42. Follow the wind

138 13 1
                                    

Een week later...


p.o.v. Harm

We zijn bezig met onze laatste training. Ik heb deze week enorm veel geleerd. "We gaan beginnen!" zegt Red. Ik en Jeremy knikken tegelijk. Ik zie dat Blue een straal met water op me afvuurt. Snel zorgt ik ervoor dat het water verdampt. Red vuurt een bal van vuur op me af. Ik zorg ervoor dat er een krachtveld om me heen word gevormd. Het vuur botst tegen het krachtveld aan en kaatst terug. Dan vuurt Green een soort van vogel op me af. Snel wrijf ik mijn handen over elkaar heen, waardoor er een vuurbal ontstaat. Ik vuur de vuurbal af. De vuurbal raakt de vogel, waardoor hij verdwijnt. Blue knikt tevreden. "Jullie zijn er klaar voor!" zegt ze met een lach.


p.o.v. Pascal

Het is een week later. Ik kan me nog goed de eerste keer herinneren. De eerste keer dat ik uit de kamer werd gehaald was een week geleden. Iedere dag word ik gedwongen, maar iedere keer antwoord ik niet. Ik begin steeds zwakker te worden. Mijn lichaam gaat dood van de pijn bij iedere stap die ik zet. Ronald is de laatste dagen erg bezorgt over mijn gezondheid. Dat snap ik ook wel, want het gaat bijzonder slecht met me. Ik lig met mijn hoofd op Ronalds z'n borst. Hij gaat met zijn handen door mijn haar heen. Ik tril van de angst. De angst dat die mannen weer binnenkomen. De angst dat die mannen me weer pijn doen. Maar de angst dat ze Ronald pijn doen is nog groter. "Het komt goed! Ik ben bij je." zegt Ronald zacht. Precies op dat moment vliegt de deur open, alweer. Dit keer pakken ze niet alleen mij, maar ook Ronald. De angst begint groter te worden. Ze zetten me weer op dezelfde stoel als altijd en binden me vast. Een man pakt een pistool uit zijn jaszak. Ze gooien Ronald in de hoek van de kamer. "Laat Ronald met rust!" zeg ik. De mannen kijken me met een gemene lach aan. Daarna richt een van de mannen met het pistool op Ronald. Ik begin sneller te ademen. In de ogen van Ronald zie je de angst staan. "Vertel ons nu waar Jeremy en Harm zijn! Anders zullen we het leven van de jongen afpakken." zegt de man met het pistool. Ik begin te twijfelen. Wat moet ik nou doen? "Ze zijn naar dat bos. Het bos waar alle vreemde wezens samenkomen." zeg ik, terwijl ik naar de grond kijk. Ik heb het gezegd. Ik kan nu niet meer terug. De mannen kijken elkaar met een gemene grijns aan. Ze maken me los en pakken ons vast. "Dan gaan we daar nu meteen heen." zegt een van de mannen. Ze nemen ons mee. Ronald kijkt me bang aan. Ik ben zelf ook bang. Wat gaat er nu gebeuren? Waar gaan we heen? Wanneer we buiten zijn, staat de zwarte bus alweer klaar. De mannen gooien ons in de achterbak en sluiten de deuren. Nemen ze ons echt mee?


p.o.v. Enzo

Ik lig in het hoge gras. Ik slaap nu al ongeveer een week buiten. Ik ben bang dat als ik terugga naar het huis van Link, ze gaan vragen naar Pascal. Ook kan ik niet naar mijn eigen huis. Mijn ouders weten waarschijnlijk niet eens dat ik hier ben. Ik kan nergens heen. Ik hoor mijn buik rammelen van de honger. Ik heb al een week amper gegeten. Af en toe wat restjes, maar voor de rest niks. Ik sta op en besluit om wat eten te zoeken. Als ik hier blijf liggen vind ik nooit eten. Opeens begint het heel hard te waaien. Het lijkt wel alsof de wind mijn handen vastpakt en me meetrekt. Ik kan geen kant meer op. Na een tijdje tegenstribbelen, geef ik het op. Ik volg de wind wel. Waar naar toe? Geen idee.

TearsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu