Hoofdstuk 13

150 12 2
                                    

Met veel moeite negeer ik het misselijk gevoel dat in me opkomt. Toen ik er zeker van ben dat het gevoel helemaal weg is. Draai ik me om. Weg van de lege ogen die me doods aanstaren. Twee ander paar ogen kijken me bezorgt aan.

'Gaat het,' vroeg Natacha.

'Bwa, gaat wel,' zei ik schouderophalend. Ik slenter naar haar toe. Mijn katana die ik nog steeds krampachtig vast hou. Berg ik terug op in zijn schede. Waar het thuis hoort.

Ik zak door mijn knieën en ga naast haar zitten. Ze kijkt me aan. Haar ogen stralen één en al bezorgdheid uit, maar ik letten er niet op. Iets anders vergde mijn aandacht.

Jace!!!

Mijn hart knijpt zich pijnlijk samen toen ik hem zo zie liggen.

Hij ligt nog steeds bewusteloos op Natacha haar benen. Zijn gezicht is vertrokken van pijn dat door zijn lichaam raast. Een zacht gekreun van pijn ontsnapt uit zijn mond dat een stukje open sta.

Dat geluidje alleen al, dat zo pijnlijk en vol wanhoop klinkt, doet me al in een krimpen van bezorgdheid en wanhoop. Bezorgdheid omdat hij hier zo stil ligt. Wanhoop omdat ik niks kan doen om hem te helpen. Het maakte me gek.

Tranen wellen warm op in mijn ogen. Mijn zicht word troebel en wazig. Ik wil Jace niet verliezen. Niet hij.

Met mijn hand streel ik zachtjes over zijn wang dat een beetje klammig is van zijn zweet. Een traan ontsnapt uit mijn ogen en glijd warm via mijn wang naar beneden. Gevolgd door nog meer tranen. Ze laten een natte warme spoor achter.

De eerste snik ontsnapt uit mijn mond. Direct gevolgd door de tweede en derde. Snikkend woel ik met mijn hand door zijn blonde haren. Die zoals altijd zijde zacht aanvoelen.

Waarom?

Waarom moet hij juist ziek worden?

Waarom moet hij juist pijn hebben?

Die vragen spelen als een vragenlijst door mijn hoofd. Op geen enkel van die vragen heb ik een antwoord op. Ik word er alleen nog maar meer wanhopiger van. Het dringt alleen nog harder tot me door dat ik hem misschien gaat verliezen.

'Hey,' fluistert Natacha tegen me. Ze legt haar hand troostend op mijn schouder. Dat nog na schokte van het huilen. 'Geef het nog niet op. Hij gaat het overleven. Geloof me.' Ze kijkt me vastberaden aan.

Ik schud verdrietig mijn hoofd. Ik wil haar geloven. Heel graag zelfs, maar ik kan het niet. Jace is er veel te slecht aan toe om het te geloven dat hij het gaat overleven. Ik kan het gewoon niet.

'Ik wil hem niet verliezen,' fluister ik verdrietig. Weer ontsnapt er een traan uit mijn ooghoeken. Het glijd langzaam langs mijn wang naar beneden totdat het aan mijn kin bengelde. Zuchtend veeg ik hem weg met mijn hand. 'Ik wil je heel graag geloven, Natacha. Heel graag, maar hij is er gewoon veel te slecht aan toe.'

'Rachel,' zei ze bazig. Verwondert kijk ik haar aan. Haar ogen kijken me doordringend aan. 'Sinds wanneer geef je het zo snel op. Sinds wanneer geloof je er niet meer in dat sommige dingen terug goed komen?'

Hier moet ik even over nadenken. Ze heeft ergens wel gelijk. Dat moet ik eerlijk toe geven. Vroeger geloofde ik altijd dat alles terug goed komt. Ook al ziet de situatie er soms zo rampzalig uit dat het precies nooit meer goed komt. Maar uiteindelijk komt het altijd terug goed. Ze heeft gelijk ik moet gewoon positief blijven. Ik moet positief blijven denken voor Jace. Het moet voor hem.

'Je hebt gelijk.' Geef ik toe. 'Ik moet positief blijven. Voor Jace.' Ik kijk naar Jace die zachtjes kreunde.

Voorzichtig buig ik naar voren. Mijn lippen hangen een paar centimeter boven de zijne. Even aarzelde ik of dat ik hem zou kussen. Maar mijn verlangen om hem wint het. Ik drukte mijn lippen zachtjes op die van hem. Zijn lippen voelen warm en zoutig aan. Het voelt zo vertrouwt, zo veilig. Ik sluit mijn ogen. Daarna haal ik mijn lippen zachtjes van die van hem.

Ik wil iets zeggen tegen Natacha toen ik ineens motor geronk hoor.

'Hoor jij dat ook,' vroeg Natacha aan me. Ik knik. 'Ja ik hoor het ook en het zijn er meer dan één.' Stelde ik vast aan het geronk dat dubbel zo luid klinkt.

'Zouden het vampiers kunnen zijn,' fluistert ze met trillende stem van angst.

'Ik weet het niet, maar het is misschien het beste dat we ons gaan verstoppen,' zei ik. Ik pakte Jace zijn arm vast en tilde hem op. Het gaat moeilijker dan ik had verwacht. Hoeveel weegt die gast wel niet?

Met zijn ene arm om mijn schouder geslagen strompel ik in één gedoken door zijn gewicht naar het huis.

Natacha krabbelde achter me snel overeind en komt me achterna. Ze pakte de andere arm van Jace beet en slaagt hem over haar schouder. Zodat het gewicht meer verdeelt is. Zo snel mogelijk strompelen we met Jace tussen ons in naar het huis. Het motor geronk word steeds luider naar mate het dichter bij komt.

Hijgend van de inspanning doe ik de deur open. Snel haasten we ons naar binnen. Natacha doet de deur achter ons terug dicht en op slot.

We strompelen verder naar de woonkamer. Waar we Jace zo voorzichtig mogelijk op de zetel leggen. Hij kreunde zwakjes.

Hijgend veeg ik het haar uit mijn gezicht dat plakte van het zweet. Natacha doet naast mij het zelfde.

'Ze stoppen hier,' zei Natacha die me met grote ogen aankijkt. Ik luister aandachtig. Ze heeft gelijk het geronk van de motoren klinkt oorverdovend. Aan het geluid kan ik horen dat ze voor het huis staan.

Ik ga met mijn hand naar mijn katana en trek het met één soepele beweging uit zijn schede. Met mijn andere hand doe ik teken naar Natacha dat ze hier moet blijven. Ze knikte ten teken dat ze het begrijpt.

Met mijn katana stevig in mijn hand geklemd, zodat de knokkels op mijn hand wit worden, ga ik naar het raam.

Mijn hart bonkte als een raasde in mijn keel. Adrenaline giert als een sneltrein door mijn lichaam. Zweet gutste over mijn voorhoofd.

Ik haalde eerst diep adem voordat ik het gordijn voor het raam een stukje open schuif.

Onderzoekend kijk ik naar buiten. Er staan twee zwarte motoren die blinken in het maanlicht. Het zijn prachtige motoren. Het zijn zo'n machines die je in de film van Fast And Furious ziet. Geweldige films trouwens. Voordat ik nog langer kan nadenken over die film zie ik twee personen voor het huis staan die druk tegen elkaar aan het praten zijn. Aan hun lichaamstaal kan ik duidelijk zien dat ze het niet met elkaar eens zijn.

De twee personen zijn twee jongens van ongeveer mijn leeftijd. Ze zijn allebei redelijk gespierd en ik moet eerlijk toegeven ze zijn hot. Ze zijn echt sexy.

Een van de jongens kijkt in eens naar het raam waar ik voor sta. Ik schrik. Met bonkend hart duik ik weg. Hopend dat hij me niet heeft gezien, maar die hoop vervliegt toen ineens de deur luid krakend word opengetrapt.

Gillend roep ik naar Natacha een waarschuwing, maar het is al te laat ze stormen met hun tweeën naar binnen.


New WorldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu