8. First day

316 25 2
                                    

P.o.v. Enzo Frieser

Ik lig rustig te slapen in mijn totdat ik opeens een heel hard geluid hoor. "TRINGGGG". Ik schrik wakker. "Wat is dat?". Enzo en Milan zijn ook wakker geworden. Milan klimt uit het bovenste bed van het stapelbed "Zo worden we iedere dag wakker gemaakt." Ik pak mijn telefoon en kijk hoe laat het is. Het is 5.30 uur. "worden we iedere dag zo vroeg gewekt?" Enzo stapt nu ook uit bed. "Jep. Wij hadden eerst heel veel moeite om uit bed te komen, maar na een tijdje raak je het gewend en gaat het makkelijker." zegt enzo. Milan klimt mijn bed in en trekt de deken van me af. Ik voel de rillingen van de kou door mijn lijf heen gaan. "Ik zou trouwens maar snel naar beneden komen. Over een kwartier moeten we buiten staan. Ik luister naar milan en klim mijn bed uit. Ik pak mijn kleren uit mijn koffer. Ik had gisteravond mijn spullen nog niet uitgepakt, dus alles zit nog in mijn koffer. Ik pak een korte broek en een t-shirt en trek ze aan. Wanneer we alle drie klaar zijn lopen we naar buiten. Als we buiten naar buiten lopen zie ik dat het nog donker is.  we lopen richting een enorm grasveld. Er is nog niemand. Wij zijn dus de eerste. "Wat gaan we hier doen" Enzo en milan gaan op de grond zitten. ik ga er bij zitten. "Werken. Voordat we eten krijgen moeten we iets doen." Zegt Milan. Ze kijken me aan. "Elke ochtend?!" Ik kijk ze verbaast aan.  "iedere dag, iedere maand, ieder jaar." Zegt Enzo, terwijl hij kijkt naar het grasveld dat wordt omringt met enorme hekken met prikkeldraad. Ik krijg een raar gevoel in mijn maag. Ik voel me hier zo opgesloten. Ik kan nergens heen. Ik kan geen eigen keuzes maken. Ik ben hier helemaal niks. Thuis kon ik ook weinig dingen, maar als het te veel werd kon ik even ontsnappen uit het huis. Maar hier kan dat niet. Ik zit hier vast. Vast op een plek waar ik niet hoor. En ik niet alleen. Enzo en Milan horen hier ook niet. En ik heb de andere nog niet eens ontmoet. Misschien zijn ze hier ook wel gedropt. "Hoeveel mensen zitten hier eigenlijk in het kamp?" "Nu 6. Wij slapen met z'n drieën op een kamer en er is nog een kamer. Daar slapen Quin, Jeroen en Simon. Jeroen en Simon zijn echt klootzakken. Maar Quin is door dezelfde reden als ons gedropt hier. Hij hoort hier ook niet thuis." Precies toen Milan dat zei, komt er iemand aanlopen. Enzo en Milan zwaaien naar hem. "yo Quin" "Yoo gasten" Hij komt naar me toelopen. "Jij bent zeker die nieuwe?" Hij kijkt me aan. "Ik ben Enzo Frieser." "Ik ben Quin. Aangenaam." Hij komt naast ons zitten. Er lopen nog 2 gasten het veld op. Ze zien er net zo mager en kapot uit als iedereen hier. Ze komen naar ons toelopen. Ik zie dat Milan en Enzo me aankijken. Enzo fluistert wat tegen me. "Dat zijn Jeroen en Simon." Als ze recht voor ons staan, zie ik dat Enzo, Milan en Quin boos naar ze kijken. "Kijk eens wat we hier hebben. Weer iemand die is gedropt hier, omdat je ouders je niet mochten." Ik voel de tranen in mijn ogen prikken. Ik moet me groot houden. Milan staat op en gaat recht voor ze staan. "Dat jullie zulke grote klootzakken waren, is niet ons probleem. Bij ons lag het aan onze ouders en daarom zijn we hier!" Ik zie dat Enzo nu ook opstaat. Ze staan op het punt om te vechten. Dan komt er opeens een vrouw aanlopen. Iedereen gaat zitten. Ik zie dat Milan, Enzo, Jeroen en Simon elkaar met een dodelijke blik aankijken. De vrouw begint met praten. "Goedemorgen iedereen. We hebben iemand nieuw hier. Dit is Enzo frieser. We hebben een paar regels hier Enzo. Luister goed. Jij bent in mijn kamp. Jullie zijn mijn bezit. Jullie zijn niks hier. Laat dat even duidelijk zijn (build off grapjes belike xD) Oke, de taken van deze ochtend zijn: Jeroen en Simon, jullie moeten de WC schoonmaken. Enzo Knol en Quin, jullie doen de afwas van gister. En als jullie daarmee klaar zijn gaan jullie de vloer vegen. Enzo Frieser en Milan, jullie gaan boodschappen doen. Hier is het boodschappenlijstje." Milan pakt het boodschappenlijstje aan. Ik kijk Milan aan. Hij kijkt blij naar mij. "En nu allemaal oprotten! Aan het werk!!" Milan en ik lopen naar de uitgang. Ik kijk hem raar aan. "Het is zo'n streng kamp. Waarom laten ze ons dan zomaar naar buiten gaan?" "geloof me, ze hebben ons echt in de hand." Het kamp ligt best afgelegen in het bos. Dus ik heb geen idee waar de bewoonde wereld is. Laat staan waar een supermarkt is. "Hoever is het lopen?" "Ongeveer 7/8 kilometer" Milan loopt door het bos alsof hij het iedere dag doet. Hij weet waar hij naar toe moet. Opeens voel ik een naar gevoel in mijn buik. Mijn ogen beginnen te tranen. Ik denk weer terug aan een verschrikkelijke dag. 

TearsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu