Hoofdstuk 4: Naar het bos

497 20 0
                                    

Na weer een nacht vol nachtmerries zit ik uitgeput en doodmoe aan de tafel. Sinds dat incident vorige week zijn mijn nachtmerries steeds erger geworden. Elke nacht ben ik wel wakker gemaakt door Liam, of Charlie. Ze overwegen zelfs om mij weer terug aan de medicatie te zetten, omdat ik zo moe ben. Ze kijken het nog een paar dagen aan.

Niall tikt mij aan en vraagt: "Gaat het wel? Slecht geslapen?" "Je hebt me zeker horen gillen vannacht?" Vraag ik beschaamd. Niall knikt en zegt: "Ik weet hoe het is. Dat had ik in het begin ook steeds. Het wordt vanzelf beter." Niall kan mij altijd weer een beetje moed inspreken. Hij is altijd zo positief. Hij is één van mijn beste vrienden.

Tijdens het ontbijt vraag ik zachtjes aan Liam: "Mag ik vandaag de lessen overslaan en naar het bos? Ik trek het vandaag niet." Liam knikt meteen. Ik ruim mijn bord en glas op en ga dan meteen naar buiten, naar het bos toe. Die nachtmerries breken mij echt. Ik ben zo moe en als ik moe ben voelen die lessen ook tien keer zwaarder. Elk klein dingetje raak me dan en overal raak ik van in paniek. In het bos kom ik altijd even tot rust.

Het is al avond als ik terug wil gaan naar de groep. Liam weet dat ik lang weg blijf als ik me niet goed voel, maar als ik de hele dag weg ben gaan ze zich vast zorgen maken. Net als ik opsta komt Louis aangerend. Tranen stromen over zijn wangen. Zodra hij mij ziet rent hij snel langs me. "Louis!" Roep ik, terwijl ik achter hem aan ren. Wat zal er aan de hand zijn?

Ineens valt hij plat op de grond. Snel ga ik naar hem toe en leg mijn hand op zijn rug. Hij begint meteen te gillen. "Rustig, ik ben het maar. Ik doe je niets." Zeg ik meteen. Mijn hand haal van zijn rug. "Rustig ademen, love. Ik ben bij je. Je bent hier veilig." Probeer ik hem te kalmeren. Langzaam wordt zijn gehuil minder.

Als hij gestopt is met huilen streel ik voorzichtig over zijn rug. Hij begint meteen weer te gillen. "Louis, ik ben het. Rustig maar. Je bent veilig." Zeg ik. Als hij weg beweegt van mijn hand, zie ik dat als teken dat hij niet aangeraakt wil worden, dus ik haal mijn hand weg. Al snel kalmeert hij dan weer.

Na een tijdje komt Louis pas weer overeind. Hij kijkt beschaamd naar de grond. "Louis, love, kijk me aan, alsjeblieft." Zeg ik kalm. Voorzichtig kijkt hij mij aan. Ik glimlach en wil de tranen van zijn gezicht vegen. Van schrik deinst hij achteruit. "Je weet dat je mij alles kunt vertellen, toch?" Vraag ik. Louis knikt, maar zegt niets. Dan zie ik ineens allemaal bloed aan zijn broek zitten. Mijn ogen worden groot van schrik en ik zeg: "Louis, je bloedt." Hij reageert er niet op. "Moeten we naar het ziekenhuis?" Vraag ik dan. Hevig schudt hij zijn hoofd. "Moet ik je thuis brengen?" Vraag ik verder. Weer schudt hij zijn hoofd. Dan zit er nog maar één ding op. "Sweetheart, ik ben bezorgd om je. Ik ga even iemand bellen om ons op te laten halen." Zeg ik. Als Louis knikt, pak ik mijn telefoon en loop een paar meter bij hem vandaan.

Als Liam de telefoon opneemt zeg ik: "Liam, er is iets goed mis met Louis. Kun je ons op komen halen in het bos." Liam zegt dat hij er meteen aankomt. Ik word er zenuwachtig van dat Louis er nu achter komt dat ik op de groep woon, maar mijn zorgen om hem zijn groter.

Ik loop terug naar Louis en zeg: "Liam, komt ons ophalen. Red je het om naar de parkeerplaats te lopen?" Louis knikt en komt overeind. Langzaam begint hij te lopen. Hij heeft veel pijn en zijn benen bloeden best hard. Ineens pakt Louis zachtjes mijn hand vast. Meteen glimlach ik naar hem en met mijn duim streel ik over zijn hand.

Al snel zijn we op de parkeerplaats. Liam staat daar al op ons te wachten. "Dankjewel Liam." Zeg ik terwijl we instappen. Hij zegt meteen dat het geen probleem is. Als we in de auto zitten zegt Liam: "Hoi, ik ben Liam." "Louis." Antwoord Louis verlegen. Als ik naast Louis zit leunt hij meteen tegen mij aan. "Ik moet je iets vertellen." Begin ik nerveus. Louis pakt mij hand vast, maar zegt verder niets. "Ik woon niet in een gewoon huis, Lou. Ik woon op een behandelgroep. Daarom wilde ik altijd in het bos afspreken." Vertel ik met trillende stem. Louis gaat rechtop zitten en kijkt mij in mijn ogen aan. "I don't care. Ik heb ook genoeg geheimen. Ik hou van je." Zegt Louis. Dat stelt me meteen weer gerust. Eigenlijk wist ik ook wel dat Louis zo lief zou reageren.

Louis gaat weer tegen mij aan hangen, maar zegt dan ineens in paniek: "Sorry, sorry, het spijt me." Zijn ogen blijven naar de grond gericht. Als ik kijk zie dat zijn bloed langzaam druppelt op de grond van Liam's auto. "Louis, wat is er?" Vraagt Liam bezorgd. "Ik maak het wel schoon. Het spijt me." Zegt Louis snel. Het doet mij echt pijn om Louis zo te zien. Zo kwetsbaar en bang. Hij trekt zijn knieën meteen op tegen zijn borst en slaat zijn handen voor zijn gezicht. "Het is niet erg. Wees maar niet bang. We zijn er ook al." Zegt Liam. Liam blijft altijd kalm in dit soort situaties. Dat is echt heel fijn, want ik stress nu nogal.

We lopen naar binnen toe en dan zegt Liam: "Ga jij maar naar je eigen kamer, dan help ik Louis even. Charlie komt zo naar jou toe." Ik knik en loop dan naar mijn eigen kamer. Dat vind ik echt vreselijk, want ik wil Louis niet alleen laten. Maar ik weet dat hij veilig is bij Liam. Liam kan hem beter helpen dan dat ik kan.

Het duurt niet lang voordat Charlie in mijn kamer is. "Hoe gaat het met jou?" Vraagt hij, terwijl hij gaat zitten. Ik haal mijn schouders op. Ik maak me nu vooral zorgen om Louis. "Naast je zorgen om Louis. Geen nare herinneringen?" Vraagt hij. Dan knik ik toch. Hem zo bang en gewond zien deed me denken aan mezelf, toen Liam en Zayn mij vonden. Toen was ik er ongeveer hetzelfde aan toe. "Als er wel iets is, kom je dan naar me toe?" Vraagt Charlie. Dus ik knik. Met Charlie kan ik altijd wel goed praten. 

Infinity (Larry fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu