37. The girls

186 16 9
                                    

P.o.v. Pascal

Ik open mijn ogen. Ik word niet verblind door de felle ochtendzon, zoals ik had verwacht. In plaats daarvan word ik wakker in de achterbak van een rijdend busje. De enige lichtbron hier is een kleine lamp die aan het plafond hangt. Ik kijk om me heen en zie Ronald naast me liggen. Hij ligt nog te slapen. Snel schud ik hem wakker. Wanneer hij zijn ogen heeft geopend, kijkt hij me verwart aan. "Waar zijn we?" Vraagt hij,terwijl hij om zich heen kijkt. "Ik heb geen idee." Zeg ik zacht. We rijden over een drempel. Ik schrik en begin sneller te ademen. "Ik ben bang." zeg ik zacht. Ronald legt een arm om me heen. "Rustig maar, we komen hier samen uit!" zegt hij zacht en lief tegelijk. Hij geeft me een kusje op mijn voorhoofd. Ik begin te blozen. Ik leg mijn hoofd op de schouder van Ronald en sluit mijn ogen. Ik ben bang, niet zo'n klein beetje ook. Maar van alle mensen die ik ken, zit ik hier het liefst met Ronald.


p.o.v. Jeremy

"We gaan jullie trainen. We gaan ervoor zorgen dat jullie sterker worden!" Harm en ik kijken elkaar verbaast aan. "Wie zijn jullie?" vraagt Harm. Aan zijn stem te horen is hij bang. "En waarvoor moeten we sterker worden?" vraag ik nadat Harm is uitgepraat. "Ik ben Red en dat is Blue" zegt het meisje met het rode haar. "En jullie zullen binnenkort iets moeten doen wat zo belangrijk is dat het niet mag mislukken."  zegt Blue met een serieuze toon. "En daarom gaan wij, samen met 2 andere meisjes, jullie trainen!" Zegt Red weer met een lach. "Joost en Link blijven bij jullie wanneer wij er niet zijn!" zegt Blue. Ze zegt het eigenlijk meer tegen Link en Joost dan tegen ons. Ze knikken. "Kom mee, we brengen jullie naar de plek waar jullie gedurende de training verblijven!" zegt Blue met een lach. We lopen met z'n vieren achter de twee meisjes aan. Het is een stuk lopen. Gedurende de reis, blijft het bos donker. Overal zie ik dingen die ik nog nooit eerder heb gezien. "Waarom zijn hier zoveel wezens die wij niet kennen?" zegt Harm nieuwsgierig. "Dit is het bos waar alle wezens leven die ervoor zorgen dat het leven goed verloopt." zegt Blue. "En hier wonen ook wezens die niet thuishoren in het dagelijks leven!" zegt Red, terwijl ze het pad verlicht met een fakkel. Na een tijdje lopen zijn we er. We staan voor een wilg. De bladeren van de wilg vormen een soort van gordijnen. We lopen door de bladeren van de enorme wilg. Wanneer we door de bladeren zijn, zien we een groot plateau om de stam heen. Overal staan bloemen en alles wordt mooi verlicht door kleine waxine-lichtjes en kaarsen. Er hangen ook vier hangmaten. "Hier verblijven jullie de komende dagen." zegt Red met een lach. Voordat we kunnen reageren, staan er opeens 2 andere meisjes naast Red en Blue. Een daarvan heeft lang stijl wit haar. De punten van het steile haar zijn blauw. De ander heeft krullend bruin haar. "Dit is White!" zegt Red, terwijl ze naar het meisje met het wit-blauwe haar wijst. "En dit is Green." ze wijst dit keer naar het meisje met het bruine haar. "Jullie zijn vast de twee die het uiteindelijk moeten gaan doen?" zegt White. "Wat moeten we doen?" vraag ik aan de meisjes. Ze zijn even stil, maar komen daarna met een antwoord. "Dat horen jullie morgen wel!" Zegt Green. Opeens verdwijnen ze alle vier. Ze zijn verdwenen. "Misschien is het slim om nu te gaan slapen." zegt Link zacht. Je hoort aan zijn stem dat hij dit niet had verwacht. "Misschien wel ja." zegt Harm. We gaan allemaal in een hangmat liggen. Ze liggen comfortabeler dan ik had verwacht. Na een paar keer uit de hangmat vallen, weer in de hangmat klimmen en kijken hoe de anderen eruit vallen, lukt het eindelijk om mijn ogen te sluiten. Ik val in slaap...


700 woorden


TearsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu