Verward en met een hoofd vol dikken watten knipper ik met mijn ogen. Langzaam aan kom ik bij bewustzijn. Word ik eindelijk na wat wel een eeuwigheid aanvoelde uit het duister getrokken. Terug het heden in. Terug het echte leven in.
Eindelijk zijn de ware nachtmerries gedaan, die ik telkens terug krijg als ik in een ijl toestand terecht kwam. Die me elke keer weer hebben doen laten beven en sidderen van angst en schrik. En elke keer heb ik tegen de nachtmerries zitten vechten. Ik wilde ze niet geloven en ik wilde ze vooral niet zien. Elke keer verzetten ik me er tegen, maar ze waren telkens weer te sterk voor me. Maar wat wilde je ik was zo zwak als een lammetje geworden door mijn wond en door het ijlen.
Daardoor heb ik telkens weer dezelfde droom gezien en meegemaakt. De droom maakt me bang, laat mijn hart sneller kloppen. Doet mijn bloed sneller stromen door mijn aderen als een wilde rivier dat niet te temmen is. Telkens weer word ik in die droom getrokken.
Het is donker tussen de verlaten huizen. De huizen die verwoest zijn door de aanvallen lijken wel op skeletten en geraamtes die op een kerkhof liggen. Stilletjes sluip ik door de steegjes die tussen de huizen door kronkelen. Ik sluip zo gebukt mogelijk zodat ik bijna één word met mijn omgeving. Ik spits mijn oren toen ik ineens luid geroep hoor. Het klinkt opwindend, maar het voelde ook ergens duister aan. Ergens in me voelde ik dat er iets niet klopte. Dat er iets niet goed is.
Stilletjes probeer ik zo snel en zo onopvallend mogelijk door de kronkelende steegjes te lopen. Richting de plek waar het opwindend geroep vandaan komt. Mijn hart klopt als een gek in mijn keel. Mijn hersenen maken overuren. Er klopte iets niet. Het voelt hier gewoon verkeert aan. En het gevoel word telkens weer versterkt naarmate ik steeds dichter bij kom.
Het geschreeuw en getier word over dovend toen ik op de plek aankom. Mijn ogen worden groot van angst en ongeloof. Ik hapte geluidloos naar adem. Mijn hart blijft een tel te lang stilstaan. Wat ik hier zie kan ik maar amper bevatten. Overal zie ik vampiers. Wel honderden. Ze schreeuwen iets uit vollen borst, maar ik kan niet verstaan wat ze zeggen. De taal klinkt buitenaards.
Onderzoekend laat ik mijn ogen over het plein glijden. Ze blijven hangen op een soort kooi waar nog niemand inzit, maar toch blijven ze versteend staren naar het ijzeren ding. Wat gaan ze daar inzetten? Nee, beter gezegd. Wie gaan ze daar inzetten?
Een paar minuten later barst de menigte onder me helemaal los. Opwindend geschreeuw en gebrul doen mijn trommelvliezen bijna springen. Nieuwsgierig kijk ik om me heen en zie een zwarte gedaante het plein optreden. Als hij eenmaal in het midden van het plein staat en zeker weet dat iedereen hem duidelijk kan zien. Trekt hij zijn zwarte kap van zijn hoofd.
Een bekend gezicht komt te voorschijn. Walgend hap ik naar lucht. James! Zijn ogen dansen uitdagend over de menigte. Ze stralen alleen maar kwaad en duisternis uit. Een rilling loopt over mijn rug, toen zijn ogen zich in die van mij boorde. Een sluw lachje vormt zich op zijn lippen, maar daarna gaan zijn ogen verder over de rest van de menigte. Waarom doet hij niks? waarom kijkt hij enkel naar me?
Hij steekt zijn handen in de lucht en de menigte zwijgt opslag. Nieuwsgierig en vol ongeduld kijken ze naar hun leider, die boosaardig glimlachend midden op de plein staat.
'Gegroet, volgelingen,' zei hij plechtig. Zijn stem galmt luid en vastberaden . 'Eindelijk is de dag aangebroken. De dag waar jullie allemaal zo lang hebben op moeten wachten is aangebroken.'
Hij zwijgt even, toen heel de menigte terug uit zijn dak gaat. Na een tijdje toen het terug stiller is vertelt hij verder. 'Na maanden zoeken en wachten hebben we eindelijk iemand gevonden dat geschikt is voor het offer. Iemand dat we kunnen offeren aan onze opperste grote vampier leider.' Daarna draait hij zich om en wijst naar de kooi waar nu ineens iemand in zit. De persoon zit ineengedoken in zijn kooi. Zijn blond haar hangt slordig voor zijn gezicht.
Mijn adem stokt en blijft haperen. Het geklop van mijn hart is onregelmatig. Dat...dat blonde haar. Dat kan maar van één iemand zijn en die iemand is....Jace!
Voordat ik het zelf beseft galmt mijn stem luid over het plein. 'Jace...,'
Verbaast en angstig kijkt hij op. Voorzichtig laat hij zijn helder blauwe ogen over de massa glijden. Totdat zijn ogen, die van mij vinden. Ze worden groot van ongeloof en die van mij beginnen vol te lopen van wanhoop. Wat kan ik doen om hem te bevrijden?
'Rachel...,' Mijn naam galmt over het plein en dreunt na in mijn oren. 'Help me!!!' Zijn smeekgebed laat me nog harder wanhopen. Nieuwe tranen mengen zich samen met de oude.
Met de wanhoop in mijn lijf probeer ik me door de massa te wringen. De vampiers die ik wegduw negerend. Ik moet en zal hem redden, maar ik ben nog niet te goeie bij hem of het noodlot slaagt toe. Een reusachtige vampier strijkt boven op de kooi waar Jace in zit. Zijn zwarte vleugels wapperen dreigend heen en weer. Zijn ogen schieten heen en weer. Ze zien er doods uit. Een koude rilling gaat door me heen. Met al mijn macht probeer ik me verder door de massa te wringen, maar ergens weet ik al dat ik er nooit op tijd gaat zijn.
Een angstige gil klinkt over het plein. Jace!!
Geschrokken blijf ik stil staan en kijk naar hem. Zijn ogen zijn wagenwijd opengesperd van doodsangst. De reusachtige vampier breekt met zijn handen de kooi open. Alsof de ijzeren tralies niet meer is als een stuk papier dat je ombuigt of kapot scheurt. Dat gebeurt er ook met de kooi. Een ijzer gekraak luid als de ijzeren staven doormidden breken. Jace probeert nog weg te kruipen, maar het is al te laat.
De arm van de vampier schiet de kooi en pakt Jace aan zijn arm vast. Brut sleurt hij hem uit de kooi. alsof hij niks weegt. Jace schopt en slaat waar hij, maar kan. Hij wringt zijn lichaam in allerlei bochten om zich uit te klauwen van de vampier te bevrijden, maar het haalde niks uit. De vampier is gewoon te sterk voor hem.
Tranen glijden over zijn bleke huid. Laten zijn helder blauwe ogen er nog helderder uitzien.
De vampier brengt zijn hoofd dichter naar de nek van Jace dat onbeschermd is. Zijn grote hoektanden glijden uit zijn mond. Daarna ramt hij ze in Jace zijn nek. Ze doorboren de hoofdslagader en hij drinkt gulzig van het frisse warme bloed.
Vol walging kijk ik wazig toe. Tranen benemen mijn zicht. Voor mijn ogen zie ik hoe het leven zich langzaam aan uit het lichaam van Jace verdwijnt. Zijn lichaam schokt en beeft. Totdat het na een tijd als een slappe pop levenloos op de grond valt. Schreeuwend kijk ik naar zijn levenloos lichaam.
Met die schreeuw kom ik telkens nadat ik die droom heb gehad bij bewustzijn.
Dag, beste lezers
Ik weet het het is lang geleden wanneer ik nog iets heb gepost, maar tadada heb een nieuw hoofdstuk opgezet.
ik heb een tijdje geen inspiratie meer gehad en ik heb het ook heel druk met school. Want volgende week heb ik een maand stage in een kleuterklas. ik kijk er heel hard naar uit, maar het gaat heel druk worden. dus ik weet niet dat ik vaak zal kunnen posten. Dus sorry daar voor.
Ik hou heel van jullie..
en jullie weten het
comment
vote
follow
Melissaxxx
JE LEEST
New World
VampireRachel Dark is 16 jaar toen heel haar leven verandert in een hel. Zij noemt het zo omdat ze dat vind. Het is ergens in augustus toen de wereld verandert en vernietigd werd door wrakstukken. Haar ouders komen om en ze vlucht weg. Weg van haar thuis...