H.59

976 84 11
                                    

Sophie pov.

Grijnzend kijk ik toe hoe Maaike Ashton wat frietjes voert en Ashton ze duidelijk met tegenzin opeet. 'Jullie zijn schattig zo.' zegt Calum terwijl hij met mijn haar speelt terwijl hij een frietje in zijn mond stopt. Maaike word rood maar glimlacht. Ashton daarentegen begint als een gek te grijnzen en wilt volgens mij Maaike naar zich toe trekken voor hij zich realiseert dat hij zich niet kan bewegen voor de komende twee, drie dagen. Ik begin te lachen en val bijna direct in mijn vertrouwde knipperlichtrelatie met de slappe lach. 'Oh nee hè, daar gaan we weer....' zucht Maaike voor ze een slok van haar cola neemt. 'Nee, nee. Ik ben hahahahahaha.' 'Duidelijk niet okay en je hebt duidelijk weer een relatie met de slappe lach dus probeer jij maar gewoon niet dood te gaan.' Lachend knik ik terwijl ik mijn best doe om op mijn stoel te blijven zitten. 'Calum, hou haar vast. Ik wed dat ze anders straks van haar stoel valt.' 'Dat wil ik wel 's zien.' Direct stop ik met lachen en kijk boos naar Calum. 'Oh? Wil je dat graag zien?' Calum slikt zichtbaar en het is wel duidelijk dat hij zich ongemakkelijk voelt waardoor ik weer in de lach schiet. 'Ik snap haar niet...' 'Moet je ook vooral niet proberen als ze de slappe lach heeft. Trust me.' En dan is mijn stoel onder me weg maar voor ik de grond kan raken heeft Calum me al opgevangen en zet hij me op zijn schoot. 'Je had dus gelijk Maaike. Ze zou inderdaad van haar stoel afvallen.' 'I told ya.' 'Sophie, zit eens stil! Straks val je nog van mijn schoot af!' zegt Calum "boos". 'I-ik k-kan e-er n-n-niks a-a-aan d-d-doen!' zeg ik lachend terwijl ik echt mijn best doe om op Calums schoot te blijven zitten. Na drie minuten begin ik steeds minder te lachen tot ik klaar ben en weer op adem probeer te komen. 'Klaar?' vraagt Ashton met een mislukte opgetrokken wenkbrauw waardoor ik weer in de lach schiet. 'Goed gedaan Ashton. Echt heel erg goed gedaan.' zegt Calum vermoeid terwijl hij zijn greep om mijn middel verstevigd. 'Dat is niet Ashys fout. Als iemand van ons ook maar één gezichtsuitdrukking had getrokken was ze toch wel weer in de lach geschoten.' verdedigt Maaike Ashton. Als ik weer uitgelachen ben kijkt iedereen van onze tafel me opgelucht aan. 'Oké, ik ben klaar met lachen.' 'Dat zien we.' zegt Ashton opgelucht. Ik voel weer lachkriebels opkomen en ik doe mijn best om niet weer in de lach te schieten. Maaike zucht en slaat Ashton zachtjes tegen zijn arm. 'Goed gedaan Ashy, nu onderdrukt ze haar lachbui.' 'Oeps....' En dat was de druppel, ik schiet weer in de lach. 'Was ze vroeger ook zo?' 'Reken maar.' zegt Maaike terwijl ze tegen Ashtons schouder aanleunt. Als ik uitgelachen ben zwijgt Ashton terwijl hij me onderzoekend aankijkt. Uitdagend kijk ik terug. 'Jongens, volgens mij zijn nu al haar lachkriebels weg.' zegt Ashton tevreden en zijn gezicht straalt opluchting uit. 'Het is een wonder.' zucht Calum in mijn nek. Ik draai me om en mep Calum zachtjes tegen zijn achterhoofd aan. 'Hé! Waar was dat voor nodig?' zegt Calum terwijl hij met een pijnlijk gezicht over zijn achterhoofd wrijft. 'Dat kan je zelf ook wel bedenken.' zeg ik terwijl ik mijn fanta pak en een slok neem. Calum gritst hem uit mijn handen en boos kijk ik hem aan. Calum kijkt onschuldig terug en ik voel me van binnen week worden. Plots verschijnt er een beker met twee rietjes erin voor mijn neus en snel neem ik één rietje in mijn mond terwijl Calum de andere in zijn mond neemt. Samen drinken we de milkshake op terwijl we elkaar in de ogen kijken. 'Awwwww.' 'Maaike! Hou je kop! Nu heb je hun moment verpest.' Nog drinkend aan de milkshake kijk ik een beetje naar Maaike die verschrikt haar handen voor haar mond heeft geslagen en Ashton die er met een soort duivelse grijns naast zit. 'Je weet wat er nu gaat komen, toch sweetheart?' zegt Ashton zoetjes. Maaikes blik verplaatst zich naar Ashton en wild begint ze haar hoofd te schudden. 'Neeeeeee! Niet doen Ashton, niet doen!' zegt Maaike terwijl ze opstaat en langzaam richting de uitgang schuifelt. Ashton staat ook op en volgt Maaike die schichtig om zich heenkijkt opzoek naar een kortere uitweg. Hoe kan Ashton opstaan? 'Calum? Hoe kan Ashton opstaan? Hij was toch betoverd?' 'Ik heb echt geen idee... dat zullen we hem straks wel eventjes vragen.' 'Goed idee.' 'Is alles op?' vraagt Calum zachtjes in mijn nek. Ik laat het rietje los en kijk naar de tafel waar eigenlijk alleen nog Ashs frietjes liggen. 'Alleen nog Ashs friet.' 'Dat kunnen we wel hier laten. En het drinken?' 'Ik heb sowieso mijn fanta nog en Ash zijn cola. Ehm, even kijken... Jij hebt nog een klein beetje cola en Maiks drinken is op.' 'Oké, de friet laten we hier maar het drinken gaat mee, trouwens waar is Maiks milkshake?' 'Die had ze volgens mij ook al op of Ash heeft die meegenomen want hier staat hij niet meer.' 'Das raar want Maiks is niet opgestaan en weglopen van de tafel. Dus dan heeft Ashton hem waarschijnlijk meegenomen.' 'Ja, denk 't ook.' zeg ik voor ik opsta en de milkshake uit zijn hand grits. 'Hé!' roept Calum terwijl hij een beetje hulpeloos naar de tafel staart. 'Wat is er blue heart? Beetje hulp nodig?' zeg ik plagend. Calum knikt en in zijn ogen zie ik een ondeugende blik verschijnen. Plots klinkt er een harde donder van buiten en geschrokken kijk ik naar buiten waar het hard begint te regenen. Ik kijk weer naar Calum of beter gezegd naar de plek waar hij stond. Verbaasd kijk ik om me heen. 'Calum?' zeg ik terwijl ik om me heen kijk opzoek naar Calum maar hij lijkt in rook te zijn opgegaan. Ik kijk weer naar de tafel waar de dienbladen ook al weg zijn. Verward loop ik met de milkshake in mijn handen naar buiten waar ik direct nat geregend word maar het kan me niks schelen. Ik hou van regen, ik heb geen idee waarom maar ik hou gewoon van regen. Waarschijnlijk zou Maaike zeggen dat dat komt omdat ik een vis ben. Ik loop verder de regen in, richting de plaats waar de auto stond maar die daar nu dus niet meer staat... Plots worden er twee handen voor mijn ogen gehouden en krijg ik een glimlach op mijn gezicht. 'Blue heart, niet doen.' zeg ik terwijl ik me om wil draaien maar dan valt het me op dat ik geen tintelingen voel. Dit is Calum niet!! Vliegensvlug duik ik naar onder waardoor de handen van mijn ogen verdwijnen en maak ik een koprol naar voren zodat ik buiten het bereik ben van de persoon die zijn of haar handen voor mijn ogen hield. Snel draai ik me om en ga rechtop staan om direct in het geamuseerde gezicht van Seff te kijken. 'Sinds wanneer noem je mij blue heart, zusje?' 'Sinds wanneer noem jij me zusje?' kaatst ik terug. 'Misschien sinds jij mijn zusje bent? Dat heb ik je toch verteld?' Beelden schieten door mijn hoofd terwijl ik eraan terugdenk:

The black wolf and I   ●The Lost Mind Series●Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu