Ons naar buiten werken was heel wat makkelijker dan naar binnen.
Vooral nu we met zo een grote groep waren.
June en Shane liepen voorop. Ik en Jean achterop. Tessa had de baby weer overgenomen en liep samen met haar vader tussen ons in.
Het was ook iets makkelijker omdat het gevecht tussen de weerwolven en de jagers langzaam aan af leek te nemen. Overal lagen lichamen. Het was triest. In iedere kamer waar we weerwolven tegenkwamen riep ik naar ze dat ze zich terug moesten trekken. Het was voorbij. Niemand had gewonnen. Er was alleen maar bloed vergoten.
Sommige weerwolven waren koppig en bleven doorvechten. De weerwolven die wel naar me luisterde renden nu achter ons groepje aan mee naar de uitgang.
Op de begane grond stond er iets in brand. Het gesis van vuur was duidelijk hoorbaar en een rare chemische geur trok in onze neuzen. Het vuur kwam uit een kamer waar ik niet in was geweest.
Het vuur had zich opgehoopt in de deuropening. Sommige probeerden er wanhopig overheen te springen naar de ruimte waar wij waren. Een paar lukte het, maar toen werd het vuur te hoog en de volgende die het probeerden werden opgeslokt in de bloedhete vlammen.De jagers en weerwolven die er doorheen waren gekomen deden geen poging meer om tegen elkaar te vechten. Ze waren dankbaar voor hun leven en renden alle vier een andere kant op.
Ik wenkte de twee weerwolven en ook zij sloten zich bij ons aan.
We waren nu ongeveer met zijn twintigen. Bij iedere kamer waar we doorheen gingen kwamen er meer bij. We moesten nog steeds wat jagers afweren, maar niet veel. Onze groep was te groot geworden en individuele jagers durfde niet meer op ons af te stormen.
'Laat hem met rust!' Riep ik naar een weerwolf die onze groep even leek te willen verlaten om een jager aan te vallen. De jager had zichzelf in de hoek van de kamer gedrukt en keek met grote ogen naar ons. 'Er heeft genoeg bloed gevloeid vandaag,' zei ik nu ook tegen de rest. 'We vechten nog alleen uit zelfverdediging. Iedereen die het daar niet mee eens is mag nu vertrekken.'Niemand protesteerde of verliet de groep. We gingen verder.
Alle grote namen waren dood. Paulus, Edgar en Aaron. Ik nam aan dat voor de jagers het Wyatt was geweest.
Wij hadden nog Victoria, maar aan haar had niemand nu iets aangezien ze nog bij de basis was.
Dus ze keerden zich tot June en mij.
De jagers leken hun doel kwijt te zijn want te meesten lieten ons nu gewoon door. Ze leken niet te weten wat ze moeten doen.
Eindelijk, na wat voelde als een eeuwigheid, stonden we buiten.
Even kon ik het niet geloven...
Ik kon niet geloven dat ik na dit alles het voorrecht had al mijn familie hier nog te hebben. Tessa, Jean en Shane. Het was een zegen. Nu was het tijd om Aly te vinden. Mijn zuster.
Er was geen andere manier om terug te gaan behalve langs de grens. We gingen met zijn alle rennend op weg.
Er sloten zich nog steeds mensen bij ons aan. We haalden weerwolven in die ook onderweg terug waren naar de grens. De opluchting was van hun gezicht te zien toen ze ons zagen, want ze waren niet meer alleen.
Onze groep groeide steeds meer tot we uiteindelijk met meer dan vijftig waren. Dat leek veel, maar als je er over na dacht dat dat we hier met zijn tweehonderd waren gekomen was het een heel ander verhaal. Het betekende dat we iets minder dan honderdvijftig mensen hadden verloren.
Dat was niet niks.
Toen we bij de grens aan waren gekomen stond de poort wagenwijd open. Er was niemand te bekennen in de hoge wachttoren.
'Iemand is ons blijkbaar voor geweest,' zei June. Ze wees naar iets. Toen ik haar vinger volgde zag ik een stukje van ons af de lichamen van drie jagers op de grond liggen.
'Dat zullen die weerwolven die ik uit de kelder heb bevrijd wel hebben gedaan,' zei Tessa. Ze hobbelde de baby op en neer in haar armen. 'Ze waren met velen. De wachters konden ze vast niet aan.'
'Waar denk je dat ze heen zijn gegaan?' Vroeg Jean.
Tessa haalde haar schouders op. Ik geloofde niet dat de vrijgelaten weerwolven dat hadden geweten. De grens was de logische optie geweest. Eerst weg uit het jagersgebied en pas dan, als je veilig was, zou je bedenken wat de volgende stap was.
'Blijf lopen!' Riep ik over mijn schouders naar de menigte.
We gingen verder.
'Waarheen?' Vroeg Shane. 'Terug naar de basis?' Hij en Jean gaven me een verontruste blik. Ik wist dat ze niet terug wouden.
Ik beet twijfelachtig op de binnenkant van mijn wang. 'Nee.'
'Nee?' Herhaalde June hem perplex. 'Hoe zit het met iedereen die daar achter is gebleven? Vrouwen en kinderen? Ze wachten op onze terugkomst!'
'Ze wachten op jullie terugkomst. Niet ons,' zei Isaac zonder haar aan te kijken. Zijn ogen gleden behoedzaam langs de bomen terwijl we het bos in liepen. 'Mijn pack en ik gaan niet terug. De rest moet zelf weten wat jullie willen doen.'
'Wat als Aly daar is?' Vroeg Jean.
'Waarom zou ze in hemelsnaam terug gaan?' Ik snoof. 'Zo dom is ze niet. Bovendien heeft ze geen reden om terug te gaan.'
Plotseling bevroor Tessa. Haar ogen stonden een seconde afwezig voor haar gezicht vertrok.
Ik stopte automatisch ook met lopen, waarna Shane, Jean, June en Tessa haar vader volgde.
Ook de menigte achter ons kwam tot een halt.
'Tessa?' Vroeg ik bezorgd. Ik liep naar haar toe. 'Gaat het?' Ik wreef ongerust met mijn hand langs haar bovenarm.
'Voel je je wel goed?' Vroeg haar vader.
'Dat is het niet,' zei Tessa meteen.
'Wat is er dan?' Vroeg ik.
'Het is gewoon iets wat Wyatt tegen me heeft gezegd voor jullie aankwamen.' Ze wreef over de rug van de baby terwijl ze ons ernstig aankeek. 'Hij zei dat ze een klein leger naar de basis waar we vandaan komen hebben gestuurd.'
Geschrokken gemompel ontstond in de menigte.
'Mijn vrouw en kinderen zijn daar!' Riep iemand in de menigte. De man stapte naar voren. 'We moeten daar heen meneer Baine!'
Het kostte me moeite niet te fronsen. Meneer Baine? Hij was ouder dan ik.
'Jullie hoeven niet mijn orders op te volgen,' zei ik nors. 'Jullie hebben een eigen wil. Doe wat je wilt.'De weerwolven in de menigte keken een beetje doelloos om zich heen. Hun ogen schoten alle kanten op. Ze waren het zo gewend om orders op te volgen. Om zich aan bepaalde regels te houden. Regels van de leiders. Regels van Edgar. Ze wisten niet wat ze met zichzelf aanmoesten nu er geen bevelhebber meer was.
'Als de jagers inderdaad een klein leger hebben gestuurd hebben ze allang de basis bereikt,' zei ik eerlijk. Ik was niet van plan ze valse hoop te geven. 'We zullen aankomen bij een slagveld.'
'Isaac.' Tessa keek me aarzelend aan. 'Vind je niet dat we op zijn minst even moeten gaan kijken?'
'Nee.'
Wat had het voor zin? Iedereen was vast dood. Net als bijna de helft van ons leger.
'Ik vind ook dat we terug moeten gaan,' zei Jean voorzichtig. Shane knikte instemmend.
'Mijn god! Wat is het met jullie?' Vroeg ik gepikeerd. 'Wat willen jullie daar doen? Weten jullie hoeveel geluk we hebben gehad tot nu toe? Wij allemaal! Waarom zouden we het riskeren?'
'Als jij familie daar achter had gelaten had je er anders over gedacht,' zei de man die naar voren was gestapt. 'Mijn dochtertje is twee en mijn zoon zes. Als er ook maar één procent kans is dat ze misschien in leven zijn ben ik bereid dat te riskeren.'
Zijn ogen stonden vastberaden.
Iedereen was bereid om terug te gaan.
Tessa gaf me een blik. Ik wist dat ze precies wist wat ik dacht.
Ze wist dat ik bang was.
Ik was bang dat we als we daar heen gingen ons geluk op een gegeven moment zou ophouden.
Ik wou de levens van mijn pack leden niet riskeren, maar er was niet veel wat ik kon doen als ze besloten dat ze wouden gaan.
Ik zuchtte diep. Ik wreef langs mijn gezicht en sloot even mijn ogen. 'Prima,' bracht ik met moeite uit. 'We gaan terug.'---------------------------------
Heel kort hoofdstuk, maar ik had zin om nog iets te posten vandaag!
Bedankt voor het lezen! :)
X
JE LEEST
This Is War (unfinished)
WerewolfEr vind zich al jaren een oorlog plaats tussen de weerwolven en de jagers. in een poging die oorlog te stoppen, of beter nog; hem te winnen, gaat een kleine roedel op een missie om de burgemeester te ontvoeren. Het plan loopt anders dan gepland...