Hoofdstuk 30

79 11 1
                                    

Ze stormen massaal binnen. Het zijn er wel duizenden. Mensen vliegen in het rond of worden op de grond geduwd. De tanden van de vampiers glinsteren angstaanjagend in het licht. Hun ogen branden van woede en lust. Ze willen bloed zien. Ze willen het proeven. 

Een groep jongeren die gewapend zijn snellen er naar toe en vallen aan. Even zijn de vampiers met stomheid geslagen, maar die stomheid verandert al direct in strijdlust. Ze vallen twee maal zo hard terug aan. 

Ik kijk naar Jace naast me. Hij kijkt me met een verwilderde blik aan. 'We moeten ze gaan helpen. Natacha en Ethan zijn daar ook ergens,' zei hij met een benepen stem. Ik knik. Met mijn hand tast ik naar mijn katana die op mijn rug hangt. Met een sierlijke ruk trek ik het uit zijn schede. Een zacht metaal geschraap galmt in mijn oren. Zoals gewoonlijk brengt het zwaard me terug op mijn gemak. Met het vertrouwde gewicht in mijn hand, ren ik naar het strijd gewoel. Met Jace op de hielen. Onderweg trekt hij zijn zwaard uit zijn schede.

Met een strijdlustige kreet stort ik me in het strijdgewoel. Rond me heen vallen er gewonden en doden. Het meesten zijn van onze kant. We zijn aan de verliezende hand. 

Een zwaard suist op me af. In een reflex breng ik mijn zwaard omhoog om de aanval te blokken. Onze zwaarden knallen tegen elkaar op. Door de knal trillen mijn armen van inspanning, maar ik let er niet op. Want dat kan me misschien fataal worden.  Ik zwaai mijn zwaard met een grote boog richting zijn hoofd en treft doel. Met één hauw scheid ik zijn hoofd met zijn romp. Daarna draai ik me om om een andere aanval te blokken. Een rood waas verschijnt voor mijn ogen. Mijn hart bonkt als een razende tegen mijn borstkas. Alsof het wilt ontsnappen. Ik vecht alsof mijn leven er vanaf hangt. Wat eigenlijk ook waar is. Mijn zwaard snijd door elke keel van een vampier alsof het boter is. Ik draai om mijn as en blok aanvallen af en val zelf terug aan.

Vanuit mijn ooghoeken zie ik een zwaard op me af snellen. Razend snel draai ik om mijn as. Blok de aanval...en blijft versteend staan. Mijn ogen worden groot van angst. Koud zweet druipt langs mijn rug naar beneden. Ik kijk de vampier voor me met angstige ogen aan. Mijn spieren veranderen in pudding, zo slap worden ze. Dat ik amper mijn zwaard kan vasthouden. De vampier voor me grijnst spottend. Zijn ogen glinsteren van pret en waanzin.

Dit kan je niet menen. Niet hij! 

'Dag, Rachel,' zei James sissend. 'Dat is lang geleden vind je ook niet?'

Het duurt even voordat ik mijn stem terug onder controle heb.'Wat doe je hier,' vroeg ik toen ik zeker weet dat mijn stem niet ga trillen, maar ik kan een trilling van angst niet helemaal onderdrukken.

Ik zie dat hij het heeft gehoord want hij glimlacht spottend. Hij draait zijn zwaard uitdagend in zijn hand. Dat me de kriebels bezorgt. 'Weet je nog dat ik bij onze eerst ontmoeting zei dat ik jullie te pakken ga krijgen. Awel ik kom mijn belofte na. Hier ben ik dan en ik ga een eind maken aan de mensheid. Aan alle bloedwormen die zich hier schuilhouden voor ons. Niemand kan zich schuilhouden voor ons en zeker geen mensen. We ruiken jullie bloedgeur al van mijlen ver.' Zijn ogen glinsteren van waanzin.

Vol weerzin luister ik naar zijn onzin. 'Jij bent gewoon gek.'

Hij kijkt me nadenkend aan. 'Misschien ben ik gek. Misschien ook niet. Wie zal het zeggen? ' Hij lachte schor. Die lach had ik liever niet gehoord. 'Jullie zijn verloren, bloedwormen. Verdoemd.' Met die woorden valt hij aan. Ik kan op het nippertje zijn slag blokken, maar ergens weet ik dat ik het nooit van hem kan winnen. Hij is te strek en hij kan een zwaard beter hanteren dan ik. Met hem vergeleken ben ik een beginner. Een groentje. 

Angst en paniek zwelt in me op. Beneemt me de adem. Maakt me misselijk. Ik schud met mijn hoofd het gevoel van me af. Zo mag ik niet denken. Ik ben nog steeds niet verloren. Ik sta hier nog levend en wel. Ook al weet ik niet hoe lang dat nog gaat duren.

Uit mijn ooghoeken zie ik het zwaard terug op me afsnellen. Het geluid brengt me terug in het heden. Ik laat me op een knie zakken en blok de aanval. Ik rol uit de gevaren zone en spring terug overeind steekt mijn zwaard rechtdoor. Het treft doel. Het boort zich diep in zijn buik. James brult het uit van pijn en woede. Zijn ogen vatten vlam van woede die zich in die van mij branden. Versteend van angst blijf ik met wijd open gesperde ogen staan. Zijn blik doet me ter plekken bevriezen.

Voor mijn ogen zie ik zijn wond genezen. Het stopt met bloeden en de huid groeit terug aan elkaar vast. Na een paar seconden is er niks meer aan te zien. Zijn huid is terug normaal alsof er daar nooit een wond is geweest. Met open mond staar ik naar de plek op zijn lichaam waar eigenlijk een wond had moeten zitten, maar dat er niet is.

James lachte ijzig. Het geluid galmde luid in mijn oren. Met veel moeite weet ik mijn eigen te beheersen om mijn handen niet tegen mijn oren te drukken. Het lukt amper.

'Je bent er geweest Rachel.' Met die woorden valt hij terug aan. Veel te laat breng ik mijn zwaard omhoog. James zijn zwaard dringt diep in mijn schouder. Ik schreeuw het uit van de pijn. Warm bloed stroomt uit de wond. Het glijd als een rivier van rood water over mijn arm. Mijn schouder staat in brand. Vreselijke pijnscheuten snellen door mijn schouder. Ik kreun. Een misselijk gevoel overvalt me. Beneemt me de adem. Ik klap dubbel van de pijn. 

Ik hoor James zijn lach mijlen ver. Alsof hij kilometers van me af staat, maar dat is niet zo. Hij staat recht voor me. Met een gevaarlijke grijns op zijn gezicht. Het dringt tot me door dat mijn laatste uur is geslagen. Dat ik er aan ben, maar mijn hersenen denken er anders over. Voordat ik het goed en wel doorheb. Breng ik mijn zwaard met veel moeite omhoog. Een woeste kreet ontsnapt uit mijn mond. Ik val aan, maar het is hopeloos. James is gewoon veel te sterk voor me. Ik wist wel zijn zwaard uit zijn handen te slaan, maar nog is hij te sterk. 

Ik voel een harde vuist tegen mijn slapen. De klap zorgt ervoor dat het licht bij me uit gaat. Een zee van zwart beneemt mijn blikveld. Bewusteloos stort ik op de grond. Waar ik bewegingloos blijf liggen. Met het strijd gewoel nog steeds om me heen.


Hey, lieve readers.

Ik ga twee weken op vakantie in frankrijk dus het ga twee weken duren voordat ik hoofdstuk 31 gaat oploaden. Ja, ik weet het dat suckt, maar ik beloof jullie dat ik na mijn vakantie een extra lang hoofdstuk ga maken.  Ik zeg dit zodat jullie niet gaan denken dat ik van de aardbol ben verdwenen. Want dat is niet zo

Love you readers 

en vergeet niet om te :

Vote

Comment

Following

New WorldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu