Hoofdstuk 10

136 11 2
                                    

'Rachel.' Iemand schudden me zachtjes wakker aan mijn schouder. Geeuwend doe ik mijn ogen open. Natacha's gezicht doemt voor me op. Het staat bezorgt.

'Wa...Wat is er,' zei ik geeuwend. Ik wrijf met mijn handen over mijn ogen.

'Het is bijna zonsondergang,' antwoord ze. Die zin maakt me ineens klaar wakker. Het laatste restje slaap verdwijnt als de bliksem.

JACE!!!!

Hou zou het met hem zijn? Vragend kijk ik mijn beste vriendin aan. 'Heb je nog iets gehoord van Jace.' Ze wend haar blik van me af.

'Ja, 'fluisterde ze, maar ik geloof haar niet. Ze liegt. Anders zou ze me wel recht aankijken.

'Natacha...Ben eerlijk,'siste ik bevelend. Ik ga zitten en zetten mijn handen op mijn heupen. Mijn ogen boorde zich in die van haar. 'Heb je Jace nog iets horen zeggen.' Herhaalde ik.

Even aarzelde ze, maar ze slaagt haar ogen naar me op, die gekweld staan. Angst knijpt mijn hart samen.

'Ik heb al een uur niks meer van hem gehoord,' bekent ze fluisterend. Haar ogen worden waterig. 'Het spijt me, Rachel. Ik denk ni...' Verder komt ze niet.

Ruw onderbreek ik haar. Ik wilde het niet horen wat ze gaat  zeggen. Ik wilde er zelfs niet aandenken.

'Nee, hij leeft nog,' zei ik koppig. 'Jace...Leeft nog dat kan niet anders. Misschien slaapt hij gewoon,' fluister ik hopend.

Ik hoopte zo hard dat hij moe en uitgeput is en dat hij gewoon slaapt. En dat hij daarom niet reageerde.

Maar een irritant stemmetje in mijn hoofd doet me twijfelen. 'Hij is dood. Hij kan dit niet overleefd hebben. "Hij is dood."'

De laatste zin spookte angstaanjagend door mijn hoofd. "Hij is dood. Dood, DOOD.' Kwaad schud ik mijn hoofd. Ik wilde er niet aandenken.

'Hoe lang duurt het nog wanneer het na zonsondergang is,' vroeg ik aan Natacha. Ze kijkt op haar witte horloge.

'Binnen ongeveer 10 minuten,' antwoord ze. Daarna kijkt ze me aan. Haar ogen staan bezorgt en meelevend. 'Het komt wel goed.'

'Ik hoop het;' mompelde ik verdrietig. 'Ik wil hem niet kwijt.' Een traan ontsnapt uit mijn ogen en glijd langs mijn wang naar beneden.

Ze knikte. Daarna kijkt ze me ineens nieuwsgierig aan. Er glinsterde pret lichtjes in haar ogen. ' Die Jace is dat soms je vriendje? Waar ken je hem van? Hoe heb je hem ontmoet? Kan hij goed kussen?' Het laatste kwam er fluisterend uit.

Haar vragen komen als een stortvloed op me af. Er lijkt precies geen eind aan te komen. Ik glimlachte geamuseerd en veegt de traan van mijn wang af.

'How, How...rustig aan. Niet zo veel vragen te gelijk,' lachte ik. Ik steek mijn handen in de lucht. Dit is typisch Natacha. Ze moet alles weten als één van haar vriendinnen een vriendje heeft. Maar ik ben toen altijd gespaard gebleven van al haar vragen. Die soms heel gênant kunnen zijn. Tot nu.

'Ja, hij is mijn vriendje en ja, hij kust geweldig,' bekende ik haar. Ze kijkt me met grote ogen van ongeloof aan. Daarna slaagt ze haar armen om me heen. Ik beantwoord haar knuffel. In dit moment vergeet ik even alles. Mijn ouders die dood zijn. De wereld die is vernield. Vampieren. Jace die misschien dood is. Ik dacht even niet aan al die miserie. Het voelde goed om mijn vriendin te knuffelen. Het voelde aan als vroeger. Toen we elkaar troosten als we is ruzie met iemand hebben en het even allebei niet meer zien zitten.

'Ik ben zooo blij voor je,' riep ze opgewonden. 'Wie had dat nu gedacht. Rachel met een vriendje.'

'Tja,' zei ik schouderophalend. Glimlachend por ik haar. 'Daar verschiet je nu van, hé?'

'Bwa...niet echt. Je bent een geweldig mooie meisje. Ook al vind je dat niet van je eigen,' zei ze serieus. Ik bloos door haar woorden. 'Hoe ziet hij eruit,' vroeg ze nieuwsgierig.

'Hij heeft blond haar dat altijd in de war steekt en zijn ogen....' Ik zucht dromerig. Zijn ogen doemen in eens voor me op zoals in een droom. Ze glinsterde van opwinding en verlangen. Ze zijn zo mooi als de mooiste oceaan. Daarna veranderde zijn ogen en staan ze vastberaden en koppig. Ooooh....Wat mis ik zijn ogen.

'Rachel,' roept Natacha die met haar hand voor mijn ogen heen en weer staat te zwaaien.

'Hé..Wat?' Met een schok kom ik terug bij zinnen. Jace zijn ogen losten voor mijn ogen op.

Natacha lachte. 'Waar zat jij, zeg.'

Blozend kijk ik naar mijn voeten. Ongemakkelijk wiebel ik van de ene voet op de andere. 'Niks hoor.' Lieg ik.

'Ha oké,' zei ze maar ze kijkt me dubbelzinnig aan. Ze heeft me door. Ze weert dat ik over Jace zit te dromen. Ik zucht.


New WorldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu