Het geluid vult mijn oren, doet me ineenkrimpen. Met grote ogen van angst kijk ik naar de drie jongens die elkaar besluipen. Met hun zwaarden voor zich houdend.
Kaj doet een uitval naar Ethan, die ternauwernood de aanval kan blokken. Snel draait hij van het zwaard weg dat hem wilt onthoofden. Laj wilde hierdoor direct de aanval ook inzetten, maar het mislukte. Ethan heft zijn zwaard op en de twee zwaarden knallen op elkaar. De beide jongens kijken elkaar vijandig aan over hun zwaarden. Beide hun ogen branden van woede.
'Jongens...,' roep ik schril en doet een stap naar voren. Ik voel hoe Jace zijn hand beschermend op mijn schouder legt. Een aangename tinteling snelt door mijn lichaam, maar ik probeerde het gevoel te negeren. Want dat is nu niet echt van belang. Ik moet eerst die drie kemphanen uit elkaar weten te krijgen. Voordat ze elkaar iets aandoen. 'Stop er mee.' Maar mijn geroep gaat in het niets door de herrie die de zwaarden veroorzaken, die op elkaar knallen.
Ik roep nog is op mijn hardste, maar weer word ik niet gehoord. Wanhopig zuchtend kijk ik Jace aan, die me meelevend aankijkt.
Dan staat er maar één ding op, dat ik kan doen.
Ik reik naar mijn zwaard, dat zoals altijd vertrouwd op mijn rug hangt. Mijn hand sluit zich om het gevest en trekt het zwaard met een soepele beweging uit zijn gevest. Een zacht metalig gesis vult vertrouwd mijn oren.
Met het vertrouwd gewicht dat in mijn hand ligt, wandel ik rustig naar de drie vechtende jongens, die elkaar weer aanvallen.
'Rachel...,' mompelde Jace achter me. Iets in zijn stem kan ik horen, dat hij het niet echt goed vind wat ik doe, maar het kan me op dit moment niet echt veel schelen. De jongens uit elkaar halen is nu veel belangrijker en het kan me meer schelen als er één van hen gewond raakt.
Bijna ben ik bij de drie jongens. Toen er ineens een schreeuw van pijn door de ruimte klinkt. Met een angstig gevoel kijk ik naar de plek waar het geschreeuw vandaan komt. Ik zie hoe Laj met een van pijn vertrokken gezicht op de grond stort. Zijn zwaard valt kletterend op de grond naast hem.
'Laj,' riep ik en ik snel naar hem toe. Op mijn knieën ga ik naast hem zitten en kijk hem bezorgt aan. Zijn gezicht glanst van het zweet. 'Gaat het? Waar ben je gewond?' Ik laat mijn blik over hem heen glijden.
Een zachte kreun verlaat zijn mond. 'Mijn schouder.' Ik verplaats mijn blik naar zijn schouder. Zijn hand drukte er op, maar het bloed drupte langs zijn vingers naar beneden. Het bloeit redelijk hevig.
'Doe je hand is even weg, dan kan ik de wond beter bekijken,' zei ik en kijk hem even aan. Hij knikte en haalt voorzichtig zijn hand weg. Zijn t-shirt is op de plaats waar zijn schouder is helemaal gescheurd en doordringt met vers bloed. Voorzichtig duw ik de mouw van zijn t-shirt omhoog. Een lelijke diepe snee word zichtbaar. Bloed sijpelt er hevig uit en glijd naar beneden langs zijn arm. Weer hoor ik Laj kreunen.
'Laj...' riep Kaj ongerust. Zijn stem trilt lichtjes. Hij knielt naast zijn broer neer en kijkt naar de wond. Met grote ogen kijkt hij me aan. Daarna draait hij zich woest om en kijkt Ethan, die achter hen staat vijandig en vernietigend aan. 'Dit is jouw schuld, klootzak. '
Ethan protesteert snuivend. 'Mijn schuld? De jouwe zeker.'
Kaj springt woest overeind en gaat voor hem staan. Zijn gezicht loopt rood aan van ingehouden woede. 'De mijne. Wil je de schuld op mij geven? Jij bent de gene die hem heeft verwond niet ik!'
Ethan lacht schamper. 'Ja, de jouwe en jullie zijn de gene die me hebben uitgedaagd en dit is het resultaat. Ik ben beter dan jullie met twee bij elkaar. Stelletjes prutsers.' Hij kijkt Kaj spottend aan.
Woedend spring ik overeind. Ik kan het niet langer meer aanhoren. Met getrokken katana ga ik tussen de twee bekvechtende jongens staan. 'Stoppen allebei. Nu meteen,' riep ik woest en met beide handen duw ik ze ruw uit elkaar. Elk om beurten kijk ik ze vernietigend aan. Kaj slaat beschaamd zijn ogen neer. Ethan kijkt me geschrokken aan. Een gevoel van trots gaat door me heen. Jongens die luisteren naar me, dat is iets nieuws. ' Hoe oud zijn jullie? Jullie zijn precies een stel kleuters. Weten jullie dat?' Weer kijk ik ze aan. Van beide krijg ik geen enkele reactie. 'Jullie staan hier tegen elkaar te vechten terwijl zij niet de echte vijand eens zijn. De echte vijand zit daar...,' Woest wijs ik met mijn vingers naar buiten. '...daar zit de vijand waar we tegen moeten vechten. Niet tegen ons eigen soort genoten en al zeker niet als ze mijn vrienden zijn en me al meerder keren hebben gered.' Ik pak mijn katana beter vast. Want wat ik nu ga zeggen. Wil ik eigenlijk liever nog niet zeggen, maar er zit niks anders op. 'We hebben elkaar nodig, zeker nu. James en de rest van zijn club zijn iets van plan. Iets ergers wat we tot nu toe hebben gehad. Ze zijn iets aan het oproepen en daarvoor hebben ze iemand van ons nodig...' Expres kijk ik Jace niet aan. De laatste beelden van de visioen over hem als hij dood gaat flitst voor mijn netvlies. 'Ze willen iemand van ons doden, daarom moet we dat proberen te voorkomen, maar dat moeten we wel samen doen. Anders gaat het niet lukken.' Nadat ik ben uitgepraat is het even stil. Jace is de eerste die de stilte mompelend verbreekt.
'Hoe weet jij dat allemaal,' vroeg hij en hij kijkt me een beetje wantrouwig aan.
Wat moet ik nu doen? Moet ik hen vertellen dat ik een visioen daarover heb gehad. Meteen slaag ik die gedachten weg; Nee, als ik dat zou zeggen gaan ze me helemaal niet geloven. Daarom zei ik maar. 'Ik ben gevangen genomen geweest nadat ze Black Hell hebben uitgemoord. James zei dat ik speciaal bloed heb. Bloed dat hen nog sterker kan maken, dan ze nu al zijn. Ik heb ze ook horen zeggen, dat ze iets groots aan het plannen zijn, maar wat dat weet ik niet. ' Ik kijk Jace aan, die naar me toe komt gewandeld. Hij kijkt me met zijn helder blauwe ogen aan. 'Geloof je me,' fluister ik tegen hem.
Even blijft hij me gewoon aankijken zonder iets te zeggen. 'Ja, ik geloof je,' fluistert hij terug. Ik glimlach van opluchting en drukt mijn lippen zachtjes tegen die van hem aan.
'Rachel,' zei Natacha. 'Wat gaan we nu doen?'
Ik draai me naar haar en de rest toe. 'Eerst gaan we de gewonden verzorgen en ons zelf ook. We moeten eerst terug op krachten zien te komen. Voordat we heel deze onderneming kunnen doen. Ondertussen denk ik na over een plan hoe we James en de rest van zijn benden kunnen aanvallen en vernietigen.' En hoe we mijn visioen kunnen voorkomen, denk ik er nog achter.
JE LEEST
New World
VampireRachel Dark is 16 jaar toen heel haar leven verandert in een hel. Zij noemt het zo omdat ze dat vind. Het is ergens in augustus toen de wereld verandert en vernietigd werd door wrakstukken. Haar ouders komen om en ze vlucht weg. Weg van haar thuis...