Hoofdstuk 61

421 5 0
                                    

Waar de wind opeens vandaan komt weet ik niet. Het is ook nog eens onwijs koud. De rillingen staan volgends mij op mijn hele lichaam. Als ik naar boven kijk zie ik een stralende blauwe lucht. Het voelt alsof ik weer op een wolk licht, zo zacht. Als ik met mijn armen beweeg voelt het net alsof ik de wolk aan de kant kan schuiven. Net alsof je in een zwembad ligt en met je armen als een vlinder beweegt. Ik zou hier nog wel even kunnen blijven als het aan mij ligt. Onder mij voel ik de wolk langzaam onder mij vandaan glijden. Dit voelde ik de vorige keer ook, maar dit keer is het anders. het voelt alsof ik val in een diep gat en eindig in een grote stormige oceaan. Mijn kleren zijn zwaar en ik probeer met al mijn kracht boven water te komen, maar het voelt alsof ik wordt tegen gehouden. Alsof iets of iemand mij juist omlaag trekt.

Ik hap naar adem en kom rechtop in een keer rechtop zitten.

'Jezus Liv... Je bent veilig. Ik ben er' hoor ik een bekende stem zeggen en kijk om me heen.

'Liv kun je mij horen? Ik ben Sandy van de ambulance. Ga maar weer liggen, voordat je misselijk wordt' en wordt naar achteren geduwd.

Ik knipper even met mijn ogen en zie een groepje mensen om mij heen staan. Blauwe lichten flitsen door mijn hoofd en veroorzaken enorme hoofdpijn. Ik zie Harry staan bij het huis van de vriend van Rebecca en die staat grote gebaren te maken tegen een van de politie agenten. Naast mij staat de verpleegster genaamd Sandy en aan de andere kant staat een politieagent. Hij komt me bekend voor en houdt momenteel een van mijn handen vast.

'Liv ik ben bij je, mama is onderweg' zegt hij en er rolt een traan van mijn wang.

Hij wrijft met zijn hand mijn traan weg en haalt zijn hand door mijn haar.

'Wat is er gebeurd?' vraag ik en mijn vader blijft stil.

Achter hem ligt nog iemand op de brancard. Ik zie een van zijn of haar armen liggen en mijn nieuwsgierigheid slaat op hol. Wie zou dat zijn?

'Oké Liv we gaan nu de ambulance in en dan gaan we naar het ziekenhuis' zegt Sandy en ik knik rustig.

Ik houdt mijn focus op de andere brancard en snak dan naar adem. Mijn hart begint dubbel zo hard te kloppen en ik heb het gevoel alsof ik zometeen ga overgeven. Dat gezicht herken ik uit duizenden. De herinneringen van vanavond komen weer bij me terug en ik heb het gevoel alsof ik zometeen ga flauwvallen. Ze zetten de brancard stil en ik hoor meerdere piepjes afgaan.

'Liv, wil je even diep en rustig voor me inademen en uitademen' zegt Sandy.

Er loopt een traan over mijn wang en ik kan niet anders dan snel ademen. Dit is weer zo'n astma aanval die ik weken geleden heb gehad.

'Ze heeft astma' zegt mijn vader snel.

'Oke Liv rustig in en uit ademen. Ik he...' zegt ze, maar wordt onderbroken.

'Hier. Dit is Liv haar puffer' hoor ik een bekende stem zeggen.

'Bedankt Harry' zegt mijn vader en duwt de puffer in mijn hand.

Ik breng hem naar mijn mond en adem diep in. Ik herhaal het nog een keer en leg mijn arm dan weer neer. Rustig kom ik op adem en gaan de piepjes langzamer piepen. Ik ben onwijs benieuwd wat er is gebeurd nadat ik out ben gegaan. Hij wordt net als mij afgevoerd in de ambulance dus er zou toch ook met hem iets aan de hand zijn. Ik kon alleen de zijkant van zijn gezicht zien en zijn lichaam.

'Jack' probeer ik te zeggen, maar mijn stem is zo zachtjes en schor. Ik wijs met mijn hand naar de ambulance, maar mijn vader pakt mijn arm.

'Je bent veilig lieverd. Jack komt niet meer in je buurt. Harry heeft aangifte tegen hem gedaan, dus hij zal vast komen te zitten' zegt hij en ik probeer mijn hoofd te schudden, maar het bonken van mijn hoofd wordt alsmaar erger.

'Liv dit is het beste voor jullie beide' zegt mijn vader.

'We gaan vertrekken' zegt Sandy en rijd me de ambulance in.

Mijn vader zegt me gedag en ik zwaai zwakjes naar hem. Ik zie Harry naar me kijken en het lijkt alsof hij het niet opmerkt dat ik ook naar hem kijk. Mijn vader geeft hem een klapje op zijn schouder waardoor hij uit zijn gedachtes wordt gehaald. Ik kan niet horen wat ze zeggen, want Sandy zit allemaal dingen tegen mij te zeggen over een infuus. Mijn hele leven lang ben ik bang geweest over het werk van mijn vader. Ik wilde liever dat hij achter een computer zat de hele dag, omdat politiewerk mij gevaarlijk leek. Ik werd vaak boos op mijn vader als hij thuis kwam met blauwe plekken of schrammen op zijn lichaam, maar op dit moment had ik niet liever gewild. Het voelt fijn om iemand waar je veel van houdt aan je zijde te hebben in onzekere tijden zoals deze.

Ik ben enorm moe en zou nu het liefste in mijn eigen bed liggen. Onbegrijpelijk is alleen hoe Harry mij heeft gevonden en waarom zou hij aangifte doen. Hij was er niet eens bij toen alles gebeurde of misschien wel...

Becoming the one - Harry StylesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu