg moeilijk was aangezien ze zacht en snel fluisterden. Wat waren dit voor wezens?
‘Waar ben ik?’ vroeg ik zo kalm en lief mogelijk. Er ontstond een stilte. Alle wezens bleven als versteend rond me staan en plotseling werd mijn zicht scherper. Ik schrok van hun uiterlijkheden. Ze waren afgrijselijk, maar ook verschrikkelijk eng. Zo'n wezen zou ik niet 's avonds in mijn kamer willen vinden!
Ze waren maar ongeveer een meter lang en hadden een grauwe modder kleurige huid. Hun ogen waren zwarte holtes, die me maar bleven aanstaren. Als ze praatten, dan deden ze dat via een soort gedachten, want voor zover ik kon zien openden ze hun monden niet, en ik was blij ook.
In plaats van op mijn vraag te antwoorden, schoten ze plotseling allemaal weg en lieten me alleen achter. Ik wist niet waarom, maar ik voelde me meteen onveilig, als een jong hertje midden in de wildernis.
De wereld hier was grauwer, maar toch ook levendig. En geloof het of niet, er stonden zelfs bomen, ook al had ik nog nooit zulke soorten gezien. De takken leken wel metalen draden en de bladeren zagen eruit alsof ze verschrompeld en verbrand waren.
Een plotseling gedonder boven mijn hoofd maakte me alert en liet me vliegensvlug naar boven kijken. Donkere gele, grijze en zelfs bijna rode wolken schoven overelkaar en maakten een geheel. Maar in plaats van dat het hier wit flitste, flitste het zwart.
Iedere keer dat de bliksem dus ergens insloeg, werd alles pikkedonker en mijn zicht werd van me afgenomen. Het leek wel alsof ik in een nachtmerrie was beland.
Met een borrelend geluid voelde ik de grond onder me trillen en zag korrels aarde overal rond me in het kale veld naar beneden zakken. Het leek wel alsof iemand brokken grond naar beneden trok.
Ik rende over het veld heen en ontweek iedere kuil die me wilde laten struikelen. Vóór mij waren een aantal rotsen, het leek me niet verstandig, maar het was dat of op het instortende veld blijven.
Een grommend geluid echoede over het veld en kaatste tegen de rotsen. Een groot wolfachtig wezen verscheen op de hoogste rots en huilde naar de donderwolken met een huil die door merg en been ging.
Huiverend stapte ik achteruit, mijn handen omhoog houdend op schouderhoogte om te laten weten dat ik weg zou gaan.
Hij grauwde naar me en plotseling schoot er een kraai recht met zijn klauwen tegen de snuit van het wezen. Toen de kraai in de lucht vloog en draaide met zijn vleugels gespreid, keek hij me aan met zijn felle doordringende blauwe ogen.
De wolf sprong van de rotsen af en landde met een harde klap op de inzakkende grond. Hij gromde en de kraai dook omlaag op ons af.
Het grote zwarte wezen stapte dreigend naar me toe, maar zijn felle zandkleurige ogen leken me op een bepaalde manier te kalmeren.
Plots huilde hij weer en sprong toen bliksemsnel recht op me af. De kraai schoot pijlsnel door de lucht, maar ik had niet verwacht dat de blauwogige vogel op mij af zou vliegen.
Met zijn vleugels ingetrokken streek hij naar beneden en liet zich schuin vallen recht op mijn gezicht af. De bliksem sloeg steeds sneller in en ik hoorde de klap in het bos weerkaatsten. Alles werd in een keer zwart.
Toen de donkere flits weer verdween, had ik niet verwacht te zien dat de kraai in de bek van de wolf zat.
Het enorme beest beet en rood bloed druppelde samen met een krakend geluid naar beneden.
Het werd weer zwart voor mijn ogen, maar dit keer schoot de bliksem recht op ons af. Ik dook naar de grond en bedekte mijn hoofd met mijn armen. De gronde trilde en m'n oren piepten van de ondraaglijke knal.
Mijn oren suisden na van de klap en een stilte volgde. Voorzichtig haalde ik mijn armen van mijn hoofd af en slaakte een kreet.
Maddy lag kreunend op de ingezakte grond, grijpend naar haar bebloede arm die de grond onder haar rood kleurde.
Ik staarde in haar blauwe ogen en ze veegde een paar zwarte veren van haar blote huid. Ik was eerst blij om haar te zien, maar nu borrelde er een angstig onzeker gevoel in mijn buik. Ze had me willen vermoorden! Ik wist het wel zeker!
Ik vroeg me af waar de wolf was gebleven en plots hoorde ik een kreun vanachter het meisje komen. Ik stapte kwaad over haar heen en hoorde de donder boven me.
Een stukje achter Maddie was er een grote krater. Schuifelend daalde ik naar beneden en was bang voor wat ik zou aantreffen. Wat als de wolf niet naar menselijke vorm was veranderd? Wat als het wel echt een wolf was die me zou aanvallen?
Ik kwam beneden en spurtte op de jongen af. Zwarte haren lagen als een aura rond zijn naakte lichaam. Hij bedekte zichzelf toen ik dichterbij kwam en ik hurkte bij hem neer.
Mijn vingers streelden zijn gezicht. Hij probeerde zijn mond open te om iets te zeggen: ‘Nu mag jij de dokter zijn.’
- - - - - - - -
A/N: PLOTTWIST .... Sorry, dat moest ik echt zeggen...
Het heeft hier geonweert, vandaar de inspiratie, xp
WEETJE: onweer is mijn lievelingsweer *mhwoehahaha
![](https://img.wattpad.com/cover/116180614-288-k246554.jpg)
JE LEEST
Demons Kiss
FantasyDUTCH WATTYS WINNAAR FANTASY AWARD 2020 Haar eerste jacht - zijn volgende prooi. 'Als demonenjager dacht ik dat je dat wel zou weten,' hijgde hij terwijl hij zich weer van me wegtrok. Een kramp van teleurstelling zette zich vast in mijn spieren en s...