Ondertussen dat de tweeling slaapt heb ik de tijd om mijn wond te kunnen bekijken. Even aarzel ik. Wilde ik dit wel zien? Wilde ik wel weten hoe erg dat de wond is?
Voordat ik nog langer kan aarzelen trek ik mijn shirt omhoog zodat mijn wond zichtbaar word. Ik knijp mijn ogen dicht. Nog steeds in een verwoede tweestrijd. Ik voelde hoe ik lichtjes trilde van angst. Was ik nu bang voor een wond?
'Wel dat dat er kan voor zorgen dat je je vrienden nooit meer terug gaat zien,' fluister ik tegen mijn eigen. Het stemmetje in mijn hoofd stemde met tegenzin in. Maar nog steeds wilde ik niet zien. Een flits van woede snelt ineens door me heen.
'Komaan angsthaas,' siste ik vermanend tegen me zelf. 'Het is maar een wond. Meer niet. Doe niet zo schijterig.' Wow wacht is even. Zeg ik dit nu echt tegen mijn eigen. Oké, ik heb misschien wel gelijk en ik zei de waarheid dat moet ik spijtig genoeg ook wel toegeven.
Een diepe zucht verlaat mijn mond. Ik krabbelde al mijn moed dat ik nog in me heb, en dat is niet veel meer, bij één. Langzaam doe ik mijn ogen open en kijk naar de wond. Mijn ogen worden zo groot als schotels. Ik slikte hoorbaar.
Een grote rode snee is zichtbaar en ontsierd mijn zij. Bloed druipt nog steeds uit de wond. Als rode tranen die eindelijk kunnen ontsnappen, die eindelijk hun vrijheid hebben gezien. Voorzichtig raak ik de wond aan, maar ik trek mijn hand al snel weg. Toen er ineens een hevige pijnscheut door de wond snelde. Ik kreunde zachtjes door mijn opéén geklemde kaken.
Een zacht geluid doet me ineens opschrikken. Snel trek ik mijn shirt terug naar beneden zodat de wond terug bedekt is. Onzichtbaar voor de wereld.
'Rachel,' zei een slaperige stem. Een hand pakte ineens mijn arm vast. Uit puur instinct handelde ik. Snel trek ik mijn katana, die naast me ligt, uit zijn schede. Een seconde later rust het scherp lemmet tegen de keel van de dader, die me vast heeft. Ik hoorde hem angstig slikken.
'Euh...Rachel. Je mag die tandenstoker wel van mijn keel halen,' siste de stem van Kaj. Door zijn boosheid heen kan ik een trilling van angst in zijn stem onderscheiden.
'Sorry,' mompelde ik verontschuldigend. Langzaam haal ik mijn katana van zijn keel en steek hem terug in zijn schede. Ik hoor Kaj opgelucht zuchten. 'Ik wist niet dat jij het was.'
'Wie zou het dan zijn?'
'Weet ik veel,' zei ik en haalde mijn schouders op. 'Waarom besluip je me?'
Even is het stil. Daarna mompelde hij zachtjes. 'Gewoon. Ik hoorde dat je nog wakker was en ik dacht misschien wil je wel gezelschap. Ik kan namelijk niet slapen.'
'Waarom kan je niet slapen?'
Hij zucht trillerig. 'Ik heb nachtmerries. Nachtmerries over die monsters, die mijn ouders hebben vermoord. Ik wil zo graag dat ze hier zijn,' mompelde hij er zachtjes na.
Even weet ik niet wat ik moet zeggen, maar ik voelde dat hij er over wil praten. ''Hoe zijn je ouders omgekomen?'
'D-door een aanval. Ze waren er ineens zonder enige waarschuw. We zaten op dat moment gewoon in ons huis lekker gezellig bij elkaar, toen we ineens gegil en gekrijs buiten hoorde. Mijn vader stond recht en liep naar het raam toe. Ik weet nog goed hoe zijn gezicht ineens bleek werd van angst en afschuw. Daarna schreeuwde hij naar Laj en mij dat we naar boven moesten en ons moesten verstoppen. Samen renden we naar boven en kropen in het bed van onze ouders. Het laken over ons heen getrokken...'Hij stopte even met praten. Een snik ontsnapt uit zijn keel. Een warme traan land boven op mijn arm, maar ik veegde hem niet weg. Met bevende stem verteld hij verder.' Even was het stil. Nergens hoorde we iemand gillen of krijsen. Net als de stilte voor een storm. Sinds toen geloof ik in dat zegswijze want de storm brak echt los. Een gil van doodsangst galmde door ons huis. Een gil dat we spijtig genoeg al te goed kende. Dat direct werd gevolgd door een andere gil dat even bekent voor kwam. Daarna was het stil, maar voor goed stil en sinds toen is ons leven veranderd. We hebben uren onder dat deken gelegen te bang om ons te verroeren. Te bang voor wat we beneden zouden aantreffen, maar na een tijd had ik genoeg moed verzameld om naar beneden te gaan. Wat ik daar toen aantref bezorgt me nu nog steeds ware nachtmerries. Mijn ouders lagen doodstil op de grond in een grote plasbloed. Dat van hen afkomstig was. Hun nekken waren aan flarden gescheurd. Overal waar ik zag zag ik bloed, maar het ergste vond ik hun ogen, die leeg naar het niets liggen te staren. Waar ooit zoveel leven heeft in gezeten was opslag verdwenen.' Kaj weende zachtjes. 'Zo zijn ze omgekomen,' snikte hij.
Ik ga recht zitten en slaag mijn armen om hem heen. Zachtjes wiegen we elkaar heen en weer. Er werd niets gezegd en dat moet ook niet. Tranen stromen ook over mijn wangen. Door wat Kaj allemaal heeft gezegd zijn er oude wonden terug open gemaakt. Beelden van mijn ouders flitsen voor mijn ogen. Mijn ouders die gelukkig zijn of die boos op me zijn omdat ik weer iets had mispeuterd. Die beelden zou ik nooit meer terug beleven in het echt. Ik ga ze nooit meer kunnen horen lachen of hun armen rondom mij voelen als ze me is stevig vastpakken. Al die kleine dingetjes, die nu zo belangrijk zijn ga ik nooit meer beleven. Nooit meer beleven in het echt.
Wat miste ik mijn ouders super hard en ik wenste even hard als Kaj dat ze terug bij mij waren. Dat dit nooit was gebeurt. Dat dat wrakstuk nooit op ons huis was gevallen, maar diep in me weet ik dat het maar een droom is dat nooit meer gaat uitkomen.
JE LEEST
New World
VampireRachel Dark is 16 jaar toen heel haar leven verandert in een hel. Zij noemt het zo omdat ze dat vind. Het is ergens in augustus toen de wereld verandert en vernietigd werd door wrakstukken. Haar ouders komen om en ze vlucht weg. Weg van haar thuis...