33. Ronscal

189 18 4
                                    

p.o.v. Pascal

"We moeten weer terug." Jeremy, Harm en Enzo kijken me raar aan. Joost en Link weten meteen wat ik bedoel. "Jeremy en Harm, jullie moeten mee." Ze kijken me nog vreemder aan. "Waar heb je het over?" vraagt Harm. Ik kijk naar Joost en Link. "We hebben toch vertelt over dat bos? Daar moeten we weer heen, alleen jullie 2 moeten mee. "En ik moet hier blijven." Zeg ik. "Enz, jij blijft ook hier." zegt Jeremy, terwijl hij zijn hand op de schouder van Enzo legt. Enzo knikt. Jeremy, Harm, Link en Joost staan op, en lopen naar buiten. "Doei jongens." zeg ik, terwijl ik ze uitzwaai. Ik ben aan de ene kant blij dat ik niet mee moet, maar aan de andere kant voelt het ook zoals thuis, alsof ik minder ben dan de rest. Na een paar minuten gaat de deurbel. Wie zou dat zijn? "Ik ga wel." Ik loop naar de deur toe en open hem. Hij staat er. Degene die mijn hart sneller laat kloppen. Degene die me een warm gevoel geeft. Het is Ronald. "Mag ik binnenkomen?" Vraagt hij lief. "Ja hoor." zeg ik met een lach. Hij komt binnen en glimlacht naar me. Ik begin te blozen. "Wat doe je hier zo laat?" vraag ik aan hem. "Ik wilde jou zien." zegt hij lief. Ik begin nog harder te blozen. Ik kijk hoe laat het is. Het is al 1 uur 's nachts. "Om 1 uur 's nachts?" zeg ik lachend. Hij begint ook te lachen. "Ik ga slapen!" hoor ik Enzo zeggen. Ik hoor de traptreden. Hij gaat naar boven. We mogen allemaal bij Link blijven slapen. Hij heeft genoeg matjes, luchtbedden en matrassen. We lopen naar binnen en gaan in de woonkamer zitten. "Hoe wist je eigenlijk dat ik hier ben?" vraag ik aan hem. Hij haalt zijn schouders op. "Iets zei me dat ik hier heen moest." Zegt hij met een lach. Ik heb over die mooie lach gedroomd. Ik voel dat mijn wangen roder worden. "Wil je wat drinken?" vraag ik snel, in de hoop dat Ronald het niet ziet. "Ja hoor." Ik loop naar de keuken van Link toe. Dit mag vast wel van hem. Hij zal het vast begrijpen, toch? "Waar heb je zin in?" zeg ik hard vanuit de keuken, in de hoop dat het ook in de woonkamer te horen is. "Doe maar iets simpels, zoals water." Ik pak 2 glazen uit de kast en zet ze op het aanrecht. Ik pak een fles Coca-cola uit de koelkast en giet het in mijn glas. Wanneer het glas gevuld is zet ik de fles weer in de koelkast. Ik pak een fles Spa uit de koelkast en giet het nu ook in het glas van Ronald. Ik draai de dop weer op de fles. Opeens voel ik iets op mijn schouder. Ik kijk naar mijn schouder en zie daar de hand van Ronald liggen. Ik draai me om. Twee prachtige bruine ogen kijken me aan. De schitterende lach van Ronald laat me weer blozen. "Je liet me schrikken." Zeg ik met een lach. Ronald begint te lachen. Een rode blos verschijnt op zijn wangen. Ik zet de fles in de koelkast en pak de twee glazen. We lopen samen weer naar de woonkamer en we gaan op de bank zitten. Ik zet de 2 glazen op de bijzettafel. "Dankje." zegt Ronald met een glimlach. "Geen dank hoor." Ik pak mijn glas en neem een slok, maar ik verslik me. Ronald begint te lachen. Hij klopt met zijn hand op mijn rug. Al snel is het weg. Ronald lacht nog steeds hard. "Nauw." probeer ik geïrriteerd te zeggen, maar het komt er lachend uit. "Je lach is mooi." Ik begin te blozen. "Die van jouw ook." zeg ik. Ronald begint nu ook te blozen. Opeens raken 2 lippen de mijne. Het is Ronald. Het warme gevoel keert terug naar mijn buik. Houd er eindelijk iemand van me? Ben ik nu niet meer alleen? "Ronald..." zeg ik zacht. Hij kijkt me aan. "Hou je van me?" zeg ik zacht en onzeker. Ronald slaat zijn armen om me heen. "En of ik van je hou." Ik sla nu ook mijn armen om Ronald heen. "Ik hou ook van jou." Zeg ik met een glimlach. Na een tijdje laten we elkaar weer los. "Wil je mijn vriendje zijn?" Vraag Ronald met een big-smile. Ik knik. "Heel graag!" Ik zet mijn lippen op de zijne. Het voelt zo goed om bij hem te zijn. Kon hij maar eeuwig hier blijven!

TearsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu