H.48

1.2K 99 17
                                    

Eerder:

Sophie pov.
Op de bank, in het midden van de woonkamer, staan Ashton en Calum op de leuning balanceerend het plafond schoon te maken. 'Maaike.' Vraag ik terwijl ik verstijft naar Calum kijk, die er trouwens ongelovelijk sexy uitziet zo. 'Ja, Sophie?' Zegt Maaike net zo verbouwereerd als ik. 'Knijp me eens. Volgens mij droom ik.' 'Dan hebben we dezelfde droom.' 'DIAMANTJE!' schreeuwt Calum als hij doorheeft dat ik hier sta. Behendig springt hij van de leuning af waardoor de bank naar achteren klapt en Ashton eraf kukelt. Vlak voor hij bij me is steek ik mijn hand op en laat hem stoppen. Verbaasd en vragend kijkt Calum me aan. 'Max.' 'Ja?' 'Kunnen geestenwandelaars en hun vrienden geesten zien?' 'Wat? Volgens mij niet. Maaike sowieso niet, maar over jou betwijfel ik het. Waarschijnlijk kan je het alleen als je ziel uit je lichaam is.' 'Oké, duidelijk. Dan ben ik aan het dromen.' Concludeer ik. 'En dan ben ik dat ook.' Voegt Maaike eraan toe. 'Wat? Jullie dromen niet hoor.' Zegt Ashton terwijl hij naast Calum komt staan. 'Jawel, dat doen we wel. Jullie zijn dood, jullie kunnen niet echt zijn. Ik heb gezien hoe jouw'n hart eruit was!' Zeg ik ietwat wanhopig. 'Je droomt niet.' Zegt nu ook Max. Maaike pakt resoluut mijn arm en knijpt erin. Direct laat Calum een waarschuwende grom over zijn lippen rollen. Ik pak Maaikes arm en knijp er ook in. Een waarschuwend gesis van Ashtons kant. 'We dromen niet.' Concluderen we tegelijk als we zien dat alles nog precies hetzelfde is. Voorzichtig tilt Maaike haar vinger op en brengt hem tergend langzaam naar Ashtons wang waar ze heel vluchtig inprikt alsof hij elk moment uit elkaar kan spatten als een zeepbelletje. Ze prikt nog een keer, langer en minder voorzichtig. Weer spat hij niet uitelkaar. 'Maaike. Wat ben je in vredesnaam aan het doen?' Vraagt Ashton als hij nog een keer Maaikes vinger in zijn wang krijgt. 'Kijken of je geen droom bent.' Zegt Maaike terwijl ze hem nu een klap tegen zijn gezicht aangeeft. Ashton is er nog steeds, Calum is er nog steeds én Max is er nog steeds. Is dit dan...? 'Nee, dit is geen droom!' Bemoeit Ellen zich ermee. Direct klaart mijn gezicht op en spring ik praktisch in Calums armen, die me grijnzend opvangt en in zijn armen sluit. 'ASHYYYYY!' Begint Maaike te gillen voor ze ook hem in zijn armen valt.

Nu:

Plots klinkt er gegrauw en gepiep van buiten. Ik kijk naar Calum, of beter gezegd Calums kin en zeg: 'Zijn dat jouw'n mensen?' 'Nee. Dit klopt niet. De alpha had gezegd dat dit eigenlijk net buiten zijn territorium lag dus hij kon ons geen bescherming bieden en mijn mensen, nou ja, eigenlijk paps mensen zouden op ons territorium blijven.' Zegt Calum met een denkrimpel tussen zijn wenkbrauwen. 'Ik ga wel even kijken.' Zegt Max en het volgende moment is hij weg. Met glinsterende ogen kijkt Calum me aan en het valt me nu pas op dat er tranen in te zien zijn. 'Callie? Huil je nu?' Vraag ik voorzichtig. 'Nee, nee.' Zegt Calum terwijl hij zijn hoofd wegdraait en ik zie dat er inderdaad een traan over zijn wang rolt. 'En je moet echt met een beter koosnaampje komen.' Voegt hij er zwak grijnzend aantoe. Ik kreun en laat mijn hoofd op zijn borst vallen. Plots komt er een (belachelijk) koosnaampje in me op. 'Oké, dan noem ik je blue heart.' Zeg ik zelfvoldaan. 'Wat?' Vragen Maaike en Ashton tegelijk. 'Blue heart. Ik hou van blauwe dingen en sweetheart klinkt zo... cliché-' 'Hé!' Roept Ashton verontwaardigd (hij noemt Maaike altijd sweetheart). '-dus waarom dan geen blue heart.' 'Als jij het echt leuk vind, vind ik het prima. Zolang het maar geen Callie is want dát vind ik echt een belachelijke naam.' Zegt Calum terwijl hij zijn kin op mijn hoofd laat rusten. 'Calum! Er zijn twee onbekende wolven op dit terrein en eentje is gewond!' Zegt Max als hij weer voor ons staat. 'Wat? Haal ze binnen!' Zegt Calum terwijl hij me loslaat, wat direct een koude leegte veroorzaakt. Calum merkt dit ook en trekt me weer tegen zich aan. Of hij realiseert zich dat het waarschijnlijk onbekende, mannelijke weerwolven zijn en laat ik nou net in mijn fucking heat zijn. 'Als jullie terugveranderen mogen jullie naar binnen.' Klinkt Max's gedempte stem van buiten. Het volgende moment vliegt Max langs ons en rent weer langs ons met twee zwembroeken waarvan ik geen idee had dat Maaike die in huis had. Ik kijk Maaike aan en zodra ze me ziet kijk worden haar wangen rood en schud ze haar haren voor haar gezicht. Ik blijf haar aankijken en wacht tot ze weer kijkt en vorm met mijn lippen: 'Uitleggen. Straks.' Ze knikt en kijkt naar de deur van de woonkamer die in beweging komt. Eerst komt Max binnen en snel rent hij naar Calum toe om iets in zijn oor te fluisteren waarvan ik opvang: 'Ruiken.... weerwolven... pas... op... heat.' Wauw, dat was het 'afluisteren' ook echt waard enzo. Max loopt weer terug naar de gang en het volgende moment stappen er twee best wel knappe jongens binnen waarvan één gewond in z'n zij, gevolgd door Max. Hun ogen schieten over ons heen en blijven duidelijk eerst bij Maaike hangen, tot ergenis van Ashton die direct zijn (hoek)tanden laat zien, om vervolgens bij mij te blijven hangen en die blijven ook hangen. Er klinkt gebonk op de trap en een paar seconden later worden de jongens ruw aan de kant geduwt en stapt één van de onbekende jongens ertussendoor, die ene met die bleke huid. De andere twee jongens die hij zojuist eventjes aan de kant had geduwd kijken hem woedend aan en vervolgens naar de plek waar hij hun net geduwd had alsof het het kwaad zelf is. Het is wel duidelijk dat ze hem niet mogen. 'Waar was dat goed voor?' Sist de achterste en by the way ook de grootste van de twee. 'Ik moest er langs en jullie stonden in de weg dus tja, dan duw je mensen aan de kant om er langs te kunnen.' Zegt die bleke jongen schouderophalend op zo'n manier van 'I don't care'. 'Oh ja, als ik me even mag voorstellen-' 'Nee, dat mag je niet en we hoeven jouw'n naam ook niet te weten.' Zegt de voorste aanvallend. '-mijn naam is Paisley.' Maakt dus blijkbaar Paisley zijn zin af. Maaike grinnikt zachtjes en direct schieten de blikken van de twee jongens naar haar. 'Ben je ons nu aan het uitlachen?!' Sist de achterste boos terwijl hij een stap richting Maaike zet. Direct duwt Ashton Maaike achter zich en gaat beschermend voor haar staan. De jongens lachen humorloos en zeggen pesterig: 'Bang dat we je ukkepuk iets aandoen, dooie?' De spanning in de kamer stijgt duidelijk en ik begin me ongemakkelijk te voelen. Calum merkt het en wrijft rustgevend over mijn rug. Ashton zit witheet van woede en het is duidelijk dat hij zich met moeite inhoudt. 'Ashton. Kalmeer. Gozers, stop met uitlokken.' Doorbreekt Calum de stilte verrassend kalm. 'En waarom zouden we naar jou luisteren, rogue.' Zegt de voorste kattig en als hij een vrouw was geweest zou hij zeker in zo'n rare bitch-houding staan. Ik merk dat Calum geïrriteerd raakt en wrijf met mijn duim over zijn hand. Hij word iets rustiger. 'Ach kijk eens, hoe schattig. Het meisje moet de rogue kalmeren.' Zegt de achterste spottend. 'Ga-van-dit-terrein-af.' Zegt Calum zwaarademend tussen zijn tanden door. 'Terrein? Is dit dan terrein? Volgens mij is dit nog niet opgeëist dus mogen we hier gewoon komen.' De spanning is om te snijden en ik kan hier echt niet tegen. Ik wrik me los uit Calums greep en loop naar de jongens toe. Als ik voor hun sta gebaar ik dat ze aan de kant moeten gaan maar het enige wat ik krijg is een spottende blik. Nog een keer gebaar ik dat ze aan de kant moeten en wéér krijg ik een spottende blik voor mijn kiezen. Oké, nog 1 keer niet aan de kant gaan en ik ga schreeuwen, hard. 'Move your ass and don't forget your ugly face, please.' Zeg ik "liefjes" met een mierzoete glimlach op mijn gezicht geplakt. De jongens beginnen te schaterlachen, een laag, donker geluid dat door je lichaam gaat en je rillingen geeft. Er verschijnt kippenvel op mijn armen en onaangename rillingen trekken over mijn rug. Zwijgend wacht ik tot ze uitgelachen zijn. 'Nee.' Zeggen ze uiteindelijk. Ik had dat antwoord ook echt niet verwacht ofzo, neeeeeuuujjj. 'Oké. Dat kan EN DAN GAAN JULLIE NU ONMIDDELIJK ALS DE WIEDERWEER AAN DE KANT STELLETJE SLOME DUIKELAARS DIE GEEN FLAUW IDEE HEBBEN WAT ZE PRECIES OVER HUN HEEN HALEN!' Schreeuw ik chagrijnig. De jongens kijken me verbaasd aan en zetten een stap opzij. Tevreden wil ik tussen hun doorlopen maar als ik tussen hun insta pakt de achterste mijn pols en trekt me naar zich toe, klootzak. Calum begint te grommen gevolgd door mij. Woest trek ik aan mijn pols maar die dude laat niet los en houdt hem alleen maar steviger vast. 'Oké, nu we hebben wat we willen gaan we er maar weer eens vandoor.' Zegt de voorste "aardig". Ik weet gewoon dat hij grijnst ookal kan ik 't niet zien. Met mijn vrije hand geef ik hem een hopelijk harde klap tegen zijn achterhoofd vlak gevolgd door een trap in zijn rug. Hij valt niet om, helaas. Hij struikelt hooguit een paar passen naar voren. Met een ruk draait hij zich om en verschrikt hap ik naar adem. Zijn ogen zijn geel en dan bedoel ik niet het goudkleurige wat je soms bij Calum tegenkomt, nee, zijn ogen zijn echt fel geel, geler dan de bèta-ogen van Teen Wolf. Het ziet er doodeng uit. Het volgende moment staat er een zwarte wolf voor me met een gele gloed die me met een moordende blik aankijkt. Als blikken konden doden mochten ze nu alvast beginnen met mijn begrafenis regelen. Oh nee, wacht. Ik ben onsterfelijk. Ze moeten gewoon wachten tot ik mijn lichaam weer in kan, jeej.... Het volgende moment klinkt er het gescheur van kleding en word de wolf achteruit getrokken. De jongen die mij vast heeft begint te grommen en wilt me bijna loslaten maar bedenkt zich dan en verstevigt zijn greep weer. Goddammit... De wolf die ik niet ken en Calum proberen woest op elkaar in te happen en toch buiten elkaars bereik te blijven. Na vier minuten lukt het Calum om zijn tanden in de huid van die andere wolf te laten zinken en diep ook. Het is (jammer genoeg) de niet gewonde jongen en het maakt hem alleen maar bozer dat Calum hem verwond heeft en niet los wilt laten. Plots word ik met een ruk naar achteren getrokken en word er een arm om mijn nek gelegd die er strak om heenklemt waardoor ik bijna geen adem kan halen. Wanhopig probeer ik de arm weg te trekken maar die dude is sterker, veel sterker helaas. Dan pas voel ik de hand die aan een zijkant van mijn hoofd ligt waardoor hij me in twee tellen kan "vermoorden". En wil ik dan terug in mijn eigen lichaam moet eerst mijn nek geheeld zijn en dat kan niet als ik dood ben. 'Laat hem los.' Zegt de jongen die mij vastheeft bazig. 'Of zij gaat eraan.' Voegt hij eraan toe terwijl hij me iets steviger vasthoudt waardoor ik heel eventjes geen lucht meer krijg en begin te piepen. Direct laat Calum de wolf los en laat een korte jank horen. ik voel de jongen grijnzen als hij de druk op mijn keel iets laat varen. Plots begint de wolf te spartelen en zijn ogen draaien weg in hun kassen. Met een langgerekte jank valt hij op de grond waar hij roerloos blijft liggen en langzaam weer in een mens veranderd. Verbaasd kijken we ernaar en dan voel ik hoe de jongen die mij vastheeft begint te trillen, héél erg te trillen... 'Wie. Deed. Dat.' Sist hij woedend terwijl hij de druk op mijn keel weer verhoogt. Wanhopig kijken Calum en ik elkaar aan. 'Ik.' Klinkt er een stem achter ons. Ik probeer te kijken naar de eigenaar van de stem maar die fucking klootzak staat in de weg. 'Wel, wel, wel. Kijk eens wie we daar hebben. Onze derde verbanneling, Maarten.' Zegt de jongen duivels. Verward kijken Maaike en ik elkaar aan. Verbannelingen? Verbannelingen van wat? 'Jullie moeten leren ons met rust te laten.' Zegt iemand achter klootzak. 'En dat doen we toch ook? Dat jullie hier zijn bij onze missie, is jullie fout. Niet de onze.' Zegt die dude met de enge gele ogen plots. Verbaasd kijk ik hem aan, zijn kleren zijn nog heel! Hoe?! Vertel me hoe! 'Jij bent geen weerwolf.' Constateert Ashton als hij ziet dat die dude ook nog zijn kleding aan heeft nadat hij in een wolf is veranderd. 'Gut, kijk nu eens! De dooie heeft hersens!' Roept hij "enthousiast" uit. Ashton begint te grommen van verontwaardiging en Maaike legt haar hand op zijn borst om hem te kalmeren. Wat ook werkt, uiteindelijk. 'Dat neem je terug.' Sist hij terwijl de punten van zijn hoektanden te zien zijn omdat ze op zijn lip rusten als hij niet praat. 'Neuh, waarom zou ik? We nemen haar mee en we komen nooit meer terug.' Zegt hij met een knikje in mijn richting. Calum begint weer te grommen en gaat klaar staan om aan te vallen. De jongen grinnikt wat en je merkt dat er nog steeds iets mis is met hem. Zijn rechterooglid trilt de hele tijd en hij heeft een soort tik waarbij hij zijn hoofd de hele tijd naar zijn linkerschouder trekt en hem dan weer loslaat om het vervolgens weer opnieuw te doen. 'Maarten, wat heb je gedaan?' Zegt Paisley haast zuchtend als hij doorheeft welke tikken de jongen heeft. 'Niks bijzonders. Een beetje van dit, een beetje van dat en voilà! Hij heeft de rest van zijn leven last van die tikken en kan ook niet meer normaal lopen.' Zegt Maarten alsof het niks is. De jongen die mij vssstheeft spant zijn spieren aan en ik voel mijn nek in een pijnlijke positie trekken. Woest begin ik weer met proberen zijn arm van mijn keel af te halen. 'Je hebt geëxpirimenteerd met vloeken?!' Sist hij kwaad en het zou me niks verbazen als zijn ogen vuur zouden spuwen. 'Euh... ja. Das logisch hoor als je niks anders te doen hebt dan dronken worden en op straat zwerfen.' Zegt Maarten op zo'n duh-toon. Plots vliegen ik en klootzak vooruit en knallen we tegen de andere onbekende jongen op waarna we op de grond vallen en natuurlijk moet ik weer die klootzak op me krijgen die heel wat zwaarder is dan hij eruit ziet. 'BANANENMAN WIL SPEEELEEEEEEENNNNN!' Schreeuwt Michael enthousiast. Fijn, dat kunnen we ook nog echt gebruiken. Klootzak word van me afgetrokken en ik word over een schouder gegooit. 'Aaah! Godver! Michael kom hier!' Klinkt Max's stem ergens achter ons. Plots hang ik niet meer over Michaels schouder maar zit ik op een stoel waarna Michael me een touw in mijn hand drukt, zegt 'goed vasthouden.' En vervolgens rondjes om me heen begint te rennen in vampiersnelheid. Zodraa hij stopt zie ik een tevreden blik in zijn ogen en dan pas valt het me op dat ik me niet meer kan bewegen. Godver- MICHAAAAAAAEEEEELLL!!!' Schreeuw ik woest terwijl ik begin te bewegen om me los te maken. 'Vorige keer jij poef, weg zijn. Jij nu niet meer weg kunnen.' Zegt hij voor hij wegrent. Wacht, ik plots weg zijn? Maar hoe kan dat nou? Ik kan geen telekinese of zoiets. Als ik los ben, en nog hier, moeten Ashton, Maaike, Calum, Max en ik maar eens gaan praten over wat er nou precies gebeurd is. Plots vliegt de deur open en komt Michael weer binnen. Nu met Paisley op z'n schouder en Maaike optillend bij haar middel. Het ziet er heel grappig uit en onwillekeurig schiet ik in de lach. Maaike en Paisley worden op het bed gesmeten en snel pakt Michael nog twee stoelen (en touw). Paisley is inmiddels opgestaan en probeert ongezien naar de deur te lopen maar midden in de kamer ziet Michael hem. Hij trekt een sprintje maar als hij vlakbij de deur is word hij letterlijk in zijn kraag gegrepen door Michael die hem als een soort puppy in de bek van zijn moeder boven de grond houdt terwijl hij hem kwaad aankijkt. Woest begint Paisley op hem in te slaan maar Michael verrekt geen spier en blijft hem strak aankijken. Paisley mompelt iets wat ik versta als een reeks vloeken en grijns. Mijn grijns verdwijnt als Michael hem een klap verkoopt waardoor alle lucht uit Paileys longen word geslagen. Ontzet kijken Maaike en ik elkaar aan. 'Jij! Jij en die andere gast! Jullie klootzakken! Dankzij jullie heb ik bijna het bloed van mijn eigen zusje opgedronken alleen maar omdat ik dacht dat bloed verf was!' Schreeuwt Michael in Paisleys gezicht terwijl Paisley naar lucht loopt te happen. Het volgende moment valt Michael op de grond en valt Paisley naast hem. Woest springt Maaike van het bed af en beent naar Paisley die overeind krabbelt. 'Dus jij bent degene die Michael dat heeft aangedaan? Jij vieze, vuile-' 'ik was het niet en Maarten ook niet.' Onderbreekt Paisley haar. 'En waarom zou ik jou geloven?! Ik ga jou nu echt zo vermoorden hè!' Roept Maaike terwijl ze woest in Paisleys borst prikt. 'Maaike, ik zei al dat wij het niet waren!' Zegt Paisley terwijl hij Maaikes vinger van zijn borst afhaalt en hem langs haar zij duwt. 'Ik geloof je niet want jullie twee waren de enige die boven waren toen het gebeurde.' 'en hoe weet jij dat?' Zegt Paisley uitdagend. 'Gehoord van Ashton.' Zegt Maaike alsof het iets is waar ze heel erg trots op is. 'En ik geef je twee tellen voorsprong zodat jij de tijd hebt om te vluchten voor ik je levend ga villen.' Voegt Maaike er dreigend aantoe. Direct sprint Paisley weg en twee tellen later volgt Maaike hem. En ik blijf alleen achter met een bewusteloze Michael, vastgebonden op een stoel...

Hey, hey! Nog twee hoofdstukken en dan hoofdstuk 50 van tbwai! Ik weet at het vorige hoofdstuk wat verwarrend was maar om het heel eventjes duidelijk te maken, Ashton en Calum zijn niet dood! Hoe en wat komt later nog maar het zal allemaal duidelijk worden, geen zorgen. En OMG! DIT VERHAAL HEEFT FRIKKING 3,02K AAN ★STEMMEN★!!! EN HOOFDSTUK 1 HEEFT ER ☆101☆!!! OH MY GOD, JULLIE MAKEN MIJ DAAR ZO BLIJ MEE! THANK YOU VERY MUCH!! Ik ben alle personagefoto's een beetje aan het bijwerken, het blijven waarschijnlijk wel gewoon dezelfde personages maar het kan zijn dat ik voor Ivo, Jord en Joë andere foto's neem zodat ik de namen er makkelijker kan bijzetten. En ik ga een soort van wedstrijdje houden. Ik wil er namelijk een nieuw persoontje instoppen alleen heb niet echt een idee wat voor karakter, uiterlijk en wezen het zou moeten zijn. Ik zou het heel leuk vinden als jullie mee zouden doen. Wat moet je doen voor als je mee wilt doen:

-naam personage+leeftijd
-wezen
-uiterlijk, kan ook gewoon een foto sturen naar zwartewolfwattpad@gmail.com, en wat diegene graag draagt.
-hobby's, sport, of wat je personage dan ook graag doet in zijn/haar vrije tijd
-karakter

Alvast bedankt voor als je meedoet ;)
LOVE YOU GUYS♥

The black wolf and I   ●The Lost Mind Series●Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu