Als iets dikgedrukt staat zeg ik iets en hoort het niet bij het verhaal.
Als iets schuin staat is het of in gedachten of als een zucht of grom en als het schuin in een zin staat is het met nadruk.Vrolijk zingend loop ik door mijn zelf gekweekte rozentuin. Ik ben er zelf echt trots op. Plots klinkt er een luid gevloek achter me en geschrokken draai ik me om. Er ligt een jongen half uit één van mijn rozenstruiken. Hij zit onder de schrammen en rozenblaadjes. 'Wat doe jij hier?!' vraag ik aan de jongen terwijl hij opkijkt en begint te blozen. 'En nog belangrijker: hoe kom jij hier?' ga ik verder terwijl ik de jongen een moordende blik geef. Als blikken konden doden zou hij nu dood op de grond liggen. 'Ik.... Ehm....' Stamelt de jongen. 'IK KWAM DE POST BRENGEN!' roept hij plots vrolijk uit terwijl hij uit mijn rozenstruik kruipt en rechtop gaat zitten. De post? En daarom moet hij in mijn achtertuin zijn? 'En waar is mijn post dan?' zeg ik smalend als ik zie dat hij ook nog eens geen post bij zich heeft. 'Oh.... Eh....' De jongen word nog roder en ik moet lachen. 'Ach, laat ook maar. Kom binnen!' zeg ik met een lach op mijn gezicht. De jongen kijkt direct opgelucht en staat op. 'Mijn naam is Calum.' Zegt de jongen terwijl hij zijn hand uitsteekt. 'Sophie.' Zeg ik terwijl ik zijn hand vastpak. Hij is eigenlijk best wel behoorlijk knap... 'Dat wist ik al!' zegt Calum enthousiast. 'Wat? Hoe wist jij mijn naam al voor ik me überhaupt had voorgesteld had?' zeg ik terwijl ik hem onbegrijpend aankijk. 'Oh eh... dat staat op je huis.' 'Okay.... Maar hoe ben je binnengekomen?' 'Ik ben over de schutting geklommen.' Zegt Calum schouderophalend. Wat? Maar hoe dan?! Er staat daar een alarm op! 'Hallo? Sophie?' dringt er plots mijn gehoor binnen. 'Huh?' zeg ik terwijl ik Calum weer aankijk. Calum begint te lachen. 'Jij was ver weg zeg!' zegt hij grijnzend. Ik rol met mijn ogen. 'Hoe ben je over de schutting geklommen zónder het alarm af te laten gaan?' vraag ik terwijl ik Calum met samengeknepen ogen aankijk. 'Was er een alarm dan?' 'Ja want waarom zou ik het anders vragen?' 'Nou ehm... Misschien heb je het uitgezet?' 'Nee, als mijn vader er niet is heb ik het altijd aanstaan.' 'Misschien ben je het nu gewoon vergeten?' 'Denk 't niet maar vertel eens Calum, waarom besloot je om over mijn schutting te klimmen?' 'Wil je het hele verhaal horen?' 'Nou eigenlijk alleen vanaf het punt dat je besloot om over mijn schutting te klimmen.' 'Ohw... oké... maar voor ik jou ook maar iets vertel wil ik een paar dingen over jou weten.' Zegt Calum gemeen grijnzend. 'Zucht, wat wil je weten?' Calums grijns word nog groter en ik begin een slecht voorgevoel te krijgen. 'Hoe oud ben je?' 'Zestien...' 'Wat is je achternaam?' 'Dát gaat je niks aan.' Zeg ik geïrriteerd. 'Best, bespeel je een muziekinstrument?' 'Ja.' 'Welk muziekinstrument bespeel je?' 'Viool.' 'Hoe goed ben je?' 'Niet zo heel goed maar goed genoeg voor het TJSO.' 'Het TJSO?' 'Ja, het Twents Jeugd Symfonie Orkest.' 'Woon je hier niet dan?' vraagt Calum verbaasd. 'Jawel maar ik woonde eerst in Nederland.' 'Oh... wat is je lievelingskleur?' 'Blauw maar dat had je zelf ook wel kunnen bedenken.' Zeg ik terwijl ik naar mijn blauwe kleding wijs. 'Oh... ehm... wat is je lievelingsdier?' 'Waarom wil je dat nou weer weten?' Is zijn vragendoosje nooit op ofzo? 'Hé! Het was mijn beurt om vragen te stellen!' gaat Calum er verontwaardigd tegenin. 'Zucht...Wolf.' 'WOLF?!' roept Calum verrast uit. 'Ja, nou en? Is daar soms wat mis mee?' sis ik boos. Hij begint me een klein beetje op mijn zenuwen te werken. 'N... nee hoor! Je hoort gewoon niet zo vaak dat meisjes de wolf als lievelingsdier hebben.' Zegt Calum haastig als hij mijn boze gezicht ziet. 'Hmpf, ik ken er anders genoeg.' Grom ik chagrijnig. 'J... je gromt?' zegt Calum ongelovig. Snel sla ik mijn handen voor mijn mond. Mensen horen me niet snel grommen maar ik kan het zeker wel en al helemaal als ik geïrriteerd ben. Calum kijkt wat wazig voor zich uit maar dan verschijnt er plots een hele grote lach op zijn gezicht. Onbegrijpend kijk ik hem aan. Waarom lacht hij? 'Waarom lach je?' vraag ik hem dan ook. Calum loopt een paar passen achteruit en trekt ondertussen zijn shirt uit. What the...? 'Wat doe je?' vraag ik terwijl ik zelf ook een paar passen achteruit zet. 'Doe nou niet alsof je dat niet weet Sophie! Je weet precies waar ik mee bezig ben!' Wat? Waar heeft hij het over? Mijn ogen worden groter als ik zie dat hij zijn schoenen en broek ook uittrekt. Waarom heb ik plots de drang om me om te draaien en keihard weg te rennen? 'Sophie, doe nou gewoon ook wat ik doe.' Wat?! Is hij nou helemaal gek geworden?! 'Je hoeft je niet voor de domme te houden!' zegt hij terwijl hij me met zijn blik probeert over te halen. 'I... ik heb geen idee waar je het over hebt.' Stamel ik terwijl ik nog meer passen naar achteren zet. 'Zucht, als je je weer op je gemak voelt doe dan ook maar mee, okay?' zegt Calum verveeld. Wat?! Hij is absoluut helemaal gek geworden! Plots springt Calum in de lucht en veranderd hij in een grote zwarte wolf. Hij kijkt me verwachtingsvol aan en komt naar me toegelopen. Mijn angst word nog groter en ik zet nog meer stappen achteruit. De wolf/Calum snuift en kijkt me aan waarna hij gromt terwijl hij me liefdevol aankijkt en zichzelf in moet houden om weet ik veel wat te doen. Op dat moment slaan mijn stoppen door en ren weg. Als ik over mijn schouder kijk zie ik de wolf/Calum niet meer staan en opgelucht adem ik uit. Ik kijk weer vooruit om gelijk tegen iets zachts en groots aan te knallen. Geschrokken kijk ik omhoog en ik zie de wolf/Calum weer. Ik wil me weer omdraaien en wegrennen maar de wolf/Calum legt zijn snuit tussen mijn schouderbladen. 'LAAT ME LOS!' roep ik terwijl ik mijn angst probeer te verminderen. De wolf/Calum schud zacht zijn kop waardoor ik ook mee beweeg. 'C... Calum?' vraag ik zacht terwijl ik op de één of andere manier mijn angst een beetje voel minderen. Calum knikt en ik word door die beweging dieper in zijn vacht gedrukt. 'Waarom? Wáárom laat je mij dit zien?' vraag ik zacht. Ik voel Calum verstijven. Hij haalt zijn kop vanachter mijn schouderbladen vandaan en loopt naar zijn kleding die hij voorzichtig in zijn bek neemt. Hij loopt richting één van mijn grootste rozenstruiken die er niet stekelig uitzien maar eigenlijk wel zijn. 'Calum, als je weer teruggaat veranderen kun je dat beter niet-' 'AUW!' schreeuwt Calum vanuit de struik. 'Daar doen...' maak ik mijn zin af terwijl ik een kleine gniffel niet kan onderdrukken. Na een kleine vijf minuten komt Calum er met een chagrijnige uitdrukking uitgekropen. 'Moesten nou echt serieus al je struiken hier stekelig zijn?!' zegt Calum pissig terwijl hij wat blaadjes uit zijn haar haalt. Plots valt het me op dat de schrammen van eerst alweer verdwenen zijn. 'Hè? Waar zijn die eerdere schrammen gebleven?' 'Wat? Oh! Wij helen sneller dan normale mensen.' 'Echt? Cool!' roep ik enthousiast uit. Op de één of andere manier ben ik helemaal niet bang meer en voel ik me zelfs helemaal op mijn gemak. 'Ja hè. We zijn ook sneller en kunnen beter horen en ruiken dan mensen.' 'Oh my god! Dat is zo cool!' roep ik nog enthousiaster dan eerst. 'Dat wéét ik!' zegt Calum grijnzend. 'Ik heb nog één vraag.' 'Nou?' 'Waarom keek je daarnet zo liefdevol naar me en tegelijkertijd alsof je jezelf tegen moest houden.' Direct verschijnt diezelfde blik weer in Calums ogen en sijpelt er weer een klein beetje angst mijn lichaam in. Hij loopt op me af en ik loop naar achteren maar hij gaat steeds sneller lopen. Ik maak me klaar om weg te rennen maar net wanneer ik weg wil rennen staat Calum op de één of andere manier al voor me met een duivelse grijns om zijn lippen. 'En waar denk jij naartoe te gaan?' zegt hij terwijl zijn ogen donkerder worden. 'Jij wou toch een antwoord?' 'Doe niet zo eng Calum!' zeg ik terwijl ik Calum weg probeer te duwen. 'Hoezo niet?' zegt Calum terwijl zijn ogen nog donkerder worden. 'Je maakt me bang!' roep ik terwijl ik hem nog een keer aan de kant probeer te duwen. Calum komt nog dichterbij en zijn ogen zijn nu bijna helemaal zwart. Hij pakt me vast en trekt me in een ruwe knuffel. 'C... Calum l... laat me los. A... alsjeblieft?' zeg ik terwijl ik een drukkend gevoel in mijn keel krijg dat je altijd krijgt wanneer je bijna gaat huilen. Verschrikt laat Calum me los en kijkt me met grote ogen aan. Zijn ogen zijn weer hun normale bruine kleur. 'S.... sorry... ik bedoelde het niet zo...' stamelt hij terwijl hij me weer in zijn armen neemt alleen nu liefdevol en veel minder angstaanjagend. Een fijne tinteling verspreid zich door mijn lichaam en ik kruip dichter tegen hem aan terwijl er een snik over mijn lippen rolt. 'Hey, it's okay...' fluistert Calum zachtjes terwijl hij zijn neus in mijn haar verstopt. Het valt me nu pas op hoe zacht Calum eigenlijk is en ik probeer nog dichter tegen Calum aan te kruipen. Calum grinnikt en haalt zijn neus uit mijn haar. 'Waarom lach je?' vraag ik zacht. 'Omdat je daarnet nog bij me weg wou rennen en nu kruip je vrijwillig dichter tegen me aan.' 'Kan ik er wat aan doen dat jij zo zacht bent?' mompel ik terwijl ik geniet van de knuffel. 'Je... je vind mij zacht?' 'Ja, zal ik het voor je spellen?' zeg ik terwijl ik met mijn ogen rol. 'Maar ik heb eigenlijk nog steeds geen antwoord op mijn vraag: waarom liet je mij het zien?' Calum verstijft net zoals bij de eerste keer dat ik hem die vraag stelde. 'Nou?' 'Omdat ik dacht dat jij óók een wolf was.' 'Maar dat ben ik dus niet.' 'Helaas niet nee...' 'Hoezo helaas?' 'Dat kan ik je niet uitleggen... Dit zal waarschijnlijk de laatste keer zijn dat je me ziet, vaarwel Sophie...' Calum drukt een kus op mijn voorhoofd wat bij mij nog meer fijne tintelingen veroorzaakt. 'Waarom ga je weg?' vraag ik terwijl ik de neiging heb om weer te gaan huilen. Waarom moet ik omdat hij nu weggaat, waarschijnlijk voor altijd, huilen? Ik ken hem amper een uur! 'Dat kan ik je niet uitleggen. Je weet eigenlijk al meer dan je zou mogen weten. Maar ik ga nu...' Hij tilt mijn kin op en drukt nog een kus op mijn voorhoofd. 'Vaarwel...'
Please:
Vote?
Comment?
Follow?
JE LEEST
The black wolf and I ●The Lost Mind Series●
FanfictionSophie is een normaal meisje van 16 dat niet gelooft in weerwolven of vampiers. Ze vind het leuk om met vrienden rond te hangen, te lezen en af en toe naar een feestje te gaan. Dan ontmoet ze Calum, een Alpha's zoon, die haar mate blijkt te zijn. Al...