45. The fight

122 13 7
                                    

           

p.o.v. Harm

"De strijd kan beginnen!" hoor ik een van de mannen zeggen. Joost, Jeremy, Link en ik kijken elkaar tegelijk aan en knikken dan. Ik zie in de verte Pascal zitten. Hij zit vastgebonden aan een boom. Naast hem zit nog een andere jongen. Wat doen zij hier? Veel meer tijd om na te denken heb ik niet. Er komt een soort van zwarte vonk op me afvliegen. Snel richt ik een vuurbal op die vonk en vuur hem af. Er ontstaat een kleine explosie. Ik kijk naar Jeremy. Hij weet wat ik wil doen. Ik zorg met wat vlammen ervoor dat de mannen naar elkaar toegedreven worden. Wanneer ze dicht genoeg bij elkaar staan, vormt Jeremy een koepel van ijs om de mannen heen. Ik zorg ervoor dat het in de koepel een stuk heter wordt, zodat de mannen door de hitte zwakker worden. Het lijkt te lukken. Door de hitte zetten de mannen hun maskers af. We zien nu eindelijk de gezichten! Opeens smelt de koepel van ijs. Ik kijk naar Jeremy. Hij is afgeleid door Link en Joost. Link en Joost zien natuurlijk nu dat die mannen hun vaders zijn. "Hallo zoon." Zegt een van de mannen tegen Pascal. Pascal kijkt geschokt naar de man. Hetzelfde gebeurt er bij Link en Joost. Opeens word ik geraakt door iets. Ik val pijnlijk op de grond. Snel komt Jeremy naar me toe gerend. Wanneer Jeremy naast me zit, wordt er een soort van krachtveld om ons heen gevormd. We kunnen nu niet meer weg. We zitten hier vast.

p.o.v. Jeremy

Ik probeer mijn krachtenop het krachtveld te gebruiken, maar het lukt niet. We kunnen niet weg. Is dithet dan? Hebben we gefaald? Winnen zij nu? Opeens zie ik Enzo staan. Wat doethij hier? "Stop!" roept hij hard, terwijl hij met beide handen het stop-gebaarmaakt. Precies op dat moment begint het harder te waaien. Door de enorm hardewind vallen de mannen op de grond. Het krachtveld verdwijnt langzaam. Snel renik naar Enzo toe en geef ik hem een knuffel. "Wat doe je hier?" vraag ik aanhem. "Ik weet het niet. Een stem en de wind denk ik. Het ging allemaal zosnel." Zegt hij. Wanneer hij is uitgepraat, rennen we snel naar de mannen toe.Ze liggen bewusteloos op de grond. "Wat moeten we nu doen?" vraagt Harm aanmij. "De spreuk." Zeg ik snel. Ik pak het briefje en lees hem snel, zodat ikhem onthoud. Harm doet hetzelfde. Aclesi Maroinwe Fapoikelia" zeggen wetegelijk. Er ontstaat enorm fel licht. De mannen verdwijnen langzaam. Ze zijnweg. Het is voorbij.

TearsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu