Nadat we een uur het museum hebben zitten doorzoeken. Hebben we nog steeds geen enkel spoor van James gevonden. Hij is gewoon verdwenen. Net als de nacht en het duisternis. Warme zonnestralen schijnen door de gebarsten ruiten en verwarmde het kille gebouw. Het eerst in 24 uren voel ik me langzaam aan ontspannen.
Het duurt wel even voordat de vampieren de straten weer onveilig gaan maken. Een koude rilling loopt over mijn rug als ik er alleen nog maar aan denk.
'Jace,' vroeg ik om mijn duistere gedachten te negeren. Hij loopt stilletjes voor mij en aan zijn houding kan ik zien dat hij met zijn gedachten ergens anders is.
'Eh.. Wat is er,' vroeg hij verward. Hij draaide zich naar me om en weer word ik door zijn blauwe ogen afgeleid. Oooooh...wat zijn ze mooi. Het zijn net diamanten in een diepe heldere oceaan. 'Rachel,'riep ik me zelf tot de orders. 'Stop met zo te dromen over hem. Je kent hem amper.' Ja, dat is waar, maar hij heeft wel mijn leven gered en we hebben al gekust.
'Wa...wat gaan we nu doen,' stamelde ik blozend en kijk naar mijn handen die onder het vuil en het bloed zitten. Zodat hij mijn gezicht niet kan zien dat met de seconden warmer en roder word.
'Ik weet het niet,' zei hij nadenkend, hij wandelde naar me toe. 'Maar we moeten hier weg. Zodat we een grotere voorsprong krijgen op James. Dan hebben we meer tijd om een plan te bedenken en kan ik je leren vechten.'
Ik knikte en ik kijk hem terug aan. Zijn ogen boorde zich in die van mij. Mijn hart begint als een waanzinnige tegen mijn ribben te bonken. Wat verlang ik naar zijn zachte lippen. Zijn lippen op die van mij die me teder aanraken. Zijn handen die zachtjes op mijn heupen liggen en het kriebelend gevoel dat dan in mijn buik los barst. Tot een ware storm van emoties. Ik verlang zo hard naar hem dat het pijn doet. Het gevoel bezorgt me een angstig gevoel. Ik heb nog nooit zoiets gevoeld. Nog nooit heb ik zoiets gevoeld bij andere jongens. Het maakte me bang. Doodsbang.
'Rachel, wat is er?' Hij kijkt me bezorgt aan. Ik ontwijk expres zijn blik. Hij mag niet zien wat ik voor hem voelde. Misschien voelde hij niet het zelfde wat ik voor hem voelde.
Er is niks,' zei ik nog al bot ook al is het totaal niet mijn bedoeling geweest om zo te reageren. Ik word gewoon bang van die gevoelens. 'Gaan we weg.'
Even kijkt hij gekwetst, maar die blik verdween even snel dan het is gekomen. Dus ik ben niet helemaal zeker dat ik het wel goed heb gezien.
'Oké, kom,' zei hij kil. Hij draait zich brut om en beende van me weg. Met een zucht volg ik hem. Ik moet bijna lopen om hem te kunnen volgen. We beenden naar de uitgang. Heel de tijd zeggen we geen woord tegen elkaar.
Nadat we buiten zijn. Kijkt hij om zich heen. Van opzij kijk ik hem aan. Zijn gezicht staat nadenkend alsof hij naar iets opzoek is. Tussen zijn ogen zijn er denk rimpeltjes verschenen dat hem nog knapper maakten. Maar voordat ik nog meer kan dromen beende hij weer weg. Haastig volg ik hem.
'Wat doe je,' vroeg ik een beetje buitenadem.
'Vervoer zoeken,' zei hij kil. Hij wijst naar een zwarte motor dat een beetje verder op in het straatje staat. Het is zo'n moordmachine waar je half oplicht. Mijn ouders zeiden altijd als je zo'n machine koopt dat je na een jaar zeker verongelukt en ik geloofde ze. Geen haar op mijn hoofd denkt er aan om daarop te gaan zitten.
'Daar ga ik niet opzitten,' zei ik bars. Koppig blijf ik stil staan en ik schud mijn hoofd. Met mijn handen voor mijn borst geslagen kijk ik Jace kwaad aan.
'Dan ga je toch gewoon te voet,' zei hij. Aan zijn stem kan ik horen dat ik hem irriteerde. Maar dat kan me nu geen reet schelen. Ik blijf staan waar ik sta.
'Awel, ja dat is een geweldig idee.' Koppig draai ik me om en ik wandel weg. 'Ik ga nog liever te voet dan dat ik daar op moet gaan zitten. Ik ben mijn leven nog niet beu.' Riep ik kwaad over mijn schouders.
Ik hoor hem iets mompelen. 'Meisjes zijn nu toch zo preuts.'
'En dat heb ik gehoord,' brulde ik woedend. Kwaad beende ik door de straat. Wat denkt hij wel! Dat ik daar op ga zitten. Ja...dag Jan. Mij niet gezien hoor.
Achter me hoor ik ineens hard geronk van een motor dat opstarten, gevolgd met opwindend gejuich. Daarna hoor ik het geronk dichter bij komen.
Koppig blijf ik voor me uitkijken, maar ik voel de aanwezigheid van Jace naast me op de zwarte motor.
'Kom je er echt niet bij op,' vroeg hij poeslief. Ik schudden vastberaden mijn hoofd.
'Wat jij wilt.' Hij haalde zijn schouders op en scheerde weg.
Verbaast kijk ik hem na. Zijn blonde haren wapperen in de wind. Zijn lichaam ligt perfect op de motor alsof het ding speciaal voor hem is gemaakt. Een opwindend gevoel nestelde zich in mijn buik. Een beeld verschijnt voor mijn ogen (Jace en ik samen op die motor. Met mijn armen stevig rond zijn middel geklemd.) Ik schudden mijn hoofd en het beeld loste op als een vage foto. Ik moet echt stoppen om zo over hem te dromen en te denken.
Voor mij word Jace als maar kleiner en kleiner. Totdat er nog alleen maar een zwart stipje is die zich in de verte beweegt. Ik knipper met mijn ogen tegen de felle zonnestralen en toen ik terug kijk is hij verdwenen.
Een bang gevoel nestelde zich in me en beneemt me de adem. Is hij nu echt weg? Heeft hij mij nu echt helemaal alleen achter gelaten?
Vol ongeloof kijk ik naar de horizon waar hij is verdwenen.
'Jace,' riep ik luid, maar hij kan nooit mijn geroep horen. Hij is al te ver weg. Tranen prikken in mijn ogen, maar ik laat ze niet vrij. Op mijn lip bijtend wandel ik vastberaden verder.
Ik weet niet hoe lang ik heb zitten wandelen, maar mijn voeten doen ongelooflijk veel pijn en mijn benen branden als gek. Ik weet niet waar ik ben. Overal waar ik kijk staan er bomen. Alleen maar bomen. Ik voel me eenzaam, alsof ik de enigste mens op aarde ben.
De bomen die ik voorbij wandel lachen me precies uit.
Woede borrelde in me omhoog. Ik ben kwaad op Jace, maar ook op mezelf. Als ik nu niet zo preuts en koppig had gedaan. Heeft hij me zeker en vast niet alleen achter gelaten. Maar ik heb nooit van hem verwacht dat hij me helemaal alleen ging achter laten.
Warme tranen branden in mijn ooghoeken en deze keer laat ik ze vrij. Warme zoute druppels glijden langs mijn wangen naar beneden. Snikkend loop ik verder met mijn katana die stevig op mijn rug hangt. Het wapen geeft me een veilig gevoel en het zorgt ervoor dat ik me ook niet zo zwak en weerloos voelt.
Ik heb echt gedacht dat Jace van me houd of toch iets voor me zou voelen, maar dat heb ik dan precies toch verkeerd gedacht.
Maar die kus dan? Is die ook gewoon feak geweest?
JE LEEST
New World
VampireRachel Dark is 16 jaar toen heel haar leven verandert in een hel. Zij noemt het zo omdat ze dat vind. Het is ergens in augustus toen de wereld verandert en vernietigd werd door wrakstukken. Haar ouders komen om en ze vlucht weg. Weg van haar thuis...