Hoofdstuk 3

335 26 8
                                    

Thomas

Hij rende door het bos. Het was heerlijk om even zijn energie kwijt te kunnen raken. Niemand die het hier wat kon schelen of hem kon zien.

Hij snoof en rook van alles. Bomen, gras, bloemen en... mensen.

De heerlijke zoete geur van mensenbloed. Maar het was niet écht in de buurt. Geen wandelaars vandaag. Jammer genoeg.

Alhoewel. Een wijk, was hier in de buurt. Misschien kon hij iets vinden.

Hij begon normaal te lopen. Wat hem betreft was het te langzaam, maar rennen viel op in deze wereld.

Hij moest niet te erg opvallen. Niet als hij ondertussen moorden pleegde.

Toen hij dichterbij de woonwijk kwam, rook hij een nieuwe geur. Scherp en zoet. Deze geur kwam boven al die andere bloedgeuren uit. Deze had zijn voorkeur.

Hij likte zijn lippen af. Hij liep zo langzaam als hij kon die kant op. Hij volgde de geur, naar een huis. Het werd sterker en sterker.

Skye...

Hij keek door het raam van het huis, zo nonchalant als mogelijk.

Het huis stond in een straat van rijtjeshuizen. Het waren niet echt grootte huizen. Donker met lichtbruin, donkerbruine deuren en een paar glas-en-lood ramen. De tuintjes waren keurig en netjes, zoals al die Engelse tuintjes.

Het meisje en haar ouders waren buiten. De vader filmde en Skye en haar moeder maakte een sneeuwpop. Hij zag ook dat er een boom in de tuin stond.

Hij besloot achterom te gaan en een kijkje van dichterbij te nemen.

Hij ging een steegje in, zodat hij uitkwam bij de poort van het tuintje. De takken van de boom staken uit. Zo snel en geluidloos als mogelijk sprong hij de tuin in en klauterde omhoog in de boom.

Zijn voetafdrukken stonden in de sneeuw.

Shit. Vervloekte sneeuw.

De vader keek op. De kant uit van de poort. Hij liet de videocamera zakken, en staarde fronsend naar de poort. De poort had een heg naast zich. Waarschijnlijk had Thomas die tijdens het springen aangeraakt, en was er sneeuw vanaf gedwarreld.

Thomas bleef bewegingsloos zitten. Stokstijf. Hij hield zich vast aan de tak en zat op zijn hurken.

'Wat is er, schat?' De moeder van Skye keek haar man vragend aan. De man schudde zijn hoofd. 'Ik dacht dat ik wat zag.' 'Een roodborstje!' Riep Skye uit. Ze keek om en zocht naar het dier. De ouders glimlachten. 'Die is dan al weer weg, Skye.'

Skye pruilde. 'Nou...' mompelde ze. Ze keek omhoog, naar de boom waar Thomas zat. Ze zocht waarschijnlijk naar het vogeltje.

'Hey! Thomas!'

Thomas glimlachte naar haar, en legde zijn vinger op zijn lippen. Hij had een zwak voor haar vrolijkheid. Nog nooit had hij zich zo gevoeld om een klein kind.

Even overwoog hij om naar beneden te springen, en haar leeg te zuigen. Gewoon terplekke. Haar ouders ook.

Snel schudde hij zijn hoofd.

Nee. Hij zou later, als het meisje groot was, zou hij haar tot de zijne maken. Ze zou de mooiste vrouwelijke vampier ooit zijn. En zijn liefje.

Het meisje giechelde en deed hem na. Haar wijs vinger ging naar haar mond.

'Ssst.'

'Skye, wat doe je nou?' Haar vader lachte. 'Ze ziet een roodborstje, Eliza.'

Skye keek om naar haar ouders en glimlachte breed. Ze rechte haar rug en keek stoer.

'Alleen ik zag hem!'

Thomas grinnikte zachtjes.

Nog een paar jaar en zij was de zijne.

Hij sprong in de tuin van de buren. Ze hadden kippen, en waren zelf niet thuis.

Hij gromde walgend. Gatver. Moest hij zich verlagen tot het niveau van een vegetariër?!

Hij zuchtte diep en beet alle zes kippen dood

ThomasWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu