Hoofdstuk 48

53 3 0
                                    

Een plan bedenken gaat moeilijker dan ik had verwacht. Ik weet niet waar James en zijn benden zich schuilhouden. Dat begint al goed, maar het ergste moet nog komen. Ik weet totaal niet hoe je een plan moet voorbereiden en moet uitbreiden. Mijn andere plannen waren maar lijstjes die amper iets voorstellen en die je ook niet echt een plan kunt noemen. Want die gaan meestal zo: We rijden er naar toe en zoeken één van mijn vrienden die weer weg is, maar dit! Nee!!

Dit is van een veel grotere categorie. Maar dan echt veel groter. Ik moet bedenken hoe we James kunnen tegenhouden en misschien zelfs kunnen doden. Daarboven op moet ik ook weten te voorkomen dat mijn visioen gaat uitkomen. Ook al weet ik niet dat het een echte visioen is geweest, maar de beelden maken me bang. 

'Lukt het een beetje,' vroeg ineens Jace, die mijn tent  binnen komt. 

Even kijk ik snel even op. Wat ziet hij er weer goddelijk uit. Met zijn blonde haren die glinsteren in het licht. Zijn blauwe ogen kijken me bezorgt aan. 'Bwa, niet echt, nee,' antwoord ik op zijn vraag. Met een vragende blik in zijn ogen gaat hij naast me zitten. Met een diepe zucht haal ik mijn handen door mijn lange zwarte haren. 'Het plan wilt niet lukken. Ik kan niks bedenken, Jace. Maar dan ook helemaal niks. Ik weet niet hoe we die vampiers moeten verslaan. Ik weet zelfs niet waar ze zich schuilhouden. Laat staan hoe ik James en zijn bende wil aanvallen.' Ik zucht nog is heel diep. 'Ik ben de rampzaligste leider ooit.' Met mijn hoofd tussen mijn handen schud ik mezelf zachtjes heen en weer.

Even is het muisstil, maar dan echt heel stil. Zenuwachtig wacht ik af wat hij gaat zeggen. Ineens voel ik zijn sterke arm om mijn middel. Voorzichtig til ik mijn hoofd op en kijkt hem aan.

'Rachel,' zei hij met zwoele stem. 'Je bent geen rampzalige leidster. Je bent zelf de beste leidster die ik ooit heb gekend. Maar een plan bedenken is inderdaad moeilijk en moet je zeker niet in je eentje doen. Dus daarom ben ik naar je toe gekomen om samen dat verdomd moeilijke plan te bedenken tegen die monsters die hier buiten op ons zitten te loeren.' Hij glimlacht bemoedigend naar me.

Heb ik je al verteld dat ik het beste vriendje ooit heb. Want als ik het je nog niet heb verteld dan weet je het nu. Hij is geweldig!!

Mijn hart begint sneller te slaan door zijn woorden. Een gevoel van geluk en hoop snelt door me heen.  'Dank je dat je me wilt helpen,' zei ik en geef hem snel een dikke knuffel. 

'Ik doe alles voor jou, schat,' zei hij en hij geeft me snel een kus op mijn mond. Hierdoor begint mijn hart nog sneller te kloppen. Sneller dan normaal wettelijk gezond is. 

'We moeten eerst te weten komen waar ze zich schuilhouden,' zei ik direct om aan het plan te beginnen. Want hoe sneller dat dit gedaan is, hoe beter.

'Daar heb je gelijk in.' Hij tikt met zijn vinger nadenkend tegen zijn kin. 'Ik denk dat hij zich ergens schuilhoud in een grote stad, die nog niet veel schade heeft opgelopen.'

'En ken jij ergens soms z'n stad,' vroeg ik. 

'Mmm, ja,' mompelde hij. 'Hier niet zo ver vandaan. Ik ging er vaak met mijn vader naartoe om te leren schieten. Het is een heel grote stad. Ik denk zelfs dat die stad twee keer groter is dan de deze. Dus ik durf erop te wetten dat hij daar gaat zitten.'

Ik knikte. Wat hij zegt kan wel is kloppen. James houd wel van dingen die groot zijn en nu zeker dat het aan hem toebehoort.  'Oké, dus dat weten we al, maar hoe gaan we ongemerkt binnen dringen en James aanvallen. We kunnen toch moeilijk ons vechtend naar hem toe gaan?'

'Nee, dat kunnen we niet doen en dat is trouwens veel te gevaarlijk en bovendien moet we ook rekening houden dat wij ferm in de minderheid zijn. Dus we moeten het eerder rustig doen. Ik had  iets in gedachten dat we beter via de tunnels die onder de stad lopen zo de stad kunnen binnendringen.' Hij kijkt me aan. Ik knikte.

'En wat gaan we dan doen als we eenmaal in de stad zijn waar het wemelt van de vampiers, die ons maar al te graag opeten,' vragend kijk ik hem aan.

'Simpel,' antwoord hij. Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik hem aan. Ik vind dit toch alles behalve simpel. 'Ieder van ons neemt een wapen mee. We splitsen ons en zorgen ervoor dat elk groepje uit maximum twee man bestaan. We lopen achter elkaar, maar we zorgen ervoor dat tussen elk groepje zeker vijf meter tussen zit zodat we elkaar direct kunnen helpen als er een groepje word aangevallen, maar dan hebben we ook minder kans dat we ineens allemaal dood gaan of gevangen worden genomen, maar dat heb je wel als je in een grote groep loopt daarom splitsen we ons. 'Hij kijkt me aan om te zien of ik nog kan volgen. Dat lukte nog amper, maar ik moet wel eerlijk toegeven dat hij hier goed in is om plannetjes te bedenken.

'Voor de rest proberen we zo snel mogelijk om naar het centrum van de stad te komen. Waar we James dan tegen het lijf gaan lopen. Op die plek gaan we ze aanvallen,' zei Jace en zijn ogen staan zelfzeker. 'En ik denk dat dit de beste manier is om ze aan te vallen.'

Weer knikte ik. 'Hoe ver staan de gewonde. Zijn ze bijna genezen?'

'Laj is bijna zo goed als hersteld. Alleen Jason heeft nog extra tijd nodig om te herstellen,' antwoord hij.

'Oké, hij krijgt nog twee dagen voordat we vertrekken. Ik zal subiet de andere op de hoogte brengen van onze plannen. Ondertussen ga jij kijken of we genoeg wapens hebben.'

'Oké, dat is goed.' Hij staat recht en beent naar de ingang van de tent, maar voordat hij helemaal uit de tent verdwijnt draait hij zich nog is om. 'Rachel, dit gaat lukken. We komen hier allemaal levend uit.' Na die woorden verdwijnt hij en laat me achter in de tent.  Waar ik nog na zit te piekeren over ons plan en vooral aan mijn visioen dat me dood angst bezorgt.


New WorldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu