H.17

1.7K 160 16
                                    

Calum pov.

Ik ijsbeer van de ene kant van de kamer naar de andere. Ik wil weten waar Sophie is. Die verdomde Seff heeft haar meegenomen. Ik denk terug aan de dag dat ze ons vonden:

'PAP! PAP!' Schreeuw ik terwijl ik Sophie stevig tegen me aan houd. Mijn vader komt naar buiten gerend samen met mam. 'Wat is er? En wie is dat meisje?' 'Dit is Sophie, mijn mate. Ze is verdoofd met een sterk slaapmiddel en ze is gemerkt door de machtigste geestenwandelaar van deze tijd of zoiets.' 'Waar is ze gemerkt?' 'Ze heeft een triskele op haar kuit staan.' Mijn vader ademt opgelucht uit. 'Ik dacht even dat hij haar geclaimd had.' Ik kijk mijn vader ongelovig aan. 'Denk je nou echt dat ik dat zomaar zou toestaan?' 'Nee, maar dit ook niet toch?' 'Nee maar die eikels kregen haar kuit te pakken en drukte daar een plakker op met die triskele.' Mam kijkt nog steeds geschokt. 'Mam? Gaat het wel?' Ze knikt wat en draait zich om. Oké... vreemd.... 'Kom. We moeten weten welk slaapmiddel er is gebruikt.' Ik knik en volg pap. We lopen naar de ziekenzaal. Voorzichtig leg ik haar op een ziekenhuisbed. Mam komt binnenlopen met een raar apparaat waarvan ik niet eens wist dat we die hadden. 'Wat is dat?' 'Een machine die kan ontdekken welk spul dat niet in het bloed hoort zit.' Ik knik vaag en pak Sophie's hand. 'Het komt wel goed diamantje...' fluister ik zacht. Ze reageert niet. Mam zet het apparaat op een tafeltje en pakt een naald. Een nogal hele grote naald... 'Mam... Wat ga je daar mee doe-' Met een ferme zwaai steekt mam hem in Sophie's pols. Het draadje dat aan de naald vast zit kleurt langzaam rood. Het draadje loopt naar de machine, die zodra het bloed bij hem is als een gek begint te trillen. 'Mam? Gaat dit wel goed?' 'Alles gaat goed lieverd.' Ik kijk weer naar Sophie. Ze ligt er heel vredig bij net alsof er niks aan de hand is en ze nu gewoon uit zichzelf in slaap is gevallen maar dat is niet zo. Dan stopt de machine met trillen en komt er een soort van bonnetje uit. 'Mam, wat is dat?' 'De resultaten samen met de werking van het slaapmiddel.' Mam pakt het bonnetje en leest het door. Ze lijkt kort te verstijven. 'Mam? Wat is er?' 'D...de naam van het slaapmiddel is onbekend maar de werking is iets van een week of zoiets door een overdosis.' Ik verstar. 'Het spijt me lieverd.' Ik reageer niet en kijk weer naar Sophie. Een week lang zou ik haar niet kunnen horen. Alleen maar kijken... Plots vliegt de deur open, Maaike komt binnenstormen met een gejaagde uitdrukking op haar gezicht. 'Jullie moeten nu weg!' zegt ze hijgend. 'Maar Sophie dan?' 'Die moet mee!' 'Wat is er dan?' 'Geestenwandelaars. Een hele groep. Ze komen voor Sophie.' 'Hoe hebben ze ons gevonden?!' 'Weet ik niet maar we moeten nu weg!' Mam rent achter Maaike aan. Ik til Sophie op met deken en al en ren achter hun aan. 'CALUM! SCHIET OP!' schreeuwt Posey. Ik ren naar hem toe en hij doet de deur van een auto open. 'SCHIET OP!' Ik ren nog iets sneller maar stop daar al snel mee omdat Sophie bijne uit mijn armen glipt. 'NOG EEN KLEIN STUKJE!' schreeuwt Posey bemoedigend. Als ik bijna bij de auto ben word er een net over ons heen gegooid. 'CALUM!' roept Posey.  'Posey stap in de auto!' 'Nee! Ik laat jullie hier niet achter!' 'Doe het Posey! Stap in de auto! We redden ons wel!' 'Posey stap in.' zegt mijn vader op zijn alpha-toon. Posey kijkt me nog 1 keer aan en stapt dan in de auto. Gelijk scheurt de auto weg. 'Ik zie je wel weer bro...' mompel ik zacht. 'Kijk, kijk, kijk. Wie hebben we hier?' Seffs hoofd verschijnt in mijn gezichtsveld. Woest kijk ik hem aan en ga beschermend over Sophie liggen. Seff lacht en roept: 'Jongens we hebben haar! Plus een middel om haar rustig te houden! We kunnen gaan!' Er kwamen drie jongens naar ons toe en ze begonnen aan het net te trekken. Ze hijsen ons op een kar. 'Geen zorgen hond. Straks mag je eruit.' 'Je bent zelf ook een hond, HOND!' zeg ik pestend. Seff kijkt me vernietigend aan, ik grijns alleen maar. 'Let's go boys. Ons werk hier zit erop.' Met die woorden loopt hij weg en start de auto.

Ik vind het nog steeds wonderbaarlijk hoe ze ons hebben kunnen vinden. Seff wilt daar geen antwoord op geven... Plots klinkt er gegil van onder me. Sophie! schiet het door mijn hoofd. 'Rennen Calum! Ze is in gevaar!' roept Luke me toe. Ik begin gelijk te rennen. 'Het kwam onder ons en wij waren op de begane grond dat betekend dat hier ergens een deur naar de kelder moet zijn' zegt Luke. Ik knik en ren harder. Gang in, gang uit, gang in, linksaf, rechtdoor, gang uit etc. 'DAAR! DAT IS DE DEUR VAN DE KELDER!' schreeuwt Luke. Ik sprint er naar toe en smijt hem open. 'CAAAAALLLUUUUUUMMMMM!!!' gilt Sophie. Ik storm naar beneden en ren de gang door opzoek naar Sophie's cel. Als ik haar cel vind zie ik dat ze word achtervolgd door een groot, rood, eng geestachtig gedaante van een vrouw. 'De ziel van een vrouwelijke geestenwandelaar...' Zegt Luke verbijsterd. 'En ze heeft honger...'  'SOPHIE!' roep ik om haar te laten weten dat ik er ben. 'Calum!' zegt ze opgelucht. Ik begin aan de tralies te trekken maar er is geen beweging in te krijgen. 'Zo, zo, zo, dus dit is jouw'n sweetheart Sophie?' zegt de ziel met een krakende, onheilspellende stem. 'Nee...?' Zegt Sophie, ze liegt overduidelijk. Ze is ergens bang voor... 'Duidelijk. Zeg eens Calum... Zou jij je leven geven voor Sophie?' Wat een stomme vraag. 'Natuurlijk!' 'Tja... dan mag je nu kijken hoe ik jouw'n schatje ga opeten.' Ik kijk Sophie verschrikt aan. 'Calum, weet dat ik van je houd.' Zegt Sophie met een trillende stem. Ze kijkt weer naar die ziel. 'It's dinnertime...' zegt die ziel met een stem waarvan je kippenvel krijgt. Ze zweeft langzaam naar Sophie toe. Langzaam met haar nagels tikkend. Sophie sprint naar de andere kant van de cel. 'Je kan niet ontsnappen schatje...' zegt de ziel. 'Maar ik kan het wel uitstellen.' zegt Sophie uitdagend. 'Dom, dom, dom, dom, dom kind.' zegt de ziel. 'SOPHIE! IK HOU VAN JE!' roep ik met een gebroken stem. Ik wil niet dat ze doodgaat. 'IK OOK VAN JOU!' roept ze terug met een trillende stem waarna ze zich weer op die fucking ziel concentreerd. 'Ach gut... hoe schattig.' zegt de ziel met een duistere ondertoon. Waarom vind ze dit schattig? We nemen nu gewoon afscheid... Helaas... Ik vecht tegen de tranen. 'Waarom doe je dit Gabriëlle? Het is je eigen schuld dat je mate je afwees. Hoe zou jij reageren als jouw'n mate je familie had vermoord? Vlak voor je ogen? Hem direct vergeven?' Zegt Sophie. Het is duidelijk dat ze tijd probeert te rekken. 'HET IS NIET MIJN SCHULD! ZIJ HADDEN MIJ GEWOON NIET AAN MOETEN VALLEN!' krijst dus blijkbaar Gabriëlle met een hoge stem. Ik krimp in elkaar en zie dat Sophie haar handen over haar oren heeft gelegd. 'Jawel, je had je ook gewoon kunnen laten overmeesteren, je mate ontdekken, samenwonen, trouwen, kinderen krijgen en de hele rataplan maar jij moest perse iedereen vermoorden.' zegt Sophie terwijl ze Gabriëlle uitdagend aankijkt. Gabriëlle's nagels worden langer en zijzelf word 45 centimeter groter. Ze lijkt bijna niet in de cel te passen. Sophie kijkt haar bang aan. 'DAAR ZUL JE VOOR BOETEN KLEINE BITCH!' krijst Gabriëlle met een superhoge stem die je ter plekke doof laat worden. Ik krimp in elkaar en prop mijn vingers in mijn oren. Gabriëlle buigt zich voor over en zet haar tanden lichtjes in Sophie's elleboog. Ik adem scherp mijn adem in. 'Waarom doe je dit Gabriëlle? Ik gaf je een naam. Ik zag je als iemand die me begreep..' Wow, wat? Sophie zag die feeks als iemand die haar begreep? Daar kan ik niet bij... Ik zie dat Sophie uit het hoekje word getrokken en dat Gabriëlle haar tanden uit haar elleboog haalt. Hoe kan Gabriëlle überhaupt met die tanden kan praten?! Oké bij de les blijven Calum. 'Ik weet het Sophie... ik weet het... het spijt me...' Er bloeit hoop in me op maar die word al snel de grond ingeboord. 'MAAR TOCH GA IK JE OPETEN!' Echt fuck you Gabriëlle...I hate you... Ik beuk tegen de tralies aan. Ik moet Sophie redden. Ik zie dat Sophie een blik op me wil werpen maar ze word tegengehouden door die facking Gabriëlle. 'Kijk me aan!' zegt Gabriëlle streng. Met moeite kijkt Sophie haar aan. Ze duwt Sophie's hoofd naar achteren en strijkt haar haar uit haar nek. Het lijkt net of Gabriëlle een vampier is die haar bloed gaat opdrinken. 'Omdat je me een naam gaf zal ik je snel van de pijn verlossen.' zegt Gabriëlle gemeen grijnzend. Sophie doet niks. 'Ik houd van je Calum. Geef iedereen die ervoor me was... ook de vampiers dat ik op ze zal wachten... boven.... vaarwel....' zegt Sophie zacht. Ik voel de tranen langs mijn wangen lopen. Gabriëlle kijkt me kort grijnzend aan en richt zich dan weer op Sophie's nek. 'SOPHIE! BLIJF BIJ ME!' schreeuw ik als ik Garbiëlles tanden Sophie's nek zie doorboren. Ik hoor een slurpend geluid en zie Sophie levenloos in Gabriëlles armen liggen. Ik zak op mijn knieën en barst in huilen uit. Sophie... dood... mijn diamantje... weg... voorgoed... Plots voel ik dat scherpe nagels zich in mijn pols boren. Met betraande ogen kijk ik op en kijk recht in het gemeen grijnzende gezicht van Gabriëlle. Ik voel woede opborrelen en ruk mijn pols los. Er stromen verscheidene straaltjes bloed uit. Gabriëlle likt haar nagels af. 'JIJ FACKING BITCH! WAAROM? WAAROM?! VERTEL ME WAAROM!' schreeuw ik huilend. 'Wraak..' zegt Gabriëlle. Het lijkt wel alsof er stoom uit mijn oren komt. 'WRAAK?! ZE KENT JE NIET EENS! WAT HEBBEN WIJ JE OOIT AANGEDAAN?!' Haar ogen worden donker en ze sist: 'Jullie zijn mates. Dat hebben jullie mij misdaan!' Ze heeft nu echt het geluk dat ze in een cel zit want anders was ze nu dood. Plots grijpt een hand mijn schouder vast. Woest draai ik me om en geef zonder na te denken diegene een stomp in zijn buik. Seff klapt dubbel en kijkt me vernietigend aan. 'Waar was dat goed voor?' 'Jij-hebt-Sophie-bij-een-idiote-geesten-wandelaarster-gestopt-en-nu-is-ze-dood-door-JOUW STOMME IDIOOT!' schreeuw ik hem toe. Hij lijkt te verstenen en kijkt Gabriëlle vernietigend aan. Hij haalt een sleutel onder zijn shirt vandaan en steekt hem in het slot. Hij draait hem om en gooit de celdeur open. Gabriëlle kijkt er met grote ogen naar. Als de deur open is lijkt het net alsof ze word weggeblazen. 'NEEEEEEEEEEEE!' krijst ze met een hoge stem terwijl ze zich wanhopig probeert vast te grijpen aan de tralies. Ik sla op haar vingers en met een gil laat ze los. Ze verdampt zodra ze buiten de cel is. Als ze weg is storm ik de cel in. Huilend neem ik de levenloze Sophie in mijn armen. Ze is echt weg voorgoed... Door Seff... Woest kijk ik Seff aan die ongemakkelijk in de celdeuropening staat. 'JIJ! DOOR JOU IS ZE DOOD! JIJ KLOOTZAK! IK VERMOORD JE!' Ik spring op en storm op Seff af. Hij rent weg en ik ren achter hem aan. 'CALUM! STOP!' roept hij te vergeefs. Ik sprint gewoon achter hem aan. 'Calum... Stop..' klinkt Sophie's stem zacht in mijn oor. Verschrikt stop ik en kijk ik om me heen. Niets te zien. Ik word toch niet gek? 'Calum... Rustig... Ik ben hier..' klinkt weer Sophie's lieve stem zacht in mijn oor. 'S...Sophie?' 'Ja, ik ben hier Calum...' 'W...waar dan?' Ik voel de tranen alweer branden in mijn ogen. 'Sssshhhhh... Niet huilen... Ik zal altijd bij je zijn Calum... Altijd... Maar je zal me niet kunnen zien... Zolang je in me gelooft zal ik bij je zijn... Als je me los laat ga ik weg en kom ik niet meer terug..' Ik voel wat eenzame tranen over mijn wangen stromen. 'Waarom Sophie? Waarom moest je dood?' fluister ik zacht. 'Ik weet het niet Calum... Please... vergeet me niet...' Dan is haar stem weer weg. Zoekend kijk ik om me heen. Niks te zien en Seff is ook weg. Ik val op mijn knieën en barst weer in huilen uit. Sophie is dood... Maar toch is ze bij mij... maar ze is en blijft dood. Ik zal haar nooit meer kunnen aanraken. Nooit meer met haar rennen. Haar nooit meer plagen... Ze is weg... voorgoed...

The black wolf and I   ●The Lost Mind Series●Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu