Hoofdstuk 8 - Michael

539 79 12
                                    

Langzaam kijk ik op en zie mezelf in de spiegel staan. Ik wil wegkijken, maar dwing mezelf om toch te blijven kijken. Kijken naar die persoon in de spiegel. Kijken naar wat ik allemaal verkeerd heb gedaan. Luke heeft gelijk. Misschien hield ik me daarnet wel groot, maar dat was allemaal schijn. Vanbinnen ben ik gebroken. Het is nu al ongeveer een dag geleden en ik ben niet meer uit mijn hotelkamer gekomen. Ik weet dat ik hier ooit weg moet, maar niet als Luke er is. Ik wil hem voorlopig niet meer zien. Niet totdat het echt moet. Hij heeft me zo ongelofelijk gekwetst. Luke die alles heeft. Luke die het populairste is van de band, de liedzanger is en alle aandacht krijgt. Ik durf zelfs te wedden dat hij als eerste van ons solo gaat. Hij verpest altijd alles voor mij, maar nu weet ik waarom. Ik ben gek. Ik ben in zijn ogen harstikke gek. Het valt me nog mee dat ik niet meteen uit de band ben geknald. Nu ik weet hoe ze over mij denken heb ik niets te verliezen.

Ik zie mijn telefoon oplichten en zie dat Luke mij belt. Geeft hij het nu nog steeds niet op? Hij heeft gisteren avond letterlijk de hele avond op mijn deur staan kloppen. Samen met Ashton en Calum, die was natuurlijk weer nergens te bekennen. Hij zal het ook wel met Luke eens zijn. Hij zal me ook wel gek vinden. Welke idioot verlaat dan ook het liefste meisje ter wereld? Welke idioot gaat er dan ook zomaar vandoor? Het kan niet. Ik wil er niet meer over nadenken, maar mijn gedachtes stoppen niet. Ik ben niets waard. Ik ben een stomme sukkel. Ik heb alles en iedereen verpest.

Woedend sla ik op de muur naast de spiegel en kijk op. Mijn gezicht is rood aangelopen en de tranen staan in mijn ogen.

'Huil niet sukkel!' Schreeuw ik naar de jongen voor me. 'Je hebt het verdomme niet verdiend. Jij maakt alles kapot. Je hebt het recht niet om te huilen, hoor je me? Jij mag verdomme niet huilen. Stop ermee. Stop overal maar mee.'

Ik hap naar adem en sla nog een keer tegen de muur aan. Pijn schiet door mijn hand heen, maar het voelt fijn. Het voelt verdovend. Het is niet slim om mijn handen kapot te slaan, maar op dat moment maakt het me echt allemaal niets meer uit. Als fans dit zien dan is dat maar zo. Dit is mijn leven en ik heb het verpest. Ik ben geen held zoals iedereen denkt. Ik ben helemaal niets.

'Aarrgh!' Ik probeer mijn tranen te verbijten, maar dat lukt niet. Ik schreeuw het uit van de pijn. De pijn in mijn hart.

'Michael?'

Met een ruk draai ik me om naar de deur en stamp ik er woedend op af.

'Laat me met rust!' Gil ik hysterisch. 'Laat me nou eens met rust.'

'Nee,' de stem van Luke klinkt ongelofelijk kalm. 'We maken ons zorgen. Je moet iets eten. Alsjeblieft. Wij gaan weg als je beloofd dat je even iets eet.'

Ik schud mijn hoofd en begin dan krankzinnig te lachen. 'Weet je wat?' vraag ik aan Luke. 'Waarom stop je me anders niet gewoon weer terug in het gekkenhuis? Ja, daar hoor ik thuis toch? Was dat niet wat je gezegd had? Dat ik in een gekkenhuis gezeten heb? Waarom ga je niet meteen naar de kranten. Ik weet zeker dat ze het leuk nieuws zullen vinden.'

'Michael,' Luke klinkt hopeloos, maar ik hoor het niet.

'Nee,' roep ik over hem heen. 'Niets Michael. Het waren jou woorden toch? Jij hebt dit allemaal gezegd is het niet?

'Het spijt me echt. Ik wilde het niet zeggen-'

Ik onderbrak Luke.

'Natuurlijk niet, je wilde me natuurlijk geen pijn doen. Toch heb je het gedaan. Toch heb je het gezegd en waarom? Omdat je het wel denkt Luke. Je vindt dat ik een psychopaat bent en je vindt me raar. Je wil helemaal niets met me te maken hebben. Gelukkig voor jou is dat wederzijds. Ga. Weg.'

Ik laat mijn hoofd tegen de muur bonken en sla een keer tegen mijn slaap aan. De pin in mijn hoofd verdwijnt helaas niet.

'Dat is niet waar Michael. Ik weet wat een psychopaat is en ik weet dat jij dat niet bent.'

'Wat weet jij er nu van? Jij hebt niet in een gekkenhuis gezeten. Jij hebt verdomme helemaal niets meegemaakt in je miezerig leventje.'

'Volgens mij was ik degene die Camille vond terwijl ze in een psychose zat.' Luke stem klonk zacht. Hij klonk zo zacht dat ik meteen spijt had van wat ik gezegd had. Ik liet mezelf langzaam zakken met mijn rug tegen de deur aan.

'Je weet niet hoe het was toen ik haar vond. Ze schreeuwde om hulp, maar ik zag niet waarom. Er was niemand om haar heen. Ze keek bang voor zich en er was niets wat ik kon doen. Ze zag dingen die er niet waren en dat was eng. Dat was het enigste wat ik ooit heb gezien. Ik had eerder moeten nadenken, want ik weet wat het betekend. Ik weet wat het betekend om in zo'n tehuis te zitten omdat ik het heb gezien. Ja, wij zaten in een visite kamer, maar daar moesten we ook nog komen. Over het terrein heenlopen was al eng, laat staan om er te verblijven. Natuurlijk, alle mensen zullen daar super eng zijn, maar ik weet zeker dat ze ook allemaal van zo'n momenten als Camille hadden. Misschien zelfs nog erger, ik weet het niet. Het spijt me. Ik had het nooit mogen zeggen Michael. Ik weet echt niet hoe ik het goed kan maken, maar ik ben gewoon jaloers. Ik ben jaloers op jou omdat Camille jou wel ziet staan en mij niet. Zij kuste mij niet, dat was een verschrikkelijke leugen, ik kuste haar. Ik dacht dat ik haar misschien op andere gedachte kon brengen, maar dat kon ik niet. Ze houd verdomme veel van je Michael. Ik ben alleen jaloers. Jaloers omdat ik weet dat er nooit iemand van me zal houden zoals Camille van jou houd. Ik zal nooit waren liefde vinden, want mijn beroemdheid zal altijd in de weg staan. Ik zal altijd iemand vinden die van me houd omdat ik beroemd ben, omdat ik toevallig veel geld heb. Michael het spijt me. Ik was jaloers op je.'

Nog voordat ik de deur kan openmaken hoor ik voetstappen vervagen. Luke is weg voordat ik kan beseffen wat hij net had gezegd.

Hij is jaloers op mij. Luke is jaloers van mij.


Rejects 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu