Ik was opgelucht dat Isaac en ik het hadden uitgepraat. Ik was bang geweest dat hij nog steeds kwaad was, maar hij had zijn excuses aangeboden.
Ik had hetzelfde gedaan want de ruzie was nooit gebeurd als ik niet in zijn spullen had gesnuffeld. Ik was soms gewoon te nieuwsgierig. Ik moest leren mijn neus buiten sommige dingen te houden.
Wat me wel was opgevallen was dat Isaac er anders uit zag.
Die zelfverzekerde Isaac van toen we hier net waren aangekomen was een beetje verdwenen. Hij was er nog wel, maar zijn aanwezigheid werd overschaduwd door iets van onzekerheid, en dat was te zien in zijn houding, zijn gezicht.
Er was iets gebeurd of iemand had iets tegen hem gezegd.
Hij had me verteld dat Edgar Aly had laten opsluiten, maar ik geloofde niet dat dat alles was.
Ik kon niet geloven dat Isaac zijn bloedeigen oom iemand van zijn neefje zijn roedel in de gevangenis had laten gooien. Dat deed je toch niet!?
'Wat wou hij?' Vroeg Arno met een zuur gezicht terwijl we terug liepen naar de keuken. Hij had het krat met bierglazen al in de vriezer gezet in de tijd dat ik met Isaac aan het praten was. Hij mocht Isaac niet.
Hij dacht dat hij hetzelfde was als Edgar.
Ik verbeterde hem niet. Ik geloofde dat het de bedoeling was dat iedereen zo over Isaac dacht hier.
Het had met de rangen te maken.
Ik wou niet de reden zijn dat iemand Isaac zou uitdagen tot een gevecht omdat ze zijn autoriteit wouden uittesten.
'Gewoon even mijn taken van vandaag doornemen,' zei ik. We liepen de keuken in.
'Het lijkt me vreselijk om hem als eigenaar te hebben. Hij laat je vast al zijn was doen. Zijn kamer schobben, bed opmaken en zijn schoenen strikken,' zei Arno bitter. 'Hij is echt zo iemand die andere alles voor hem laat doen. Net als Edgar.'
God, Arno, je moest eens weten hoe ver je van de waarheid af zat.
'Tja,' zei ik alleen.
We gingen weer verder met onze dagelijkse klusjes.
Ik had inmiddels kennis gemaakt met de andere slaven in de keuken. De meeste wouden niks met me te maken hebben. Ik dacht eerst dat het aan mij lag, maar ik was erachter gekomen dat de meeste slaven liever op zichzelf bleven. Ze waren zo bang om iets fout te doen, een regel te overtreden, dat ze besloten niks anders te doen dan ze werd opgedragen. Ze praatte niet.
Een paar slaven waren wel een gesprekje met me begonnen. Het ging altijd over hoe je hier terecht was gekomen, hoe oud je was en wie je eigenaar was. Daar hield het gesprek op.
Daarom bleef ik maar bij Arno. Een gesprek liep bij hem tenminste wat soepeler.
Ik moest toegeven dat hij mij soms een beetje een ongemakkelijk gevoel gaf.
Ik wist niet waarom.
Later die dag, toen ik klaar was met het dweilen van de keukenvloer, was het weer tijd om eten uit te delen voor de lunch. Met tegenzin begon ik aan de klus.
Ik ging de tafels langs.
Ik kreeg voor het eerst sinds Isaac zijn waarschuwing weer een opmerking naar mijn hoofd geslingerd.
Ik besteedde er geen aandacht aan.
Een stukje verderop zag ik Jean, Shane en Aly zitten. Isaac was er niet bij.
Waar was hij?
Het was hem blijkbaar wel gelukt Aly vrij te krijgen.
'Hoi,' zei ik toen ik bij ze aan was gekomen. Ik stak mijn dienblad met wraps naar ze uit. 'Gaat het Aly?'
Aly haar blonde, normaal geweldig uitziende golvende haar, zag er slap en ongekamd uit. Haar kleding zat onder het stof dat op de vloer van de cellen lag.
Ze keek me met een vreemde blik aan. Kan het jou dan wat schelen? Leek ze te vragen met haar ogen.
'Isaac vertelde me dat ze je hadden opgesloten.'
Aly sloeg haar haar over haar schouder. 'Het gaat prima,' zei ze een beetje terughoudend.
'Mooi.'
Jean en Shane pakte beiden een wrap van mijn dienblad.
'Waar is Isaac?' Vroeg ik.
Ze leken het geen van drieën te weten.
'Hebben jullie ook gemerkt dat hij een beetje instabiel overkomt?' Vroeg ik. 'Jullie houden toch wel een oogje in het zeil?'
'Het is deze plek,' mompelde Shane. 'Zelfs ik wordt er depressief van.'
'Ssh,' suste Aly. Ze was nu duidelijk meer op haar hoede over wat ze wel en niet mochten zeggen.
Ik ging door met het serveren toen ik zag dat een bewaker onze kant op kwam.
Later, toen we klaar waren met het afwassen van de borden van de lunch, kwam Eileen naar me toe.
Ze duwde een grote schaal met verse druiven in mijn handen. 'Victoria heeft mij gevraagd om jou dit te laten brengen.'
Ik keek haar verward aan. 'Heeft ze specifiek om mij gevraagd?'
'Minder vragen, meer werken,' zei ze alleen. Ze wenkte naar de deur van de keuken.
Dat vond ik vreemd. Waarom zou Victoria willen dat ik het kwam brengen?
Ik had er niet echt een goed gevoel over.
Ik had echter niet echt veel keus.
Met een akelig gevoel in mijn onderbuik slenterde ik naar de zaal waar de kamers van de leiders zich bevonden.
De bewaker vroeg of ik toestemming had. Ik vertelde hem dat Eileen me had gestuurd en wees hem op de fruitmand.
De man keek op een notitieblokje in zijn handen, iedereen die toestemming had stond daar op. Terwijl zijn ogen over het lijstje gleden, probeerde ik de verleiding een druif in mijn mond te stoppen te weerstaan.
'Loop maar door,' zei de man monotoon. 'De deur naar Victoria haar vertrek is de eerste van links.'
Ik liep langs hem de zaal in.
De eerste deur van links. Daar.
Er stond iemand voor de deur. Een meisje. Ze had een halsband om haar nek. Dat zou wel Victoria haar slaaf zijn.
'Hoi,' begroette ik haar voorzichtig.
Haar blik gleed naar de druiven. 'Zijn die voor Victoria?' Vroeg ze. Ze had een zachte, lieve stem.
Toen ik knikte draaide het meisje zich om en opende ze de deur.
Ik stapte naar binnen.
Wat ik toen zag zorgde ervoor dat ik bevroor. Mijn hart stopte een seconde met kloppen en ik had het gevoel dat ik zou flauwvallen.
'Isaac?' Bracht ik perplex uit.
Recht voor mij, in het hemelbed van Victoria, lagen ze samen. Boven op elkaar. Naakt. De dekens waren niet over ze heen geslagen, dus ik had vol zicht op alle geslachtsdelen. Alles. Toen ze doorhadden dat ik er was keken ze naar me op.Isaac zijn gezicht bleef een paar seconden emotieloos tot hij leek besefte wat er gebeurde en het uiteindelijk vertrok naar iets van afschuw.
Victoria had een grijns op haar gezicht van hier naar Tokio toen ze me zag staan.
O mijn god. Ik voelde al het bloed naar mijn wangen stijgen en sloeg mijn vrije hand voor mijn ogen.
'Het spijt me,' prevelde ik meteen geschrokken. Ik zette de schaal met druiven op de grond en maakte dat ik weg kwam.
Shit, shit shit. Dat was misschien het meest genantste wat ik ooit had meegemaakt.
Ik wou dat ik in een zwart gat in de grond kon verdwijnen.
Ik kon geen van de twee meer onder ogen komen. Nooit meer.
Wat deed Isaac in hemelsnaam met Victoria?
Ik dacht dat hij niks van de leiders moest hebben?
Vonden ze elkaar leuk?
Mijn god...was Isaac verliefd op haar...?
Bij die gedachte trok er een onaangenaam gevoel door me heen.
Ik wist niet waarom ik me daarbij zo ongemakkelijk voelde. Wat kon het mij nou schelen met wie Isaac wel of niet het bed in dook?
Met een beroerd gevoel liep ik de gang weer op. Ik liep door tot ik de hoek om was en stopte niet eerder. Ik blies mijn adem uit en leunde tegen de muur aan.
Isaac en Victoria.
Victoria en Isaac.
God, nee.
'Tessa! Hey!' Noah zwaaide naar me vanaf de andere kant van de hal. Hij kwam naar me toe. Hij trok zijn wenkbrauwen op. 'Je ziet eruit alsof je het hele gebouw hebt doorgerent. Waarom ben je zo rood?'
Ik keek hem een paar seconde stom aan.
'Aarde aan Tessa.' Hij zwaaide met zijn hand voor mijn gezicht.
'Eh, ja,' zei ik. Ik dwong mijzelf om te vergeten wat ik zojuist had gezien. 'Ik moest wat dingen regelen.'
'Rennend?'
Ik knikte. 'Je weet hoe ze zijn hier. Alles moet meteen en snel gebeuren.'
'Dat heb ik gelukkig niet. Ik kan op mijn gemak het gebouw doorlopen om apparatuur te controleren.' Noah keek me twijfelachtig aan. 'Kan ik je iets vragen?'
'Natuurlijk,' zei ik.
'Beloof me dat je niet boos wordt.'
Ik fronste. 'Wat is er dan?'
Noah keek om zich heen. Toen hij niemand in de buurt zag leunde hij naar me toe.
'Ik ga morgenavond Jacob helpen te ontsnappen.'
Ik keek Noah verschrikt aan. 'Wat?'
Jacob was de jongen met de longziekte die ze in de kelder hadden laten gooien. De reden dat Noah zweepslagen had gekregen.
Hoe wou hij dat in hemelsnaam doen?!
'Ben je soms gek geworden?' Vroeg ik met grote ogen. 'Straks wordt je betrapt!'
'Tessa, Jacob is elf jaar oud. Hij heeft niemand. Ik kan niet toekijken hoe ze hem daar laten rotten.' Ik kon aan zijn stem horen dat hij zich niet zou laten overhalen. Hij moest en zou dit plan doorzetten.
'Waarom vertel je dit aan mij?' Vroeg ik.
'Omdat ik je vertrouw. En omdat ik je een hamburger had beloofd,' zei hij met een grijns. Ik besefte dat hij niet alleen Jacob zou helpen met ontsnappen, maar ook zichzelf. 'Kom met ons mee.'
'Hoe ben je van plan dat voor elkaar te krijgen?' Vroeg ik.
Noah keek nog een keer behoedzaam om zich heen. Toen haalde hij een set sleutels uit zijn broekzak.
Mijn ogen werden nog groter. 'Hoe kom je daaraan?' Vroeg ik zachtjes.
'Gestolen van een grote, donkere bewaker.'
Een grote, donkere bewaker? Shane?
'De bewaker was nieuw dus het was makkelijker om van hem te stelen. Hij kent alle trucjes nog niet.'
Hij had het over Shane.
Zou Shane in de problemen komen als ze erachter kwamen dat een slaaf ontsnapt was met zijn sleutels?
'Ik ga zo naar de ziekenboeg en probeer wat verdovingsmiddel te stelen voor de bewaker in de kelder. Als hij knock-out is bevrijd ik Jacob.'
'En hoe wil je langs het hek buiten komen?'
'We klimmen eroverheen in de noorderhoek. Daar is het minste toezicht. Ik neem een dikke jas mee vanuit de tweedehands kamer zodat we over het prikkeldraad kunnen klimmen.'
Ik keek hem aan. Hij was gek geworden.
'Waarom probeer je dit nu pas? Je bent hier al zes jaar.'
Noah beet peinzend op zijn lip. 'Ik had altijd gedacht dat we uiteindelijk gered zou worden. Ik weet nu dat dat niet gaat gebeuren. Als we hier weg willen komen moeten we dat zelf doen.'
'Maar hoe komen we over het grasveld zonder gezien te worden? Er staan maar een paar bomen.'
Noah keek me ernstig aan. 'Rennen.'
Ik moest lachen. Dat was belachelijk. Het was geen waterdicht plan. Bij lange na niet.
Ik had echter niet veel te verliezen.
En als het lukte hadden we een elf jarig jongetje zijn leven gered.
Aan de andere kant zou dit Shane in de problemen kunnen brengen.
Ik geloofde niet dat ze Shane zwaar zouden straffen.
'Ik doe mee,' zei ik aarzelend.
'Yes!' Noah gaf me een grijns. 'Morgenavond ga je gewoon naar je bed. Rond half vier gaat ons plan van start.'
Hij gaf me een klopje tegen mijn bovenarm en draafde toen weg.
God waar begon ik aan.
![](https://img.wattpad.com/cover/39576611-288-k353976.jpg)
JE LEEST
This Is War (unfinished)
WerewolfEr vind zich al jaren een oorlog plaats tussen de weerwolven en de jagers. in een poging die oorlog te stoppen, of beter nog; hem te winnen, gaat een kleine roedel op een missie om de burgemeester te ontvoeren. Het plan loopt anders dan gepland...