Hoofdstuk 3

219 20 3
                                    

'Wat gaan we in een museum doen,' vroeg ik wantrouwig.

'Wat ik net al zei. Wapens halen,' grinnikte hij vrolijk. 'En dit is de beste plek om verschillende wapens te vinden.' Hij stapt het immense gebouw binnen en kijkt me aan. Aarzelend blijf ik in de hal staan en kijkt om me heen.

Enorme stenen pilaren houden het gebouw overeind. Overal waar ik kijk zie ik glazen kasten staan die zijn gevuld met historische spullen. Maar nergens zie ik wapens liggen of iets dat er op lijkt. Nergens.

Zuchtend kijk ik Jace aan. 'Ik zie niks liggen dat op een wapen lijkt,' zei ik mopperend. Hij lachte. Het geluid galmde vrolijk door het immense hal. Wat is hij mooi als hij lachte? Dan ziet hij er veel jonger uit. Voordat ik nog langer over hem kan fantaseren. Brengt  zijn stem me uit mijn fantasie.

'Natuurlijk ga je hier geen wapens vinden,' zei hij vrolijk. Er schitteren pretlichtjes in zijn ogen. 'De wapens zijn die gang in. Juffrouw ongeduld.' Hij wijst met zijn lange, smalle vingers naar de gang die hij bedoelde.

'Kom laten we gaan,' zei ik. Mijn voetstappen galmen luid door de gang toen ik naar de gang beende die hij heeft aangewezen. Ik voel zijn ogen prikken in mijn rug en mijn hart begint sneller te kloppen. Niet aan denken. Niet op letten. Hij bestaat even niet. Maar wat ik me ook wijs maakte het helpt niks. Ik voel zijn ogen als warm straaltjes zonlicht op me branden.

Ik draai de gang in en ik blijf vol ongeloof stil staan.

Overal waar ik kijk zie ik wapens hangen, ongelooflijk veel wapens. Ze komen uit verschillende landen. Uit verschillende werelddelen. Ik zie zwaarden, knuppels, shurikens, speren, een bol met ijzeren stekels dat aan een ijzeren ketting hangt en nog veel meer, maar één wapen valt me direct op.

Het is een zwaard dat ligt gebogen is. Het gevest heeft een zwarte kleur waar in rode Japanse letters iets in geschreven staat. Voorzichtig pak ik het zwaard uit het rek waar het in ligt en bekijk het nieuwsgierig en vol bewondering. Het is het mooiste zwaard wat ik ooit heb gezien. Voorzichtig en langzaam trek ik het zwaard uit zijn zwarte scheden dat perfect pasten om het zwaard.

Er klinkt een zacht metalig geluid dat me doet rillen van genot. Met nog meer bewondering kijk ik naar de kling dat glinsterde in het maanlicht dat door de ramen sijpelde.

Het gevest ligt perfect in mijn hand. Het zwaard weegt amper iets. Het is alsof het speciaal voor mij is gemaakt. Alsof het zwaard al die jaren op mij heeft zitten wachten en nu eindelijk bij de juiste persoon is. Een opwindende grijns verschijnt op mijn gezicht.

'Dat is een katana,' zei Jace ineens die naast me staat. Ik heb het zelfs niet gehoord dat hij naar mij is gekomen, zo hard heb ik al mijn aandacht gevestigd op het mooie zwaard dat een katana blijkt te zijn.

Vragend kijk ik hem aan. 'Weet je nog meer over dit zwaard?'

'Ja,' zei hij mompelend en hij kijkt naar de katana die in mijn hand ruste. 'Deze zwaard is afkomstig van Japan en katana betekent eigenlijk zwaard. De strijders die vroeger deze katana gebruikte heten samoerai en...' Hij zwijgt even en hij kijkt naar de rode Japanse letters die in het gevest staan geschreven. '

...die rode letters die hier staan,' zei hij en hij wijst ze aan met zijn lange, smalle vingers. 'Die betekenen moed en hoop.'

Met open mond luisterde ik wat hij vertelde. Hij weet echt veel over wapens.

'Hoe weet jij dat allemaal,' vroeg ik na een tijdje toen hij klaar is met vertellen.

Er verschijnt een verdrietige uitdrukking op zijn gezicht. Zijn ogen veranderen van helder blauw naar donker blauw alsof er een schaduw over zijn gezicht glijd. Met waterige ogen kijkt hij me aan. Ik zie dat hij moeite doet om niet in tranen uit te barsten.

'Ik weet dit allemaal, omdat ik...' Zijn stem breekt van verdriet en verlangen, maar toch blijft hij me strak aankijken. Hij zuchten trillerig. 'voordat onze wereld werd vernietigd en een hel werd. Met mijn vader vaak naar hier kwam. Hij was gefascineerd in zwaarden en nog geen klein beetje. Hij kon er uren over praten en telkens weer hing ik aan zijn lippen en luisterde wat hij vertelde. Hij heeft is een keer gezegd dat deze hier,' Hij wijst naar de katana. ' één van zijn favorieten was omdat er zo'n geweldige geschiedenis achter zit. Daarom weet ik zo veel over zwaarden.' Zijn gezicht is vertrokken van verdriet en herinneringen over zijn vader.

Voorzichtig raak ik zijn arm aan. 'Gaat het,' vraag ik bezorgt. Toen hij een geluidje maakte tussen een zucht en een snik.

'Jaja, gaat wel,' mompelde hij.

'Weet je ik pak wel een ander zwaard,' zei ik vastberaden. Ik wilde niet dat hij altijd aan zijn vader moest denken als hij dit zwaard ziet. Verbaast kijkt hij me aan. Maar toen ik het terug wilde hangen houd hij me tegen. Vragend kijk ik hem aan.

'Je moet hem pakken. Het past bij je.' Verbaast en een beetje blozend kijk ik hem aan. 'Waarom past het bij me,' Vroeg ik een beetje flirtend.

Een glimlach begint om zijn lippen te dansen. 'Omdat je iets weg hebt van een Aziatisch meisje met je lang zwart haar en dunne gelaatstrekken,' antwoorden hij.

Voordat ik hier iets kan op zeggen worden we gestoord door een gil dat door merg en been gaat. Het galmde luid door het gebouw en het weerkaatste tegen de muren.

Inwendig krimp ik ineen van schrik. Angstig kijk ik Jace aan die met grote ogen terug kijkt.

Wie zit er nog in het gebouw? En waar komt dat gegil vandaan?



Like en reageer wat je er van vind. Sorry, dat het in begin van het hoofdstuk een beetje langdradig is, maar dat is alleen maar om jullie nog langer in spanning te doen houden. Hopelijk vinden jullie het eind goed.


New WorldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu