Isaac - Gebakje?

226 24 2
                                    

Ik liet mijn hoofd in mijn handen vallen en ademde diep in en uit in een poging wat te ontspannen.
Als ik in staat was hoofdpijn te hebben zou ik nu, zonder twijfel, aan een ernstige migraine lijden.

Ik had vanochtend voor het eerst geoefend met de ongetrainde weerwolven die mee zouden vechten in de strijd, en ze waren weerzinwekkend slecht.
Ze waren traag, uit vorm en voorspelbaar.
We hadden nog heel wat tijd en oefeningen te gaan voor ze echt goed zouden zijn.
Ik was blij toen de training voorbij was en ik even kon uitrusten.
Het uitrusten duurde niet heel lang, want Edgar riep me.
Toen ik dacht aan Tessa haar gezicht, hoe ze keek toen ze de halsband zag, nam mijn ingebeelde migraine weer toe.

Ik werd uit mijn gedachten getrokken toen Shane, Jean en Aly plotseling bij mij aan de tafel neerplofte. Ze hadden blijkbaar een pauze.

Jean en Shane zaten naast mij. Aly tegenover mij.
Ze keken me alle drie aan zonder iets te zeggen. Hun blikken waren beschuldigend.

Ik rolde met mijn ogen. 'Wat willen jullie?' Ik had hier nu echt even geen zin in.

'Ben je het soms ineens eens met Edgar?' Vroeg Jean een beetje fel. 'Over de slaven?'

Ik zuchtte. 'Waar heb je het over?'

'Shane vertelde ons dat hij Tessa tegenkwam. Met een halsband om haar nek,' zei Aly. 'En zo te horen ben jij de eigenaar.'
Ze keken me afwachtend aan. Dat was nieuw. Normaal trok mijn pack nooit conclusies over mij zonder er met mij over te praten.  
Ik was een beetje beledigd dat ze dachten dat dit mijn keus was geweest.
'Natuurlijk ben ik het niet eens met Edgar,' zei ik nog steeds wrijvend over mijn slapen. 'Het was dit of ze zouden haar in de cel laten rotten.'
Shane, Jean en Aly leken nu wat meer opgelucht.

'Hebben jullie ook een slaaf aangeboden gekregen?' Vroeg Jean met een vies gezicht aan de rest.
Aly en Shane knikte.
'Het is net alsof je hier niet meetelt als je geen slaaf hebt,' zei Aly. 'Ik kreeg zo een vieze blik van een meisje toen ik haar vertelde dat ik geen slaaf had.'
'Ik werd uitgelachen,' zei Jean met een frons. 'En iemand noemde me 'een lulletje rozenwater.'
Aly moest lachen.
Ik trok mijn wenkbrauw op.
Shane had van niemand last gehad, maar dat zou wel komen omdat hij er zo sterk uit zag. Als ik de rest was had ik een confrontatie met hem ook vermeden.

'Ik mis onze oude villa,' zei Jean ellendig. Hij leunde terug in zijn stoel en sloeg zijn armen over elkaar als een klein, pruilend kind.

'Ik ook,' zei Shane verdrietig.

Ik miste het ook.

'Jammer dan,' zei ik bruut. 'Die plek bestaat niet meer. Het heeft geen zin om te blijven hangen in het verleden. Deze plek is maar waar we het mee moeten doen.'

 Aly snoof. 'Dat is anders wel wat jij doet.'

 Ik keek haar aan.

 'Oh, kom op doe niet alsof je niet weet waar ik het over heb. Ik weet het, Shane en Jean weten het. God! Zelfs Tessa weet het en zij kent je pas drie dagen!' Ze stond op. 'En weet je wat? Edgar weet het ook en hij maakt er misbruik van. Het ergste is dat je dit waarschijnlijk al weet, maar dat je je zo erg vastklampt aan je laatste familielid, ondanks het feit dat hij een enorme klootzak is, dat je te bang bent om tegen hem op te staan.' Ze keek me aan op een manier dat ze nog nooit eerder had gedaan. Iets van minachting. 'Verman jezelf, Isaac.' Ze stampte van ons weg, de kamer uit.
Ik keek haar een beetje perplex na.
Jean en Shane zeiden niks.

 Het ergste was dat bijna iedereen het had gehoord. De mensen aan onze tafel, een goed aantal slaven en Tessa, die met een dienblad vol met eten in haar handen de tafels langs liep. Ze gaf ons een bedachtzame blik. Toen ze zag dat ik keek keek ze vlug weg en ging ze verder met het uitdelen van de gebakjes op het dienblad.
Ik gaf de mensen die me aanstaarde een felle blik. Ze richtte zich weer op hun vrienden of borden.
Ik knarste mijn tanden.

 'Gebakje?' Vroeg Tessa toen ze ons had bereikt. Ze stak het dienblad naar ons uit.

'Hoe gaat het?' Vroeg Jean zachtjes. 'Werk je nu in de keuken?'

 Tessa knikte. 'Ik heb niet echt veel keus. Ik moet -'

 'Slaaf nummer zeventig!' Riep een passerende bewaker. 'Praten valt niet onder je taken. Schiet op.'

 'We hebben haar toestemming gegeven,' zei Shane vinnig tegen hem.

 De bewaker kneep zijn ogen even naar hem samen maar liep daarna door.

 'Vinden jullie dat Aly gelijk heeft?' Vroeg ik. Haar woorden irriteerde me. Ze bleven na echoën in mijn hoofd. 
Jean en Shane zeiden niks, dus deed Tessa het.
'Ja,' zei ze meteen. 'Ik denk dat je dat zelf ook wel weet.'

 'Ik heb vaak genoeg tegen Edgar opgestaan,' sprak ik ze tegen. Ik deed mijn best niet al te gekrenkt te lijken.

 'Als het ging over kleine dingen, ja,' mompelde Jean.

 'Prima,' snauwde ik. 'Wat vinden jullie dat ik moet doen?'

 Jean haalde zijn schouders op en keek weg.
Met een geïrriteerd gevoel leunde ik terug in mijn stoel. Ik liet het gesprek doodbloeden.

 'Gebakje?' Vroeg Tessa nogmaals. 'Als ze allemaal op zijn mag ik pauze houden, dus werk even mee.' Er waren nog zes gebakjes over.
Jean en Shane pakte er allebei twee. Ze stak het dienblad naar mij uit. Ik schudde mijn hoofd. Die zoete gebakjes waren wel het laatste waar mij hoofd aan stond.

'He, slaaf!' Riep een man een stukje van ons af. 'Geef hier.' Hij wenkte naar de laatste twee gebakjes.

 Tessa stak het dienblad naar hem uit zodat hij de gebakjes kon pakken. De man griste echter het hele dienblad uit haar handen.

 'Ik moet het dienblad weer inleveren,' zei Tessa. Ze stak haar hand uit.

 In plaats van dat de man de gebakjes eraf haalde en het dienblad terug gaf, keek hij haar uitdagend aan. 'Dat zal niet gaan, slaaf. Ik heb geen bord.'

 'Dat is niet mijn probleem,' zei Tessa kattig. 'Sta op en pak er één.'

 'Respect voor je meerdere!' Riep dezelfde bewaker als eerst. Hij liet zijn hand rusten op de knuppel aan zijn riem.
Tessa gaf hem een grimmige blik.

 'Weet je wat, slaaf? Haal een bord voor me en -' Hij gooide zijn voeten op tafel. 'Pak meteen een servetje en veeg mijn schoenen voor me af. Er zitten wat vlekken op, zie je wel? Als je dat hebt gedaan zal ik overwegen om je het dienblad terug te geven.' Hij grijnsde naar haar. Zijn vrienden, twee jongens lachten laf mee.

'Waarom doe je het niet zelf,' zei ik tegen de man. 'Is er soms iets mis met je benen?'

Hierop keek de man mij aan. Hij leek even verward over wat hij mij had misdaan. Hij viel immers Tessa lastig. Niet mij.

'Je moet die slaven toch iets om te doen geven. Ze scherp houden,' grapte de man, niet echt wetend hoe hij moest reageren op mijn, in zijn ogen, onnodig vijandige toon.

'Ze is niet jouw slaaf. Je hebt het recht niet om haar te vragen dingen voor je te doen. Begrepen?'

De man zijn grijns verdween van zijn gezicht. 'Is ze jouw slaaf?'
Ik gaf hem een kille blik.
Ik weigerde om te zeggen dat Tessa 'mijn slaaf' was.
'Geef haar het dienblad terug, en waag het niet om haar nog eens lastig te vallen.'

De man bekeek me een tijdje. 'Wat jij wilt,' mompelde hij. Hij duwde het dienblad terug in Tessa haar handen. Zijn vrienden waren ook gestopt met lachen.
Ik wist dat de meeste mensen in de kamer ons gesprek hadden afgeluisterd.
'Dat geld voor iedereen hier!' riep ik daarom luid door de kamer. Zowat alle gezichten draaide onze kant op. Ik probeerde niet over Tessa te praten alsof ze werkelijk een slaaf was, maar moest dit wel doen om mijn punt duidelijk te maken.
Het zou ook in haar voordeel zijn, dus als ze slim was hield ze haar mond.

 'De eerst volgende die denkt dat hij of zij mijn slaaf rond kan commanderen, alsof het zijn eigen slaaf is, krijgt met mij te maken,' ging ik luid verder. 'Ik deel niet.'

Ik stond op van mijn tafel negeerde alle blikken in mijn rug en stormde de eetzaal uit. Ik ging op zoek naar een plek waar ik eindelijk alleen kon zijn.

----------------------------------------------------------

Omdat dit hoofdstuk voor mijn gevoel een beetje zwak is geschreven post ik later vandaag nog een tweede hoofdstuk
Ik beloof dat de volgende beter is.

This Is War (unfinished)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu