46. The story of Quin

145 13 3
                                    

           

p.o.v. Harm

We staan op het station van Mirbossen. Link, Joost, Pascal en Ronald hebben nog geen woord gezegd. "Gaat het?" vragen we aan Link, Pascal en Joost. Ze knikken. "Ik vind het alleen moeilijk te beseffen dat mijn eigen vader jullie pijn heeft gedaan." Zegt Link zacht. Pascal kijkt naar Ronald. Wanneer hij de aandacht van Ronald heeft, kijkt hij naar Joost. Ronald knikt en schraapt zijn keel. "Sorry Joost voor al die tijd dat ik je heb gepest. Ik heb er echt oprecht spijt van en ik snap eigenlijk ook niet waarom we het deden." Zegt Ronald. Hij kijkt naar Joost. In zijn ogen zie je dat hij de waarheid spreekt. Joost knikt. "Ik vergeef het je." Zegt hij met een kleine lach op zijn gezicht. "Dankje." Zegt Ronald zacht.

Opeens zie ik een klein jongetje lopen. Ik herken hem meteen. Na zoveel jaren zie ik hem eindelijk weer! Ik ren naar hem toe en pak hem stevig vast. Hij schrik, maar wanneer hij ziet wie ik ben verschijnt er opeens een brede glimlach op zijn gezicht. "Ik heb je zo gemist!" zegt hij. De tranen van geluk rollen over mijn wangen heen. Ik zie dat Quin het ook niet droog houdt. Ook Enzo komt aanrennen en geeft Quin een knuffel. "Enzo? Waarom ben je hier? Wat gebeurt hier?" zegt Quin verbaasd. Ik begin te lachen. "Waar was je?" vraag ik aan Quin. Quin gaat zitten. Ik neem zijn voorbeeld aan en ga naast hem zitten. "Toen ik in dat busje werd gestopt, werd ik naar een huis gebracht. Daar moest ik werken. Dag in dag uit. Ik werd mishandeld. Na een tijdje zagen die mensen dat ze niets nuttigs meer uit me konden halen en brachten ze me naar een of ander kamp. Ik heb daar jaren gezeten. Opeens kwam Enzo ook bij het kamp. Toen Enzo, Milan en andere Enzo verdwenen, ben ik ook ontsnapt en nu sta ik hier." Zegt Quin. Ik heb er geen woorden voor. Er valt een korte stilte. "Ik ben blij dat je er weer bent!" zeg ik, terwijl ik Quin weer meeneem in een knuffel.

p.o.v. Joost

Quin en Harm zitten nog in een knuffel. Ik ben zo blij voor ze. Opeens hoor ik een kerkklok. Het is middernacht. 'Wat gelukt is is gelukt! Wat van het bos is blijft van het bos!' hoor ik een stem zeggen. Opeens beginnen Link, Pascal en ik ook te verdwijnen. "Wat gebeurt er?" vraagt Link bang. "Ik geen idee." Zeg ik snel. "Pascal?!" hoor ik Ronald bezorgd zeggen. Alles om me heen begint langzaam donkerder te worden. "Ik zal altijd van je blijven houden." Hoor ik Pascal tegen Ronald zeggen. Meer hoor ik niet. Alles om me heen is zwart. Het lijkt wel alsof ik ergens gevangen zit. Waar ben ik?

TearsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu