Sophie pov.
Jace, wéér een ander mens, kijkt me boos aan waardoor ik moet lachen. Geef toe, is het niet grappig hoe iemand je met een dunne streep en gespleten witte dingen met blauw en zwart erin (de mensen hier noemen het ogen... rare naam... ik zou het witte bollen met blauw en zwart noemen aangezien dat het is. Das toch gewoonweg logisch!) met wenkbrauwen (volgens mij zijn het wenkbrauwen, ik weet het niet zeker) die naar beneden wijzen je aankijkt? Ik vind het gewoonweg echt grappig. Wat ik niet snap is waarom mijn woordenschat best groot is en ik geen idee heb wat het eigenlijk betekend of wat het is. Weird... Zie je?! Ik heb geen idee wat weird betekend en toch gebruik ik het!! 'Sophie, laat ik het anders zeggen: je mag nergens meer heen zonder mijn toestemming, duidelijk?' Ik heb dus echt geen idee waarom hij zo boos is want het is toch volkomen logisch als ze tegen mij zeggen dat ik op wit papier mag verfen dat ik dan op wit papier ga verfen? Ze zeiden zelf dat papier alle maten kon hebben! En nu zijn ze dus heel boos op mij alleen maar omdat ik op het grote witte papier met de gouden bol heb geverfd. Óf ik ben gek, óf zij hebben gewoonweg geen logica! Wat is logica... Nog even en ik word gek van mezelf! Oeh! Vogeltje! Ik ren naar het vogeltje en bekijk het met grote ogen. Het is een klein, zwart vogeltje met een blauwe gloed en hemelsblauwe ogen. 'SOPHIE! GA WEG DAAR!' brult jace terwijl hij me achter zijn rug duwt en keihard op het raam begint te slaan. 'Ik kan daar toch niet weggaan als jij me al hebt weggehaald of hoe jij dat ook noemt.' 'Dat noem ik in veiligheid brengen.' zegt Jace terwijl hij me tevreden aankijkt. 'Waarom kijk je zo?' 'Hoe kijk ik dan?' 'Ik weet niet precies wat het is maar volgens mij is het tevreden.' 'Oh, ik heb een Fribtin verjaagd zónder aangev-AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH!' Jace valt schreeuwend op de grond en maakt rare kronkelbewegingen. 'Zonder wat?' Geen antwoord... Jace ligt nu doodstil met wijd opengesperde ogen naar 't ding boven ons hoofd te kijken, wat ik best snap aangezien in 't best bijzonder is dat ze iets hebben gebouwd maar 't heeft geen naam. Na iets van vijf minuten naar 't ding boven ons hoofd te hebben gestaard kijk ik weer naar Jace die er nog steeds precies 't zelfde bij ligt. 'Jace....? Jace? JACE?! KOM OP JACE DIT IS NIET LEUK MEER!' Schreeuw ik terwijl ik Jace door elkaar schud, zo heet dat toch? Ach, het zal wel. Ik blijf Jace's naam roepen en blijf hem door elkaar schudden maar ik krijg geen reactie... Misschien moet ik er een ander mens bij halen. Hoe noemden ze dat ookal weer? Euhm...... euh..... O JA! Beschermen! Nee.... euuuuuh.... Waars.... Waars.... Waarschuwen! Ja! Dat is het! Wáárschúwén.... Gut, wat een apart woord. Netals ik omhoog wil komen begint Jace te schreeuwen en duikt hij naar mijn euh.... Hoe heet 't nou... Keel! Ja, hij duikt naar mijn keel en geschrokken krabbel ik naar achteren maar hij is te snel. Met een schreeuw val ik op de grond, Jace's duimen tegen dat iets dat lucht doorlaat gedrukt waardoor ik bijna geen lucht meer krijg. Piepend probeer ik lucht binnen te krijgen en Jace's handen van mijn keel af te halen maar hij is heel erg euh... sterk. Er beginnen van die schattige, kleine, zwarte vlekjes voor mijn ogen te dansen. Wat is dansen? Bewijs van mijn "kennis". Maar volgens mij waren die vlekjes een slecht teken, toch? En dan zijn z'n handen weg. Als een vis begin ik naar adem te happen. Wat is eigenlijk een vis? Echt, als ik vroeger alles nog wist vermoord ik degene die mij dit aan heeft gedaan. 'Dat doe je toch niet.' Zegt een zangerig, duivels stemmetje in m'n euh.... HOOFD! JA! Het was hoofd! Woew! Mensjes, ik word slimmer! Tegen wie heb ik het eigenlijk? Ach, zolang iedereen maar weet dat ik slimmer word. 'JE MEEBEZIG BENT?! WE MOETEN HAAR LEVEND HOUDEN IDIOOT!' Onderbreekt een stem plots mijn gedachtes. Ik zie vijf mensen staan die een ander mens, volgens mij Jace, tegen dat spul onder ons gedrukt houden waardoor hij niet op kan staan ondanks zijn pogingen. 'Moet.... jullie.... vermoorden!' Brult Jace woest. Zijn stem klinkt niet als zijn stem maar meer als dat stemmetje in mijn hoofd. Creepy... 'Hij is onder de invloed van Fribtins jongens. We moeten naar de packdokter en wel nu!' 'Moet iemand niet op Sophie le-' 'AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH!' Ik gil het uit. Er schieten lichtflitsen door mijn hoofd en ik heb het gevoel dat ik ga ontploffen, nou ja mijn hoofd dan. 'Jongens... we moeten hier weg en wel nu.' Klinkt er ergens een stem in de verte. 'Nee, hun moeten we gewoon hier achterlaten.' Weer die stem die probeert mijn gegil te overstemmen. Ik heb het gevoel alsof mijn hersens fijn worden gestampt. En dan is de pijn weg, gewoon weg. Kreunend krabbel ik overeind en als ik opkijk, kijk ik recht in de ogen van Jace, die met grote ogen naar mijn nek staart en dan weer naar zijn handen. Okay, what the fack? En waarom herinner ik me niks meer behalve personen en hun namen? Nou ja, bijna alle personen, mijn ouders herinner ik me niet. 'Jace, stop met staren okay? This creepy.' Met een schreeuw schiet Jace een stuk achteruit terwijl hij me met hele, grote ogen aankijkt. 'Gast... ik zei net dat je niet zo moest staren en nu doe je het toch weer!' 'J... je weet mijn n...naam?' 'Dude, natuurlijk weet ik je naam! Alleen weet ik niet waaróm ik je naam weet... ik weet niet eens wat ik hier doe!' 'Zo te zien heb je nog steeds last van geheugenverlies al is het minder erg dan eerst maar waarschijnlijk komt dat nog...' Wat zei hij nou ookal weer? 'Waar had je het ookal weer over?' 'Dat je nog steeds geheugenverlies hebt.' 'Oh... nog steeds?' 'Ja, nog steeds.' 'Wat nog steeds?' Jace kijkt me een paar seconden onbegrijpend aan en daaarna lsof hij een link heeft gelegd. 'Ik denk dat ik weet wat de derde stage is...' mompelt hij zacht terwijl hij een knie optrekt en daar op leunt. 'Wat voor stage?' 'Je bent nu vervloekt, en die vervloeking houdt pas op als wij je dumpen maar dat doen we niet aangezien de alpha dat niet wil en wij ook niet bovendien.' Voegt Jace er snel aan toe als hij mijn gezicht ziet. 'Aha.' 'Oh, dit voelt zo goed om een beetje fatsoenlijk gesprek met jou te hebben ookal kun je het elk moment weer vergeten.' 'Ik heb nu echt geen idee waar je over aan het praten bent. 'Dat bedoel ik dus.' Zegt Jace grijnzend. 'Okay.... vaagheid...' 'Vaagheid?' Zegt Jace lachend. 'Ja vaagheid. Problemen mee?' 'Nee, nee. Ik heb dat woord alleen nog nooit gehoord.' 'Okay, óf jouw'n woordenschat loopt achter óf mijn woordenschat loopt voor.' 'Óf je fantasie gaat met je aan de haal.' Voegt Jace er grijnzend aan toe. 'Wat?' 'Nee, niks hoor. Kom, we gaan naar de alpha.' 'NEE! IK GA NIET NAAR DIE KLOOTZAK!' 'Hoe weet jij nou weer dat het een klootzak is?' 'Dat herinner ik me, het voelt alsof het op een stickertje boven z'n hoofd staat.' 'Okeeeeeeeee... Let's go!' 'Ik-ga-niet!' Zeg ik nadrukkelijk terwijl ik mijn armen over elkaar sla. 'Oh nee?' Zegt Jace duivels grijnzend. 'Wat, oh nee?' 'Niks, kom we gaan.' 'Waarnaar toe?' 'Ergens.' Zegt Jace voor hij me optilt en over z'n schouder gooit. 'GODVERDOMME JACE! WAAR GAAN WE NAARTOE!' Schreeuw ik terwijl ik op Jace's rug timmer als we door de gang lopen en alle jongens ons vreemd aankijken. Nou ja, vooral mij. Vraag me niet waarom... 'Wat? Heb ik iets van jullie aan ofso?' Zeg ik bot voor ik verder ga met op Jace's rug timmeren. Dan stappen we een kamer binnen, met daarin euh... 'Hallo Jace, hallo Sophie.' zegt de stem van de alpha relaxt al merk ik een lichte irritatie op bij mijn naam. 'WAAROM ZIJN WE HIER?!' schreeuw ik boos naar Jace. Ik wil hier niet zijn! Niet bij die klootzak van 'n alpha... 'Vertel 't eens Jace. Is er iets gebeurd?' 'Ja, Sophie is nu in de derde stage van de vervloeking.' zegt Jace terwijl hij me op het bureau neerzet zodat ik (helaas) de alpha kan zien. 'En wat is de derde stage dan?' 'Klein vraagje hoor, maar waar de fack hebben jullie het over?!' 'Je zit er al de hele tijd bij! Waarom moet je dat nog vragen?!' zegt de alpha verbaasd. 'Dat is dus de derde stage alpha. Ze herinnert zich namen en personen maar niet wat er gebeurd is en na een paar seconden vergeet ze ook weer wat er daarnet gebeurt is.' 'Ze weet dus eigenlijk alleen namen?' 'Ja, alpha. Dat klopt.' 'Interessant... Da-' 'JULLIE GAAN GÉÉN PROEVEN OP ME DOEN!' schreeuw ik er dwars doorheen. 'Neehee, dat moeten we ópschrijven!' 'Oh...' 'Maar we moeten wel kijken wanneer ze weer iets vergeet. Das makkelijker voor later als we een keer meerdere mensen in dit stage krijgen of ontmoeten.' zegt de alpha, 'slim'. 'Waar hadden jullie het ookal weer over?' 'Da-' 'Alpha, laat maar zitten. Ze vergeet het toch weer.' 'Hm, das waar. Goed opgemerkt Jace.' Jace glundert van trots, alsof hij normaal gesproken de 'domme' is. 'Dank u alpha.' 'Het is verdiend Jace, jullie kunnen gaan maar ik verwacht van jou Jace dat je oplet wanneer ze alles weer vergeet.' 'Ko-' 'HÉ! En waarom kan ik dat niet? Jace gaat echt niet mee het toilet in!' 'Waarom niiiiiiiiiet?' zegt Jace zeurderig. 'Vanwege Calum.' 'Calum? Wie is Calum?' 'Mijn mate.' 'Het zal ook eens niet.' 'Wat zal ook eens niet?' 'Niks. Kom, we gaan naar buiten.' 'JAAAAAAAA! BLOEMETJES PLUKKEN!' roep ik voor ik wegren en Jace vermoeid hoor kreunen om vervolgens achter mij aan te gaan. Ik ben inmiddels aangekomen op een kruispunt. Welke kant op is naar de tuin? Bedachtzaam kijk ik voor me uit tot ik voel hoe iemand zijn armen om mijn middel wikkelt en mijn geur opsnuift. 'WHAT THE FACK DUDE?!' roep ik terwijl ik fel tegenstribbel. 'Djeez... De vorige keer was je 'n stuk rustiger!' klinkt Ivo's stem in mijn oor. 'Ik kan me anders geen vorige keer herinneren. DUS LAAT ME NU LOOOOOOOOOS!' 'Woah! Rustig! Ik laat je al los!' Ivo's armen glijden van mijn middel en direct begin ik te rennen. Ik ruik gras en bloemen! 'Zo eng ben ik nou toch ook weer niet?' hoor ik Ivo nog ergens mompelen maar ik let er niet op. IK WIL BLOEMEN PLUKKEN!
Maaike pov.
Vermoeid loop ik door de stad. De alpha had direct nee gezegd toen ik vertelde wat die klote alpha mij had verteld. En nu loop ik hier, gewoon niks doen en hopend op een beter plan dan ik nu in mijn hoofd heb. Das eigenlijk een best wel slecht plan maar who cares? Calum is ook nog niet terug, wat ook nog heel "handig" is... Het begint te schemeren maar het doet me niet veel. Ik zie toch nog even goed. Plots klinkt naast me het breken van glas en geschrokken kijk ik opzij. Het geluid kwam uit een donker steegje. Ik kan er net twee gedaantes in onderscheiden die overduidelijk dronken zijn. Of beter gezegd, 1 is dronken de andere is euhmmm... high? Ja, high. Zucht, typisch... 'H...Hey!' Bralt 1 van de gedaantes naar mij maar ik doe alsof ik hun niet heb gezien en loop door. 'M...Maaike! Hik H...hey!' Ik verstijf en draai me langzaam om en loop een terug naar het steegje. 'Ik zei toch dat ik Maaike rook!' Zegt 1 van de gedaantes triomfantelijk. Nou ja, voor zover dat gaat dan. Het klinkt best wel raar eigenlijk. 'W...wie zijn jullie?' Breng ik uit. 'Herken je o...ons niet meer? Da...das kw...kwetsend!' Bralt de ander weer. 'Het is heel lastig jullie te herkennen als ik jullie niet kan zien.' Zeg ik bijdehand. 'Dan kom je toch hiernaartoe!' Zegt de ander geïrriteerd. Dat gedrag komt me ergens wel bekend van voor... ik kan me alleen niet zo snel herinneren waarvan... 'Komen jullie maar naar mij, ik ga écht niet daarnaartoe!' Het kan bijvoorbeeld ook zomaar een val zijn, klinkt onwaarschijnlijk maar je weet maar nooit. 'A...ah, k...komop! W...we b...bijten niet!' 'Jij sowieso niet maar misschien ik wel.' Zeg ik droogjes. 'Ze is qua karakter niks veranderd.' Zegt de ander nu heel vrolijk. What the fack? 'Voor de laatste keer, wie zijn jullie?' 'N....nah! Z....ze is o...ons ge...gewoon v..vergeten!' 'Misschien herinner ik me jullie weer als jullie JE NAAM ZEGGEN?!' 'Wow, rustig! Wij zijn 't! Paisley en Maarten!' Dat méén je niet.... Van alle sukkels uitgerekend hen?! Het zijn weliswaar mijn vrienden maar ze hebben het verstand van een dode mug. En dat meen ik serieus. 'Oh my god....' zeg ik terwijl ik een stap achteruit en loop weg. Ik weet nu al dat dit hier niet bij gaat blijven maar de verleiding om weg te lopen is te groot. 'M...Maaikeeeeeee! W...h...heb j...je geld? O...of een s...slaap...plaats?' bralt Maarten. Kort daarna klinkt het geluid alsof iemand tegen prullenbakken aanloopt en die dan omvallen. 'Sukkel die je bent.' hoor ik Paisley mompelen terwijl hij volgens mij Maarten probeerd overeind te trekken. Met een zucht draai ik me om en loop terug, de steeg in. 'Jongens, ik heb een slaapplaats voor jullie maar jullie moeten je rustig houden, geen drugs of drank mee naar binnen smokkelen en respect hebben voor de al- euh, huisbaas. En ook voor iedereen die daar rondloopt. 'D...dat ko..komt w...wel goed M...Maaike.' zegt Maarten als hij weer overeind staat. 'Dat hoop ik dan maar...'
Hey, hey! Hier is weer een nieuw hoofdstukje! Hope you like it! Nog een vrolijk Pasen trouwens, weet 't een beetje laat maar dan nog. Jullie reactie's vind ik echt geweldig! Ze maken mijn dag goed! LOVE YOU ALL GUYS! En ik heb een nieuw verhaal: Fighting, maar ik heb er geen cover voor. *zet puppyoogjes op* zouden jullie een cover voor mij kunnen maken? Dat zou mij heel blij maken! Waar het verhaal over gaat:
Het is het jaar 2594, waar alles nogal chaotisch verloopt: Gevechten om voedsel en gezond drinkwater, gemuteerde mensen en dieren, groepen die de macht willen grijpen en mensen die dat tegen willen houden en dan breken er ook nog eens twee nieuwe ziektes los: SDQ-285 en Koningsdrap. Nogal een chaos dus.
Elisa heeft alle eerdere virussen overleeft en overwonnen, ze heeft het sterkste immuunsysteem van haar gezin, dat bestaat uit haar twee oudere broers, hun slet van een zus en zijzelf. Hun ouders zijn waarschijnlijk dood maar er zijn nog geen lichamen gevonden. Wat niet gek is aangezien het dodental nogal groot is. En dan word haar hele wereld uit elkaar gerukt, haar broers krijgen SDQ-285 en zijn ten dode opgeschreven en haar zus? Die blijkt Koningsdrap te hebben waarvan de gevolgen nog onbekend zijn aangezien alle slachtoffers van de ziekte verdwenen zijn. En als klap op de vuurpijl word ze gebeten door een gemuteerd mens.
Nogmaals, het zou mij heel blij maken als jullie een cover zouden maken.
JE LEEST
The black wolf and I ●The Lost Mind Series●
FanfictionSophie is een normaal meisje van 16 dat niet gelooft in weerwolven of vampiers. Ze vind het leuk om met vrienden rond te hangen, te lezen en af en toe naar een feestje te gaan. Dan ontmoet ze Calum, een Alpha's zoon, die haar mate blijkt te zijn. Al...