H.14

2.5K 163 16
                                    

Sophie pov.

'Jij fucking klootzak! Kon je echt niet beter opletten? Ze is nu al zes dagen weg!' Hoor ik een stem kwaad foeteren. Ik heb nu al medelijden met de persoon waartegen gefoeterd word. Ik probeer mijn ogen te openen maar het lijkt wel alsof ze vastgelijmd zijn. 'HALLO?! IEMAND!?' Roep ik dan maar, hopend dat iemand mij hoort. Bijna gelijk voel ik een hand op mijn wang. 'Hey, het komt goed.' Klinkt Calums stem liefkozend naast me. 'Waarom kan ik mijn ogen niet opendoen?' Vraag ik wanhopig terwijl ik Calums hand  probeer vast te pakken. Ik krijg een hand te pakken maar ik kan voelen dat het niet Calums hand is. Gelijk laat ik de hand los en verstop mijn handen onder mij rug. Het was duidelijk een mannenhand, een man die ik niet ken. Ik hoor Calum grinniken en krijg een gelukzalige glimlach op mijn gezicht. 'Houd je mond hond!' 'Jij bent er anders ook 1 eikel.' Kaatst Calum terug. 'Wie ben je?' Vraag ik terwijl ik weg probeer te komen. 'Je verloofde.' 'WAT?! PHILIP WAT HEB IK JE DAAR OOKAL WEER OVER GEZEGD?!' 'Chillax babe! Ik ben Philip niet en ik maak geen grapje.' De stem klinkt doodserieus. 'IK GA NIET MET JE TROUWEN STOMKOP! IK KEN JE NIET EN IK KAN JE NIET ZIEN DUS VERWACHT NIET TE VEEL!' Schreeuw ik woest. 'Hahaha jij veranderd wel en dat over je ogen. Binnenkort kan je wel weer zien.' 'Ik wil niet binnenkort zien ik wil godverdomme NU zien! Wat is daar zo moeilijk aan!' 'Hey hond! Stel haar eens gerust.' Gelijk voel ik Calums hand weer op mijn wang, hij wrijft geruststellend rondjes met zijn duim. 'Het komt allemaal goed Sophie. Je bent veilig geen zorgen ik ben bij je.' Ik knik. 'Calum?' 'Ja?' 'Weet je nog wat ik zei voor IEMAND me neerschoot met dat facking frikking hell verdovingspijltje van onbreekbaar glas?' 'Ja, hoezo?' 'Dat mag je nooit vergeten oké? Nooit.' 'Ik zal het ook nooit vergeten.' 'Wat zei ze dan hond?' 'Calum ik weet niet wie dat is maar vertel het hem niet!' 'Ik vertel het ook niet diamantje.' Ik hoor een geluid van krakende botten en krimp ineen. 'Vertel. Het. NU!' Buldert een doodenge stem waardoor ik nog meer ineen krimp. 'Sophie?' 'Ja, vertel het maar..' zeg ik zacht. 'Ze zei dat ze van me houdt en dat ik dat nooit mag vergeten.' 'HA! Hahahahahahaha!' Zegt die stem weer. Ik merk dat ik kippenvel krijg. Plots voel ik een ruwe, grote, zachte hand over mijn hoofd wrijven. Okeeeee... what's going on? 'Je snapt het niet hè? Je wéét het niet hè?' 'Wat weet ik niet en wat snap ik niet?' 'Hoe belangrijk je bent en waarom je met mij -de betreffende persoon zegt dit überarrogant en uit de hoogte.- verloofd bent.' 'Ehm... nee... ik snap inderdaad niet waarom ik belangrijk ben en ik weet ook niet waarom ik dus blijkbaar met je verloofd ben en ik weet ook niet waarom jij MIJN hoofd aait dus LEG HET ME NU UIT!' 'Woaw! Rustig tijger!' Oeeeh, dát had hij niet moeten zeggen. 'Grrrrrrrrr!' Er komt vanuit mijn borstkast een woest gegrom naar boven. Ik voel de hand die nog steeds mijn hoofd aait verstarren. Ik pak de hand beet en duw hem helemaal tegen zijn pols aan. Heeeeel langzaam en heeeeel pijnlijk. Er komt een misselijk makend gekraak uit. Ik hoor mensen hun adem tussen hun tanden inademen. Ik zie de van pijn en afschuw getrokken gezichten al voor me en dat zorgt ervoor dat ik grijns. 'Een geestenwandelaar is een verdorven ziel die gemaakt is om te doden en pijn te laten lijden.' Schiet er plots door mijn hoofd. Gelijk laat ik los. Wat heb ik gedáán! Waarom deed ik dat? Zo ben ik niet! Oh mijn god, hoe maak ik dit ooit goed?! Ik moet hier weg, NU! Ze zullen me vermoorden! 'Rustig! Ze gaan je niet vermoorden!' Klinkt Ellens stem plots door mijn hoofd. 'Wie zegt dat?' 'Daar ben je te waardevol voor schat.' 'O fijn...' 'Je kan merken dat ze een geestenwandelaar is.' hoor ik iemand op de achtergrond zeggen. 'Sorrysorrysorrysorry! Het ging per ongeluk!' roep ik snel. 'Voor deze keer zie ik het door de vingers.' Godzijdank. 'Sophie, probeer je ogen eens te openen.' commandeert de arrogante stem me weer. Ik zucht en zeg: 'Dat probeer ik al de hele tijd! Ik voel me blind zonder ogen!' 'Dan ben je ook blind.' merkt iemand op. Oké, snugger. 'Mijn ogen doen het nog wel gewoon hoor. Ik krijg alleen mijn oogleden niet open.' 'Pffff, zal wel.' Ik merk dat ik weer boos word. Waarom word ik zo snel boos? Dat is echt irritant. 'Ik weet niet wie je bent maar ik laat je effe weten dat je me behoorlijk chagrijnig maakt.' 'Never mind.' Ik grinnik kort. 'Wanneer mag ik weg?' 'Niet. Je behoort nu tot mij toe.' Daar gaan we weer. 'Voor de laatste keer, ik behoor niemand toe en al helemaal niet iemand die ik niet ken.' 'Goed dan zal ik me even voorstellen. Mijn naam is Seff, ik ben de machtigste geestenwandelaar van deze tijd. Ik houd van blauw, wolven, peren en bandana's.' Wow, dat klinkt als mijn droomjongen die ik ooit heb verzonnen. Nu is mijn droomjongen Calum. Maar als ik perse met hem zou moeten trouwen zal ik hem een lesje anti-arogantie geven. 'Dat klinkt als mijn droomjongen van vroeger.' 'Wát? Val je op zulke jongens?' roept Calum verontwaardigd. 'Calum! Rustig! Vroeger wel ja, vóór ik jou heb ontmoet.' 'Oef! Ik dacht al!' 'Hoezo was ik vroeger jouw'n droomjongen en nu niet meer?' 'Omdat ik nu Calum heb.' antwoord ik simpel. 'Tja, dan zal ik je moeten teleurstellen. Calum is niet meer jouw'n verloofde. Dat ben ik nu. Volgende maand is de bruiloft. Als je dan ten minste kan zien.' 'Als het ligt aan het feit dat ik niet kan zien, dan houd ik liever mijn ogen voor altijd dicht.' 'Ooit zul je ze moeten openen. Des noods dwing ik je.' 'Ik heb echt geen keuze he?' 'Nope.' 'Waarom wil je überhaupt met me trouwen?' 'Ik ben de machtigste geestenwandelaar van deze tijd en jij bent de enige vrouwelijke geestenwandelaar. We zijn allebei machtig en zijn gewoon voorbestemd om bij elkaar te blijven. Onze kindere-' 'WOWOWOWOWOWOW! Ho, even vriend. Niet te snel van stapel lopen okay? Ik heb je nog nooit gezien en ik kan je nu ook niet zien dus je kan nu niet zeggen dat wij voor bestemd zijn voor elkaar. En by the way, alleen mates zijn voor bestemd voor elkaar.' 'Zo mooi en toch zo wijs... Net als haar naam.' hoor ik Calum mompelen. Ik glimlach kort in zijn richting, denk ik. 'STOP MET NAAR HEM GLIMLACHEN!' brult de jongen plots. Verschrikt krimp ik weer ineen. 'Rustig schatje, jou zou ik nooit wat doen. In tegenstelling tot jou.' 'Ik werd gewoon boos okay? Dan heb ik dat geestenwandelaar spul niet onder controle!' 'This is al goed.' Ik knik en ga weer liggen. Plots voel ik een lichaam naast me. Gelijk probeer met nadruk op probeer ik uit bed te springen. Ik val keihard op m'n gezicht en probeer weer op te krabbelen met als gevolg dat ik keihard mijn enkel tegen de volgens mij ijzeren rand van het bed stoot. 'AUW! GODVERDEGODVERDOMME!' ik hoor een zachte lach uit het bed komen. Woest spring ik op nadat ik eerst twee keer gevallen ben. 'Dus jij vind dit grappig he? Zal ik jou eens iets laten zien wat echt grappig is?' sis ik woest. 'Laat maar wat zien.' Die jongen vraagt er gewoon om. Ik span me heel erg in en concentreer me op mijn woede en voel dat ik begin te trillen. 'Ehm... Seff? Misschien moet je haar laten stoppen...' 'Waarom? Ik houd haar wel tegen.' Arrogante opschepper! Het voelt alsof er iets uit me word gezogen, heel langzaam. Het leven lijkt uit me te lopen. Na iets wat voor mij uren lijkt te duren is het klaar en val ik op de grond.

Woest been ik naar Seff toe. Ik kan hem zien en ik moet toegeven dat hij best knap is. Wow waar ben ik met mijn gedachtes? O ja, ik zou hem laten zien wat grappig is. Ik verander in mijn wolf en bijt hem keihard in zijn been. Het lijkt hem niet te deren. What the fack?! Zo is er geen lol aan! Ik bijt dieper en ik proef een ijzerachtige smaak in mijn mond. Bloed... Ik trek niet terug nee integendeel ik begin het gretig op te drinken. Ik kan er niks aandoen, het is gewoon hemels. Ik sluit genietend mijn ogen. Plots word ik achteruit getrokken. Mijn tanden trekken een stuk vlees mee. Ik eet het snel op, 'T IS VAN MIJ! Ik kijk naar degene die mij had weggetrokken. Hij staat daar heel nonchelant met zijn armen over elkaar geslagen mij te analiseren. Ik grom en lik mijn snuit af. Er zit nog bloed aan. Plots komt hij naar me toe en grijpt me bij mijn nek vel. 'Mijn bloed drinken en mij een beetje opeten he? Daar zul je voor boeten.' Wacht wat? Dan is dit Seff! Seff? O ja Seff! hij was de machtigste geestenwandelaar van deze tijd. Mijn instinct zegt dat ik in elkaar moet krimpen maar mijn hersens zeggen: BIJTEN! Ik doe wat mijn hersens zeggen en probeer in zijn arm te bijten. 'Ah, ah, ah!' zegt hij alsof hij tegen een hond praat. Wacht.... Ik bén nu een soort van hond. Een wolf. Snel verander ik me terug. Hij heeft nu mijn haar vast en houd me daaraan omhoog. Ik schreeuw het uit van de pijn. 'Je weet dat je nu naakt bent he?' Euh wat? Snel sla ik mijn handen om mijn lichaam. 'Word je niet moe?' Gelijk merk ik hoe vermoeiend dit is. Ik probeer wakker te blijven. Wat dus niet werkt. 'Tot zo prinses.' is het laatste wat ik hoor.

Verschrikt ga ik rechtop zitten. Mijn ogen willen nog steeds niet open. 'SOPHIE!' hoor ik iemand roepen. Ik weet nu al dat het Calum is. Al snel sluiten twee zachte armen zich om me heen. 'Calum?' 'Ja diamantje?' 'Wat is er gebeurt?' 'Je werd boos op Seff en je geestenwandelaar nam het over. Je hebt Seff lelijk toegetakeld.' 'Waar dan?' 'Er is een hele hap uit zijn been. En hij lijd aan bloedverlies.' 'Heb ík dat gedaan?' 'Ja...' Ik merk dat ik sneller begin te ademhalen. 'Rustig Sophie, it's gonna be alright.' 'How do you know that?' 'Dat weet ik gewoon.' Ik knik en begraaf mijn hoofd in zijn shirt. Hij ruikt lekker, hij ruikt naar Calum. Plots word ik aan mijn haar achteruit getrokken. Ik knijp mijn ogen stijf dicht ookal waren ze niet open. Ik voel een warme, gejaagde ademhaling in mijn nek. 'Jij gaat voor straf effe drie weekjes de cel in.' fluisterd Seff in mijn oor. 'Nice!' zeg ik sarcastisch. 'Kappen! Voor straf mag je nog een halve week langer.' O, dit is echt zooooooo romantisch, not. Dit is gewoon zo'n typisch geval van een geestelijke afwijking. Mannen die denken dat ze de baas zijn over vrouwen. Ik knik maar wat en laat me meeslepen. 'Doei Calum... Ik houd van je...' 'Ik houd ook van jou...' zijn de laatste woorden die ik hoor voordat ik keihard tegen een muur aanknal. 'Dat neem je terug!' sist Seff in mijn oor. Ik schud mijn hoofd, nooit zou ik dat terug nemen. 'NEEM TERUG!' hij duwt me nog harder tegen de muur. 'Moet jij niet denken aan je been?' Gelijk voel ik Seff ineen krimpen. 'Het doet geen pijn.' 'Ja vast en ik ben een paarse pinguin.' Hij grinnikt kort en zegt dan: 'Je hebt humor. Daar houd ik van. Hou dat vast.' Hij sleept me weer verder maar ik merk dat hij hinkt. 'Je kan ook naar de ziekenboeg gaan.' opper ik. 'Doe ik straks, eerst moet jij naar je kamer.' 'Je bedoelt cel.' 'Wat jij wilt.' Met die woorden duwt hij me van zich af en val ik op de grond. 'Tot over drie en een halve week prinses.' 'Doei eikel.'

Halloah! Op de foto is Seff! En vraagske, zouden jullie een Q&A  leuk vinden?

The black wolf and I   ●The Lost Mind Series●Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu