Hoofdstuk 29

434 65 10
                                    

Lieve Camille,

Waar moet ik beginnen? Ik weet het eerlijk gezegd echt niet. Ik wil alles zo graag aan je uitleggen, maar ik ben bang dat je mij niet snapt. Ik ben bang dat je niet snapt waarom ik dit alles heb gedaan en voor eeuwig boos op me blijft. De gedachte daaraan alleen al doet me zoveel pijn dat ik er misselijk van wordt. Ik wil nog een kans Camille. Geef me alsjeblieft nog een kans om dit allemaal aan je uit te leggen. Ik snap dat je niet opneemt als ik bel. Ik snap dat je mijn berichten niet beantwoord en mijn mails niet leest, maar toch heb ik hoop dat je ooit op een dag deze brief wel leest. Misschien is dat zodra je hem krijgt, misschien is het veel later. Misschien ben je nu al wel getrouwd met een andere, misschien veel leukere, jongen. Dan is mijn kans verkeken. Dan moet je mij maar niet meer op komen zoeken. Wordt gelukkig, dat is wat ik vooral wil. Daarbij wil ik ook dat je weet dat ik dit nooit heb gewild. Natuurlijk was ik degene met een keuze, maar het was een moeilijke. Ik dacht dat ik het beste deed. Ik dacht echt dat ik je hielp.

Als eerste moet je weten dat het, naar omstandigheden, goed met me gaat. Je hoeft je geen zorgen om mij te maken, als je dat al deed. Zoals ik al zei: als je gelukkig bent, ben ik dat ook. Wel moet je weten dat ik veel moeite heb om niet terug te vallen. Je moet weten dat ik elke dag aan jou denk en dat is ook meteen het gene wat me overeind houdt. De gedachte dat ik jou ooit weer terug zie is genoeg om de hoop te blijven houden.

Nu zal je wel denken: die jongen heeft toch alles? Waarom doet hij zo moeilijk als hij alles heeft? Camille, dat is het nu juist. Ik heb niet alles. Misschien is het zelfs wel andersom. Alles wat ik wil hebben is weg. Jij. Jij bent weg. Ik weet nog goed dat mijn moeder en vader me boos opbelden. Ik had niets tegen je gezegd, hoe kon het. Toen besefte ik nog niet wat zij bedoelden, maar dat doe ik nu wel. Zij hadden jou gezien. Zij hadden je letterlijk zien breken. Zien breken door mijn eigen domme fout.

Het is genoeg. Ik heb er lang genoeg omheen gedraaid. Als je de brief nog aan het lezen bent weet ik zeker dat je er echt wel iets omgeeft. Dan weet ik dat je stiekem toch nog veel om mij geeft. Of je bent gewoon verschrikkelijk. Ja, dat kan ook nog. Je was altijd al zo ontzettend nieuwsgierig.

De reden waarom ik je verlaten heb ligt ingewikkeld. Ik vond het toen de tijd heel erg logisch klinken, maar dat weet ik nu nog niet zo zeker. Ik wist dast je foto's over het hele internet stonden. Ik heb het nog nooit opgezocht, maar je zei dat met alleen je naam alle foto's zichtbaar konden worden. Ik mocht op tour met een van de bekendste bands ter wereld. Ik zou beroemd worden, dat wisten we. Ons leven zou veranderen. Iedereen zou ons, onze familie en onze vrienden kennen. Iedereen zou jou kennen. Iedereen zou je naam weten. Je zou mijn vriendin zijn. Mensen zouden je haten, volgen, nooit zou je de rust hebben die je verdient. Iedereen zou je op het internet opzoeken en de foto's zien. Ze zouden weer op het internet verschijnen, maar dan zou heel de wereld ze zien. Ze zouden in alle bladen staan. De gedachten aan de pijn die ik je zou bezorgen deed ontzettend veel pijn. Het was een moeilijke beslissing, maar ik heb uiteindelijk beslist dat het maar beter was als wij elkaar nooit meer zagen. Het zou even moeilijk zijn, maar je zou er wel overheen komen. Je zou gewoon jou leven kunnen leiden, zonder nog een keer aan die stomme rotfoto's te hoeven denken. Nu weet ik dat het niet zo makkelijk is. Het is misschien heel egoïstisch, maar ik mis je. Ik mis je elke minuut, elke seconde van de dag. Ik denk aan je, altijd. Je zweeft door mijn hoofd heen en ik kan je niet zomaar laten gaan. Daarom schrijf ik deze brief. Door je uit te leggen waarom ik de keuze heb gemaakt hoop ik het een beetje beter te maken. Voor jou en voor mij. Ik hoop dat je vrede kunt vinden in de keuze die ik heb gemaakt. Dan heb ik uiteindelijk toch voor een van ons de beste keuze gemaakt. Misschien had ik het met jou moeten overleggen. We hadden het geheim kunnen houden. Het had allemaal mogelijk geweest, maar daarvoor is het nu te laat. Ik heb die domme keuze gemaakt om weg te gaan en er is nu geen weg terug meer. Ik moet vooruit. Wij moeten vooruit. Ik hoop dat ik je ooit nog tegenkom. Ik hoop je ooit nog in mijn armen te kunnen sluiten. Ik weet niet hoe dat zal zijn, maar ik kijk ernaar uit. Ik kijk er naar uit om jou eindelijk weer eens in mijn armen te sluiten. Ik mis je zo ontzettend erg Camille. Ik hoop dat je weet dat ik je nog niet vergeten ben.
Ik zal je nooit vergeten.

Veel Liefs,

Michael Clifford

Tranen vallen in grote druppels op de brief. Ik probeer rustig te blijven, maar dat gaat niet. Hij deed het allemaal voor mij. Het deed het verdomme allemaal voor mij en ik heb het helemaal verpest. Ik kon dit toch niet weten? Ik kon toch niet weten dat hij mij verlaten had omdat hij bang was dat anders die stomme foto's overal weer opdoken?
Ik schreeuw en veeg een keer over mijn bureau heen. Ik gil. Het doet pijn. Het doet zo ongelofelijk veel pijn. Overal. Het doet overal pijn.
'Camille?' Ik hoor de stem van Anna ergens ver weg, maar energie om te reageren heb ik niet. Tom is boos op me en Michael nu waarschijnlijk ook. Iedereen is boos op mij, terwijl ze het allemaal goed bedoelde. Ik heb alles verpest. Misschien is dit niet het land waar ik hoor te wonen. Misschien is dit niet de wereld waar ik thuishoor.

'Camille?' De stem klinkt nu dichterbij.

'Ga weg,' huil ik. 'Ga weg, voordat ik het ook nog voor jou verpest!' Ik wil opstaan, maar haar handen houden mij tegen.
'Nee,' fluistert ze. 'Nee, ik ga niet zomaar weg. Nooit. Wat is er gebeurd? Je kan alles tegen mij vertellen. Zodra jij dat wil natuurlijk.'
'Je kan echt beter weggaan.' Roep ik hysterisch, maar Anna gaat niet weg. In plaats daarvan slaat ze bezorgd haar armen om me heen. Ze slaat ze zo strak om me heen dat het bijna pijn doet. Toch voelt het veilig. Ondanks dat het niet de armen zijn van Tom voelen ze toch veilig. Tom, wat mis ik hem. Het is nu al twee dagen dat ik hem niet gezien heb. Twee dagen sinds hij de gescheurde brief in mijn hand duwden en me wegstuurde. De brief heb ik uiteindelijk toch maar in elkaar gezet en gelezen. Misschien had ik dat maar niet moeten doen. Ik had die stomme brief nooit moeten lezen.

'Ik blijf bij je,' fluister Anna in mijn oor. 'Huil maar. Huil maar zoveel je wil. Huil maar zoveel nodig is. Ik ben hier en blijf hier. Net zolang totdat je me niet meer nodig hebt en dan nog, dan nog kom je niet zomaar van mij af.'
Een kleine glimlach ontsnapt mijn mond.
'Ik weet het gewoon niet meer,' fluister ik vermoeid. 'Alles loopt door elkaar. Een oude vriend, mijn oude vriend, is plotseling in Amsterdam en Tom... Ik weet het niet. Tom wil me waarschijnlijk nooit meer zien.'
Anna schud haar hoofd. 'Natuurlijk niet. Hij heeft tijd nodig. Het is niet niets, maar hij komt er wel weer overheen. Geef hem de ruimte, die jij trouwens ook even nodig hebt. Ga met je oude vriend praten en kijk wat daarvan komt. Praat met hun alle twee, zonder iets te forceren. Heb plezier, dat is het belangrijkste. Niets moet, alles mag. Ga praten Camille, want dat ging voorheen niet goed.'
Ik bijt op mijn lip en sluit mijn ogen. 'Je hebt gelijk,' mompel ik. Ze heeft gelijk. Ik moet praten met Michael, hoe moeilijk ik dat ook vind.     

Rejects 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu