Vandaag was in een woord echt gewoon fantastisch. Waar ik eerst misschien nog spijt had van mijn keuze om te verhuizen naar Nederland, heb ik dat nu helemaal niet meer.
Vanmorgen toen ik zenuwachtig mijn klas voor het eerst binnenliep werd ik al meteen hartelijk ontvangen. Mijn klas is niet heel erg groot, zo'n vijftien mensen, met meer dan de helft meiden. Op het eerste gezicht dacht ik dat ik buiten de groep viel, maar al snel namen ze me in de groep op. De hele dag hebben ze me overal bij betrokken en me uitgelegd wat ik heb gemist de afgelopen weken. Zelfs in de eerste pauze op mijn nieuwe school zat ik niet alleen en had ik veel plezier. Iedereen vond het zo leuk dat ik uit Australië kom en dat geeft leuke gesprekken. Ik voel me hier thuis en zou voor geen goud meer terug willen naar de andere kant van de wereld. Nederland is voor mij een land waar ik me welkom voel en mezelf kan zijn. Ik voel me hier thuis en dat vind ik erg fijn.
'Ben je op de fiets?' Eefke kijkt me vragend aan.
Hoofdschuddend beantwoord ik haar vraag. 'Nee, iemand komt mij zo ophalen. Ik weet de weg nog niet zo goed, dus durfde niet op de fiets.'
Ilse lacht lief naar me. 'Wat is je adres? Dan komen we je morgen vroeg wel ophalen zodat je met ons mee kan fietsen. Als je dat wil natuurlijk!'
Ik krijg automatisch een glimlach op mijn gezicht. Is iedereen in dit land zo aardig, of ligt dat echt gewoon aan deze mensen?
'Dat lijkt me super leuk!' Zeg ik enthousiast. Dit is een van de eerste keren dat ik zin heb om weer naar school te gaan. De groep slaat af naar buiten en ik zwaai ze heel even uit.
'Tot morgen!' Roept Mark, waarna iedereen volgt.
'Tot morgen!' Roep ik hen na.
Daarna ben ik alleen. Ik draai me om en loop langzaam naar mijn kluisje. Meteen is die spanning weer terug. Het is tien over drie en heel even ben ik bang dat Tom, de jongen die ik vanmorgen heb ontmoet, niet bij de kluisjes staat. Als hij er niet is krijg ik mijn kluisje ook niet open en, misschien nog wel erger, dan heb ik weer iemand vertrouwt die ik niet had moeten vertrouwen. Dan kom ik daar waarschijnlijk nooit meer overheen. Als iemand mijn vertrouwen nu misbruikt, nu die nog zo kwetsbaar is, zal dat waarschijnlijk heel hard aankomen. Toch moet ik van mezelf mensen vertrouwen. Ze zijn niet allemaal hetzelfde, daar houd ik me aan vast.
Ik draai de hoek om naar de kluisje en schrik. Tom staat nonchalant tegen de kluisjes aangeleund en kijkt op wanneer ik de hoek omdraai.
'Je bent er,' floep ik er verbaasd uit.
Tom kijkt me glimlachend aan terwijl hij zichzelf overeind duwt. 'Natuurlijk,' zegt hij alsof dat de normaalste zaak ter wereld is. 'Dat hadden we toch afgesproken?'
Hij weet het niet, maar die zinnen doen me meer dan hij ooit kan bedenken. Ik heb zoveel afgesproken, met zoveel mensen. Toch lijken zij zich niet te houden aan beloftes. Telkens weer stond ik er alleen voor, terwijl ik dat niet kon. Ze hielden van me en zouden nooit bij me weggaan. Ik zie het. Waar ik ben geëindigd is helemaal alleen.
'Zal ik je nog een keer uitleggen hoe je je kluisje moet openmaken?'
Met een glimlach liep ik naar mijn kluisje toe en pakte ik het kleine draairondje vast. 'Oké,' zeg ik vastberaden. 'Ik ben er klaar voor.'
Tom legt het weer stap voor stap uit, maar mijn kluisje krijg ik nog steeds niet open.
'Hoe kan dit,' lach ik nep geïrriteerd. 'Ik moet dit ding toch ook open kunnen maken?'
Tom kijkt me met een twinkeling in zijn ogen aan. Ik kijk hem terug aan en voel een steek door mijn maag heengaan. Tom zet een stap dichterbij en gaat achter me staan. Hij legt zijn hand op die van mij, die nog steeds het ronde draaiding van mijn kluisje vast heeft.
'Ik doe het wel even voor.' Er schiet een angst door mijn lichaam heen. Ik wil me omdraaien en hem slaan, maar ik kan het niet. Hij heeft een kwartier, misschien wel meer, op mij gewacht om me te helpen. Ik moet hem vertrouwen. Hij is niet hetzelfde.
Toch weet ik ergens dat ik mezelf voor de gek houdt. Dit dacht ik namelijk ook van Michael, maar raad eens wie er nu niet is?
Langzaam begeleid hij mijn hand en maakt hij mijn kluisje open. Daarna sluit hij het weer en laat hij mijn hand los. Een koude wind bedekt mijn hand en tot mijn grote verbazing vind ik het erg dat hij me niet meer vasthoud.
'Nu jij,' glimlacht hij.
Ik laat heel even mijn hand weg en begin daarna weer opnieuw. Dit keer lukt het wel. Mijn kluisje klikt en er ontsnapt een overwinningskreet uit mijn mond.
'Yes!' Gil ik enthousiast. 'Het is me gelukt!'
Tom steekt zijn hand uit en ik geef hem een high-five.
'We zijn een top team,' lacht hij, waarna ik knik.
'Ben je op de fiets?' Tom kijkt me vragend aan.
Ik schud mijn hoofd. 'Nee, ik ken de weg hier nog niet zo goed, dus ben ik hier afgezet. Ik moet bellen als ik naar huis wil. Dan komt ze mij weer ophalen.' Ik weet niet waarom ik het zeg, maar het blijkt plotseling heel belangrijke informatie.
'Zal ik je anders de weg laten zien?'
Als ik nu drinken in mijn mond had, dan was dit het moment waarop ik het uit zou spugen en het vol op in zijn gezicht terecht kwam. Gelukkig heb ik geen drinken. Ik zou me dood schamen.
'Als je niet wil hoeft het niet hoor! Ik weet niet waar je woont, maar ik kan je thuis ook wel even afzetten. Als je wil natuurlijk. Ik ben op de fiets, maar je kan gewoon achterop. Wat is je adres?'
Ik denk even na, maar zeg dan uiteindelijk toch mijn adres. Ik moet niet zo moeilijk doen. Tom was hier heen gekomen om mijn kluisje voor me open te maken. Als hij niets van me moest hebben, dan stond hij hier waarschijnlijk ook niet.
'Kom op, dan gaan we.' Tom wil aanlopen, maar bedenkt zich dan plotseling.
'Ik weet je naam eigenlijk nog helemaal niet.'
Ik schiet in de lach. Hij heeft helemaal gelijk, ik heb me nog niet eens voorgesteld.
'Ik heet Camille,' zeg ik terwijl ik mijn hand uitsteek.
'Aangenaam kennis te maken Camille.' Hij pakt mijn hand vast en buigt zich licht voorover. Wanneer hij overeind komt kijkt hij me met weer in twinkeling in zijn ogen aan. Zijn ogen stralen pret uit, wat aanstekelijk werkt.
'Laten we gaan,' zegt hij met een grijns op zijn gezicht. Hij knipoogt nog een keer naar mij voordat hij zich omdraait. Ik voel mijn wangen nog roder kleuren. Dit is werkelijk de leukste eerste schooldag ooit.
JE LEEST
Rejects 2
Fanfiction'Ik kan niet eens van mezelf houden,' fluisterde ik huilend tegen zijn lippen aan. 'Dat hoeft ook niet,' zei hij terwijl hij door mijn haren heen wreef. 'Ik hou wel van jou, als jij dan van mij houd. Dan houden we van elkaar en misschien kunnen we...